3 Mei

Het is zover! Na ruim twee jaar coronaperikelen kunnen we weer op avontuur met onze zeilboot.
We staan vroeg op, want het inpakken van de laatste spullen valt altijd weer tegen. Ook dit keer; we mogen twee koffers met 25 Kg meenemen in het ruim, maar die van mij blijkt 29 Kg en die van Chris 21. Samen 50, maar daar kunnen ze bij het inchecken toch behoorlijk lullig over doen.
Herverdelen dus.
Alles past uiteindelijk goed en om kwart over acht stopt buurman Herman bij ons voor. Ook dit jaar zorgt hij voor ons vervoer naar de luchthaven.
Inchecken verloopt heel anders dan we lezen over Schiphol. Nergens een rij, iedereen relaxed en zelfs nog een tafeltje vrij bij de Starbucks tent.
Met een kwartiertje vertraging vertrekken we naar tussenstop Barcelona. Omdat Vueling weer eens een vlucht heeft aangepast, moeten we 6 uur stuk slaan op El Prat. We hadden ons voorgenomen dat te doen met een riante lunch met alles erop en eraan. Dat viel nog niet mee; het La Place restaurant (ja, die van meneer Jumbo) kwam nog het dichts in de buur van een echt restaurant.
Heerlijk geluncht, goed werk meneer Jumbo!
Tegen 20:00 uur landen we in Punta Raisi. Alles verloopt vlot; alle covid formulieren weer voor niets ingevuld.
Op het treinstation van Punta Raisi is het druk bij de kaartverkoop automaat. Allemaal toeristen die niet weten hoe de automaat werkt. Ik heb haast want de trein vertrekt over 10 minuten. Ik besluit de mensen voor me te helpen. Enerzijds omdat ik zo sociaal ben en anderzijds omdat ik dan sneller aan de beurt ben. Als ik eindelijk aan de beurt ben, zegt de automaat: nee, die trein kunt u niet nemen, die is al weg. NIET WAAR! Ik heb nog drie minuten. Met een kloppend hart weet ik alsnog twee kaartjes aan de automaat te ontfutselen en we sprinten naar de trein. Eenmaal binnen vertrekt de trein direct.
Een uur later staan we op het station van Palermo. Even de straat oversteken en dan zijn we al bij het hotel. You are van Beers raad de hotelman terecht. Yes, we are, inchecken maar.
NIET DUS.
Er blijkt geen kamer voor ons beschikbaar en de hotelman spreek onvoldoende Engels om uit te leggen wat er aan de hand is. Wel is duidelijk dat er feest is op o.a. het terras voor het Hotel.
De man heeft wel een kamer voor ons geregeld bij een ander hotel. 10 Minuten lopen met, bij elkaar, 60 Kg bagage!
Alles wat we ervan vinden wordt door de hotelman helaas niet begrepen…
We slepen onze koffers door de hoofdstraat van Palermo en vinden het juiste huisnummer. De tocht van de voordeur naar de hotelreceptie heeft veel weg van een uitdaging uit een escape room.
We worden verwacht en krijgen een kamer. Minimaal één ster minder dan het beoogde hotel, maar we zijn te moe om daar een mening over te hebben.
Ik heb altijd 3 plastic miniflesjes whisky in mijn toilettas zitten. We nemen er twee mee naar de receptie en vragen of hij cola heeft. Hij brengt twee blikjes naar een tafeltje in de ontbijtzaal.
We mengen de whisky bij de cola en toasten op, tenminste, een veilige aankomst in Palermo.
Dit slaapdrankje blijkt nodig. De kamer ligt boven de hoofdweg en er is feest in Palermo. Loud music in cars en veel getoeter.
Ik val van vermoeidheid in slaap, maar Chris slaapt slecht.
Gelukkig hebben we de volgende dag een “vrije dag” in Palermo.

Onze mascotte Sam mag weer mee op reis!

4 Mei

Een dagje Palermo. Palermo is voor ons inmiddels bekend terrein. We waren er eind september 2019, begin juli 2021, eind augustus 2021 en nu in mei 2022. Dit steeds i.v.m. onze vluchten van/op Punta Raisi.
We beginnen de dag met een (laat) ontbijtje in ons “vervangend” hotel. Lekker!
Dan weer 10 minuten terug lopen naar het beoogde hotel. We mopperen nog maar eens en de hotelman doet weer alsof hij geen Engels begrijpt.
We gaan wel corresponderen met Booking en recensies plaatsen op Trip adviser, Google etc.
De kamer is nog niet klaar (natuurlijk) en de koffers gaan in een kast.
We lopen de stad in voor koffie. We kennen de stad goed genoeg, dus we slenteren wat en bezoeken diverse terrasjes. We zien toch weer leuke nieuwe dingen.
We besluiten de rondgang in ons favoriete restaurant. De ober herkent ons nog.
We ontmoeten twee Ierse dames die zonder hun mannen op stap zijn. Heel gezellig.
Na het eten mogen we van onszelf een overheerlijke Negroni, een cocktail met de nodige alcohol.
Het wordt later en we besluiten nog een Negroni te nemen en dan vroeg naar het hotel.
Op het station kopen we vast twee kaartjes voor de sneltrein van morgen 10:00 uur.
We gaan vroeg naar bed. Vooral Chris heeft veel slaap in te halen.
Al met al een mooie dag

5 Mei

Inpakken en wegwezen is voor ons in de loop der jaren een routine geworden. Nog even beneden ontbijten; er zijn scrambled eggs en bacon. De dag begint goed.
Om half tien lopen we het station binnen. Van vorig jaar weten we dat de intercity al vroeg op het perron staat. Het liefst hebben we een plekje met uitzicht op de grote tassen die we met ons mee slepen (veel te groot voor het bagage rek, trouwens, til maar eens 25 Kg tas boven je macht).
We vinden een geschikt plekje, op naar Capo d’Orlando.
Dan zien we dat reizigers met hun tickets in de hand naar stoelnummers lopen te zoeken. Hebben wij ook stoelnummers op onze ticket staan? Ja, even checken. We hebben ieder een stoel op en andere plek en op geen van die plekken kunnen we de tassen kwijt.
Gaan we niet doen, we blijven zitten waar we zaten. Als iemand erover wil beginnen, dan spelen we de domme toerist die niets begrijpt.
Al snel blijkt het probleem geen probleem. Veel mensen doen maar wat en de controleur is niet geïnteresseerd in stoelnummers.
Op 10 minuten van Capo bellen we Taxi Antonio. Antonio neemt niet op. Gelukkig hebben we van de haven twee taxi-nummers gekregen. De tweede taxi beloofd klaar te staan.
Dat is ook zo en al snel rijden we richting de Marina. Onderweg zien we dat de ene helft van de kustweg in onderhoud is, mogelijk weggeslagen tijdens een winterstorm. Het lijkt Altea wel.
Onze looproute naar de stad is hierdoor wel verstoord. Moeten we nog een list op verzinnen.
Vanuit Altea hebben we bij IKEA Italië twee traagschuim kussen besteld. Die liggen keurig op ons te wachten bij de receptie van de haven.
Wist je dat je een Italiaans fiscaal nummer moet hebben om in Italië iets online te kunnen bestellen? Gelukkig vond ik op het internet een nummergenerator voor Italiaanse fiscale nummers. IKEA ging met dat nummer akkoord en zo was weer een bureaucratische hobbel geslecht.
Terwijl we naar de boot lopen, vallen ons twee dingen op. Maria, die in de week vooraf aan onze komst de boot zou schoonmaken, staat nu op de boot met de Kärcher en is druk aan het poetsen. Daarnaast zien we dat een zijruit van onze buiskap gescheurd is.
Ook deze zeilreis begint weer met reparaties.
Eenmaal aan boord sluit ik de accupolen weer aan start de boordsystemen op. Ik regel de walstroom en tref voorbereidingen om de watertanks te vullen. Dan valt me op dat de acculader wel draait, maar dat het lijkt of de accu’s niet geladen worden.
Dat is niet fijn. Elektra raakt alle aspecten van het bestaan aan boord. Ik herinner me de situatie die we in Imperia hadden (een doorgebrande Mastervolt), maar daar moet ik maar even niet aan denken. Waar ik wel aan denk is dat onder het bed nog een accu ligt waar de polen vanaf zijn (hij levert een klein stroompje aan “iets” waardoor hij na elke winter stuk is). Mogelijk is dat het probleem.
Ik duik onder het bed en sluit de accupool weer aan. Dat verandert niets op de “domestic” accu’s, maar ik zie dat op deze ene accu wel een correcte laadstroom staat (een leven zonder voltmeter kan ik me niet voorstellen…). Waarom dan niet op de domestic accu’s?
Ik kijk nog eens goed naar alle kabels onder het bed. Ineens zie ik iets zilverkleurigs glimmen. Het blijkt de connector van een dikke accukabel die bijna geheel aan het zicht onttrokken is. Die heb ik dus over het hoofd gezien bij het opnieuw aansluiten van de accu’s. Ik trek hem tevoorschijn en sluit hem aan bij de andere kabels op de plus-pool. Direct schakelt de Mastervolt in een hogere versnelling. Op het controle paneel is te zien dat alle accu’s worden opgeladen.
Nu de watertanks vullen (duurt altijd even) en de kraanwaterpomp aanzetten (nooit aanzetten zonder water in de tanks, dan draait hij stuk). Er komt water uit de kraan (ja, op een boot kan je daar dus heel blij van worden) en ook de boiler geeft heet water.
Dat rechtvaardigt een heerlijk stevig biertje (vorig jaar reeds ingeslagen in de wetenschap dat in mei de haven-supermarkt nog niet open zou zijn).
De ene kant op zien we een waterig zonnetje, maar de andere kant op kondigt zich een stevig bui aan. We kunnen nog net het biertje nuttigen op ons buiten terras. De bimini laten we nog even opgeborgen.
De haven-restaurants zijn wel open, dus daar wilden we vanavond eten. Het blijft echter stevig doorregenen, dus maken we maar aan boord en noodmaaltijd; spaghetti, potje saus en (jawel) blikje Smac. Wijntje erbij, heerlijk. Maar goed dat we ook dat vorig jaar reeds hadden ingeslagen.
We kijken op de laptop het journaal via NLZIET en gaan er weer niet al te laat in.

6 Mei

Zou het echt? Kunnen we dan vandaag een beetje uitslapen?
Onze reis, in etappes, maakte dat we de afgelopen 3 dagen de wekker op “vroeg” gezet hebben, dus in uitslapen hebben we wel zin.
Vandaag is echter wel boodschappendag; het blikje Smac is immers al op. Zoals ik al schreef, is de haven supermarkt in mei nog niet open. We moeten dus naar de stad, 3,5 Km verderop.
De Spar, die in Italië Despar heet, sluit daar om 13:00 uur en we moeten ook nog een alternatieve route vinden.
Toch weer vroeg op?
Nee, toch niet. Google vindt een super die niet Spar of Despar heet, maar Eurospar. En die is open van 9:00 tot 21:00 uur. Google vindt ook een snellere wandelroute. Die lijkt grotendeels op een leuke wandeling, met alleen ook een stukje langs de provinciale weg.
We slapen lekker uit en lezen wat op onze telefoontjes.
We ontbijten met croissantjes en bammetjes die Chris heeft meegesmokkeld van het ontbijt in Palermo.
Ik app met Marco van de werf hier over de gescheurde buiskapruit. In september 2019 is onze buiskap hier opnieuw door iemand gestikt, dus waarschijnlijk kan hij ook de ruit vervangen.
Dat kan hij; zaterdagmorgen komt hij langs om de buiskap op te halen. Zou het niet beter zijn om alle drie de ramen te vervangen, vraagt Marco. Daar zit wel wat in. We gaan de man zijn oordeel en het prijsverschil vragen.
Nespresso cupjes hebben we nog in voorraad, dus doen we eerst nog een lekker koffietje. “Koffietje” hebben we overgehouden aan onze Vlaamse vrienden in Altea. We klappen steeds beter Vlaams.
Dan is het tijd voor onze boodschappen queeste. Gewapend met boodschappenkarretje en thermo-rugzak vertrekken we. Het is inderdaad een heel mooie wandelroute die doet denken aan de mooie bergwandelingen die we rond Altea doen. Dankzij die wandeling lopen we hier ook makkelijk omhoog. Het stuk lang de provinciale weg is wel een beetje heftig (smal, druk). Na een poosje dalen we weer af naar de Eurospar. Mooie grote super met behulpzame medewerkers.
Wanneer we bijna klaar zijn, app ik Taxi Antonio: kan je ons over tien minuten ophalen bij de Eurospar. Dat kan! Er komt een meisje met een rode auto (echte taxi-auto’s heb ik hier nog niet gezien). We moeten van Antonio het meisje 15€ betalen. Da’s nou jammer. Gisteren betaalden we bij Taxi 2 nog 10€ voor het ritje naar de haven.
Nou ja, we hebben tassen vol boodschappen, genoeg voor een week.
Thuis uitladen en opbergen. Het begint weer te regenen. Tijd om wat te lezen, een biertje en ik begin vast te werken aan ons blog.

7 Mei

De dag begint weer vroeg, want de buiskap-man komt meestal tussen 8:30 en 9:00 uur.
Nog veel vroeger begint het flink hard te regenen. Ik herinner me een lekje bij de navigatietafel toen Maria donderdag buiten met de Kärcher bezig was. Voor de zekerheid sta ik op om even bij die tafel te kijken. Ja hoor, je mag het zelfs geen lekje noemen; het is een lek. Ik weet nog een ongebruikte plastic bak te vinden en drapeer die onder het lek.
We hebben er weer een klusje bij.
Tijd voor de badkamer en het ontbijt. Dankzij onze inkopen is het een rijk weekend-ontbijt.
We zijn klaar voor de buiskap-man. En ja, om 9:15 uur meldt hij zich. Hij spreekt uitsluitend Italiaans. Met behulp van de vingers spreken we over 1 of 3 ramen vervangen. Hij laat zien dat het plastic helemaal hard geworden is; de weekmakers zijn eruit en de buiskap kan dus ook niet meer goed opgerold worden. Drie ramen dus. Diverse stiknaden hebben losgelaten, dus die pakt hij ook even mee.
De buiskap wordt verwijderd en even later verdwijnt de kap in een karretje over de steiger.
De frisdrank uit koelkast twee is niet zo koud als verwacht. We hebben die koelkast gisteren aangezet bij het inruimen van de boodschappen. We draaien wat aan de koelkastknop en plaatsen een temperatuurmeter in de koelkast. Al snel is duidelijk dat de koelkast niet kouder wil worden dan een graad of 11. Dit probleem hebben we al eerder gehad. Toen bleek en groot deel van de koelvloeistof weggelekt. Daar moet dus weer iemand voor komen. Niet alleen voor de koelvloeistof, maar ook om uit te vinden waarom die vloeistof langzaam weglekt.
Tijd om Marco te appen dat we er drie problemen bij hebben.
Drie? Ja drie. De vorige avond, voor het naar bed gaan, kon ik het handbediende toilet ineens niet meer doorspoelen; de handpomp trok geen water meer op.
Marco werkt op zaterdagmorgen, maar verder bijna niemand op de werf. Maandag verder.
Er breekt een waterig zonnetje door. Tijd dus voor het uitklappen van de bimini. Eenmaal uitgeklapt kan ook de beschermhoes van de buitentafel verwijderd worden. Het luik in de buitentafel blijkt muurvast te zitten, waarschijnlijk is er toch vocht in het hout getrokken. Met een schroevendraaier kan het luik losgewrikt worden. Het hout van het luik en de tafel voelt droog aan. Dit komt vanzelf niet meer goed. Er moet dus een stukje van het luik afgevijld worden om alles weer goed te krijgen.
Zo kan Roelf weer even aan zijn spierballen werken!
Het klusje is nog niet af of er trekken weer donkere wolken over.
Ik besluit gauw nog wat duct tape te plakken over de kit-naden tussen het raam en het polyester ter hoogte van het lek. Geen definitieve oplossing, maar zo is wel na te gaan of daar het lek zit.
De zon schijnt nog als de eerste druppels vallen; dat wordt en flinke regenboog!
Wij trekken ons terug in de kajuit. Snakje, biertje, krant lezen en een beetje bloggen.

Sam waakt over ons fruit!

8 Mei

Weer slecht weer. We raken eraan gewend. In Altea was het vanaf 5 maart enorm regenachtig, maar daar is het sinds een paar dagen prachtig weer. Daar zullen we hier nog even op moeten wachten.
Dan gaan we maar lekker uitslapen en daarna riant ontbijten met gebakken eitjes en zo.
Het lekt nog steeds in de kajuit, maar nu meer naar rechts. Straks, als het even droog is, maar een groter deel van de kit-naad afplakken met duct tape. Voor nu bakjes en handdoekjes neerleggen.
Ik had Marco nog beloofd een mail te schrijven met de details van de nieuwe problemen. Ik had hem ook beloofd dat ik eerst nog even zelf naar de WC-pomp zou kijken.
Daar begon ik dus maar aan. Ik had in Imperia al eens wat onderdelen vervangen van de WC-pomp, dus ik wist ongeveer hoe die er van binnen uitziet. Aan de andere kant was het niet aannemelijk dat die nieuwe onderdelen alweer versleten zouden zijn.
Dat bleek ook niet het probleem. Bij het open schroeven kwam een vieze geur vrij; een beetje vissig. Tot mijn grote verbazing bleek een visje ook het probleem te zijn. Een klein visje was blijkbaar met het spoelwater uit de zee meegezogen en zat nu klem ergens in het pomphuis. Met wat priegelen kon ik het visje eruit wippen. Hoe de pomp nu weer in elkaar moest, wist ik niet meer, maar gelukkig vond ik daar een YouTube filmpje over (YouTube weet alles).
De pomp weer in elkaar gezet en spoelen maar! Dat probleem kan van de lijst.
Het was nog droog dus kon ik het tweede gedeelte van de kit-naad afplakken met duct-tape. Het zou niet de eerste keer zijn dat het lek op een heel ander plek zit dan waar het water naar beneden druppelt.
Daarna wilde het ook niet echt meer stevig regenen, dus kon ik niet vaststellen of het lek nu dicht was. Natuurlijk was er voor de volgende dag weer flinke regen voorspeld, dus die controle kans kwam nog wel.
Tja, verder kom je dus tot niets met dit weer op 4 Km lopen van de stad (de fietsen moeten we nog uitgraven uit de “spullenberg” van winteropslag in de captains cabin [= schuur]).
Biertje, lezen, bloggen, eten (heerlijke biefstuk!) en TV avondje (boer zoekt vrouw en Formule 1).
Morgen komt de airco-man, dus morgen niet uitslapen.

Dit visje was het pomphuis ingezogen. Arm visje!

9 Mei

Gisteren was morgen vandaag, ofwel:
Vandaag komt de airco-man, vandaag niet uitslapen.
Om 9:00 uur staan we klaar en laten we de loopplank neerdalen op de steiger.
Marco stuurt een appje; een visje in de WC-pomp, dat heeft hij nog nooit meegemaakt. Hij heeft vandaag wel twee zieken, dus er kan niemand komen kijken naar het lek. Voor koelkastproblemen huurt Marco altijd Technofluid in en dat is hetzelfde bedrijf als die van de airco, dus, schrijft Marco, kan je dat het beste zelf direct met de monteur regelen.
Om 10 uur stuur ik een appje naar Daniela van Technofluid met de vraag hoe laat de monteur komt.
Om 12:00 uur, appt Daniela, en houd er rekening mee dat het werk 3 à 4 dagen gaat duren.
De koffie kunnen we nog buiten drinken, maar dan begint het weer flink te regenen. Mooi, dan kunnen we controleren of het nog lekt. Ik kijk naar de lekplekjes en voel met mijn vinger. Niets.
Niet te vroeg juichen, straks nog even voelen.
Nee, ook later blijkt alles droog te blijven. Het probleem zit dus in de kit-naden. Het lijkt verstandig om dan alle kit-naden langs de ramen te vervangen. Doe ik dat zelf, of vraag ik dat aan Marco.
Ik denk Marco. Kitten is een vak, zeker op een zeilschip.
Ik app Daniela over de koelkast, of Technofluid dat voor me op kan lossen. Zeker, appt ze, vraag het straks maar aan de monteur. Nu maar hopen dat hij genoeg Engels spreekt.
Om 13:50 uur app ik Daniela of we de monteur vandaag nog gaan zien.
Zeker wel, om 15:00 uur zal hij er zijn.
Om 15:15 komt de monteur.
Ze brengen dozen vol airco spullen naar binnen. Ik probeer uit te leggen welke plek we hadden afgesproken voor de plaatsing van de apparatuur. Een plek die ik gisteren helemaal voor ze heb leeggehaald. Hij is de 7 maanden oude afspraak vergeten en wil een andere plek. Daar, wijst hij aan. Ik vertel in mijn allerbeste Engels dat daar de apparatuur voor de watermaker staat. Pas als ik het deksel open klap begrijpt hij me.
De monteur is in het bezit van een telefoon. Geeft niks, ikzelf heb ook een telefoon, maar die van mij gaat niet zo vaak. Bij hem wel. Ik schat dat hij in het eerste uur 40 minuten aan het bellen is. Geen wonder dat dat hij er 3 à 4 dagen over gaat doen.
Wij hebben er inmiddels wel behoorlijk last van dat het geen “buitenweer” is. De spullen, de mannen (twee) en de weggehaalde bankstelkussens vullen bijna de gehele kajuit. Ik vind nog een veilig plekje achter de navigatietafel en Chris wijkt uit naar de slaapkamer.

Ach, dit is natuurlijk wel de ideale gelegenheid om eens flink aan ons blog te werken.
Dat wordt nog wat de komende 2 à 3 dagen. Het weer beloofd echter eindelijk mooi te worden, dan kunnen we buiten zitten en een terrasje pakken.
Voor nu pakken we maar weer een biertje. Dat drinken we uit de fles. De glazen liggen onbereikbaar achter de opgestapelde kussens.

10 Mei

De regen van gisteren heeft één voordeel; we hebben kunnen vaststellen of de aangebrachte duct tape langs de raamranden effect heeft op de lekkage. Dat heeft het dus. Het heeft niet gelekt, geen druppel. Straks niet vergeten de tape er weer af te trekken, anders krijg je van die lelijke lijmresten.
Tijdens de winterstormen hebben de marinero’s al onze fenders aan bakboordzijde gehangen. Aan bakboord lag een ander schip en aan stuurboord niets. Nu dan maar weer alles goed hangen, dan kunnen we ook de mooie hoesjes er weer omdoen. Zo verhullen we dat we inmiddels vele verschillende fenders hebben.
Geheel onverwacht staat de reparateur van de buiskap ramen op de “stoep”. De buiskap is klaar en kan gemonteerd. Wat zijn de ramen helder zeg, wat kan je er goed doorheen kijken! Verstandig dat we alle drie de ramen hebben laten vervangen.
Vorig jaar zijn op Lipari de letters op onze spiegel (dat is de achterkant van de boot) kapot gegaan door de loopplank aldaar. Tijdens onze afwezigheid zijn die vervangen. Nou, dat ziet er goed uit.
Er staat nu zowel “Joie de Vivre” als “Maastricht”, vroeger alleen Maastricht en dus dachten de marinero’s vaak dat Maastricht de naam van de boot was en herkenden ze de reservering voor Joie de Vivre niet.
De monteurs van de airco hadden afgesproken dat ze er om 9:00 uur zouden zijn. En als de monteurs zeggen 9:00 uur, dan zijn ze er ook om 10:00 uur!
Ze werken wel weer hard en in de meest onmogelijke posities, je kan bijna nergens bij in zo’n boot.
Een boot-airco werkt niet via lucht-lucht, maar via (zee)water-lucht. Het water zeewater wordt opgepomt, de wamtepomp haalt de kou uit dat water en met die kou wordt de kajuitlucht gekoeld en in de kajuit geblazen. Heb je wel een water-inlaat en -uitlaat nodig. De inlaat konden we “delen” met de inlaat van de watermaker; gelukkig maar, anders had de boot uit het water getakeld moeten worden. De airco krijgt wel een “eigen” uitlaat (boven de waterspiegel); daartoe komt iemand langs in een rubberboot.
De mannen zwoegen door en wij niet. Wij nemen een stevig biertje op ons dek; het is eindelijk “buitenweer”.
Nu we onszelf toch zo lekker aan het verwennen zijn, besluiten we dan ook maar lekker uit eten te gaan. We pakken een heel creative pizza in één van de havenrestaurants.

11 Mei

De derde dag met de airco-knutselaars aan boord. Zelf hebben we ook weer een klusje; de beschermhoes van het genua-zeil mag er weer af. Niet heel moeilijk, maar wel gedoe. Ik ga meestal op de preekstoel (het hekwerk rond de punt van de boot) staan om er goed bij te kunnen. Dan trekken we langzaam zo’n 20 meter doek naar beneden. Bij het opvouwen blijkt dat de winterstormen weer voor scheuren in de beschermhoes gezorgd hebben. Nou ja, beter in de hoes dan in het zeil. We appen Marco voor de reparatie.
De airco mannen trekken vandaag geïsoleerde flexibele buizen naar de voor- en achterslaapkamer. Dan kunnen we die ook koelen/verwarmen, afhankelijk van het openen/sluiten van de uitblaasklep.
Ik spuit nog wat vaseline-achtig spul uit een spuitbus tussen het rubber rond de aandrijfas. Dat rubber houdt het zeewater tegen op de plek waar de as de boot binnenkomt. We willen dat het rubber zo min mogelijk slijt; bij slijtage gaat het lekken en moet de boot uit het water…
Tegen het eind van de middag zijn de airco-mannen klaar. Ze zijn moe en hebben nergens zin meer in. Tja, ik wil wel weten hoe de airco werkt. Dat wil hij dan nog wel uitleggen. Het valt op dat de bedieningseenheid geen mooi afdekplaatje heeft. Lelijk! Ze zullen er morgen een komen brengen.
De airco werkt top! Veel capaciteit, de uitblaaslucht is behoorlijk veel kouder dan de omgevingstemperatuur en er is genoeg lucht voor de kajuit, de captains cabin en onze ruime slaapkamer.
We lopen om de boot heen en zien hoe het opgepompte (nu opgewarmde) water van de water-lucht airco terug de zee in loopt. De eerste keer dat we zagen dat er bij een boot uren lang water uit de boot in de zee stroomde, waren verontwaardigd. Laat die man het (gratis) leidingwater uren lang in de zee stromen? Nu weten we dat het opgepompt zeewater voor de airco is.

12 Mei

Oei, vergeten de duct tape van het buitenraam te verwijderen. Nu maar snel even doen voordat er lijmresten op de boot blijven zitten.
Ja, te laat natuurlijk. Over de hele lengte van het raam blijven lelijke lijmresten achter. Met kunstmatige blijmoedigheid haal ik de wasbenzine uit de bakskist. Uit Nederland nog. Zouden ze dat ook hier verkopen?
Met de wasbenzine en een oude theedoek krijg ik de lijmresten weg.
Chris loopt langs de watersportwinkel om te zien of ze iets wasbenzine-achtigs hebben. Hebben ze niet, maar wel wunder-sauber-spray. Die scoort ze.
De laatste lijmvlekken vliegen weg met deze spray!
Vandaag, donderdag, is er markt in Capo d’Orlando. Daar kan Chris geen weerstand aan bieden. Na de markt kunnen we dan nog even het stadje in en daarna naar de Eurospar voor de proviand.
Om 11:56 staan we bij de bushalte voor de bus van 12:06; de bus kan hier wel flink te vroeg komen.
Om 12:26 stellen we vast dat de bus ons weer eens teleurgesteld heeft.
We bellen een taxi. Die we hadden voor de rit vanaf het station. Taxi Antonio, de we later hadden, was anderhalf keer zo duur.
De taxi is er binnen tien minuten. Dat gaan we voortaan steeds zo doen. Het kost wat moeite om uit te leggen dat we naar de markt willen, maar uiteindelijk staan we er dan tocht. We krijgen het mobiele nummer van de chauffeur, zodat we hem kunnen appen als we de boodschappen hebben.
Het loopt tegen 13:00 en de markt wordt alweer opgebroken. Volgende week vroeger.
We drinken nog een koffie in de stad en lopen door naar het strand. We vinden een heel leuke tent met ons favoriete Tennent’s bier en een heerlijk borrelhapje. Bij het afrekenen krijgen we Limoncello van het huis. Hier gaan we een volgende keer eens heerlijk lunchen!
Voldaan lopen we naar de Eurospar en laden het winkelwagentje flink vol. In de rij voor de kassa appen we de taxi. Goed geregeld zo.
De taxi brengt ons via de garage van de Marina tot vlakbij onze steiger. Service, fijne man!

13 Mei

Vrijdag, klusjes dag. Reparatietje, wasmachine checken en gebruiken, fietsjes uitpakken en in gereedheid brengen.
Het reparatietje is beslist het spannendst. Eigenlijk is het helemaal niet belangrijk; een gastenvlaggetje (voor elk land waar je aanlegt, hang je een miniatuurvlaggetje aan een speciaal daarvoor bedoelde vlaggenlijn) is in de katrol voor de vlagenlijn gekomen. Van het vlaggetje (Land=Friesland) waren de touwtjes geheel verpulverd. Ik had de gastenvlaggetjes tussen de vlaggenlijn geknoopt en door het verpulveren van de touwtjes van het eerste vlaggetje was de hele vlaggenlijn naar beneden gekomen en was Friesland door de katrol getrokken.
Om dat op te lossen moet je een meter of 10 de mast in. Ik ben wel eens helemaal naar boven gegaan voor een defecte windvaan op 20 meter hoog, maar 10 meter mag er ook wezen.
En dat, lieve lezers, op vrijdag de 13e!
Iemand moet dan in een soort schommelstoelzitje door iemand anders via een lier omhoog getrokken worden. Nu is Chris de lichtste van ons twee en ben ik de sterkste. Dus Chris mocht dit keer omhoog. Alleen, Chris heeft hoogtevrees. Na een meter of vijf begon ze dat te merken en toen moest ze zich ook nog om twee maststagen heenwerken. Dat was niet leuk, dus besloten we te ruilen. Ik moet zeggen; sterke vrouw die Chris. Ze lierde me gewoon omhoog tot aan de katrol.
De vlag van Friesland kwam nog heelhuids uit de katrol ook! De vlaggenlijn door de katrol gehaald en toen mocht Chris me weer laten vieren.
Daarna onze gastenvlaggetjes parallel aan de vlaggenlijn geknoopt en toen was alles weer vanouds. Nou ja, zonder Friesland dan, want daarvan moesten de touwtjes nog vernieuwd worden.
Nou, de wasmachine deed het gewoon en de accu’s van de elektrische fietsjes wilden ook gewoon opladen.
Het kan ook meezitten!

14 Mei

Zaterdag, het is weekend!
Vandaag uitslapen en lekker lang in ons riante bed blijven liggen lezen.
Daarna een heerlijk ontbijt op ons bootterras met gebakken eitjes en zo.
Kopje cappuccino, nog een kopje cappuccino en de zaterdagkrant op de iPad.
Toen werd het tijd om toch ook weer iets te doen. We hebben niet één boot, nee, nee, we hebben twee boten.
Welja, het kan weer niet op. Nou, dat valt wel mee. De tweede boot is een rubberboot voor als we voor de kust voor anker gaan. Die heeft de afgelopen winter, zonder lucht erin, in de captains cabin (=schuur) gelegen. Via het dakraam duwen we hem op de voorplecht.
Ooit, toen onze boot nog in Hindeloopen lag, hebben we een elektrische luchtpomp op de kop getikt. Toen ik vorige zomer alle opslaghokken van onze boot weer eens doornam, kwam ik hem weer tegen.
Hij deed het nog en bleek heel krachtig. De rubberboor was in en mum van tijd opgeblazen. De laatste stukjes dan toch maar met de handpomp, want de boot moet wel heel blijven. Gelukkig hebben we de vorige zomer ook een drukmeter gescoord, dus kunnen we waken voor een te hard opgepompte boot.
Om licht te houden in de schuur en de badkamer, takelen we de rubberboot schuin omhoog naar de mast.
De rubberboot verstoort de loop van de waslijn. Die loopt nu dwars tussen de stagen.
Slotklus voor de zaterdag is ons Friese gastenvlaggetje. Twee gaatjes door de verstevigde stukken stof geboord, lijntjes eraan vast geknoopt en klaar. Die kan weer bij de vlaggetjes van Spanje, Frankrijk en Italië!

15 Mei

Zondag! Ook luieren en lekker ontbijten. Bij de Eurospar hadden we een bijzonder ontbijtproduct ontdekt: Biscottate Olandesi!
De Olandesi kennen het beter als beschuit en dat doet het altijd uitstekend bij het (weekend) ontbijt.
Nu de rubberboot zo op het voordek hangt, besluiten we er ook iets nuttigs mee te gaan; Chris gaat buitenboordmotorles krijgen in en rond de haven.
Dan moet er wel benzine in de buitenboordmotor. In 2019 hebben we een plastic jerrycan met 5 liter benzine laten vullen. Daar moet het meerendeel nog van in de jerrycan zitten. De jerrycan zit dan weer in de bakskist. Ja, niet verstandig misschien, maar waar moet je de benzine anders laten?
We halen de jerrycan uit de bakskist. De jerrycan blijkt geheel leeg.
Hoe kan dat nu? Alles geheel verdampt of zo?
In elk geval hebben we nu geen benzine voor Chris haar les. In de haven kan je zowel diesel als benzine tanken. Ik informeer op de pomp open is. Ja, dat is hij. De gehele dag tot 19:30 uur.
Chris zet de jerrycan in onze boodschappentas op wieltjes en gaat op weg.
Het is een heel lang stuk omlopen naar de pomp. Eenmaal aangekomen blijkt er niemand aanwezig. Er staat ook een hek omheen, zodat Chris niet in de buurt van de pomp kan komen. De weg terug dan maar weer. Bij de havenreceptie aangekomen vraagt Chris hoe het nu zit. Open tot 19:30, maar toch dicht. Ja, spreekt de receptionist, heeft u dan niet eerst gebeld? Moet dat dan? En waarom heeft u dat dan niet gezegd toen we vroegen naar de openingstijden?
Een van de marinero’s van de haven vangt het gesprek op. Zal ik met mijn rubberboot even uw jerrycan vullen? Heel graag, weet u onze boot? Natuurlijk weet hij onze boot. Iedereen van de haven kent de boot van de Olandesi.
Een uurtje(!) later komt hij langs varen met een gevulde jerrycan. Vijf liter, tien euro.
Ook weer geregeld. Morgen verder.
Voor nu gaan we naar de restaurants langs het haventerrein. Op zondag komt iedereen uit de buurt paraderen langs de waterkant van de haven. De heren in strakke pakken, de dames met pumps in mooie jurken en ook de kinderen geheel opgedoft.
Dan zien wij er maar shabby uit!
Het is werkelijk heel gezellig en je kijkt je ogen uit. We gaan zitten bij een tent met bijzondere bieren. De Testa di Moro is een soort, Siciliaans gemodificeerde, Tripel van 9%. Helemaal onze smaak. Een lekker drankje, een nootje en heerlijk mensen kijken.
Superzondag!
Behalve…
Als we thuis komen zien we dat onder de jerrycan een plasje benzine ligt. Die is dus lek! Vandaar dat hij leeg in de bakskist stond. We controleren de bakskist en vinden een plakkerig laagje en verder niets; bijna alles geheel verdampt…
Nu moeten we nog iets met de lekkende jerrycan. Het is zondag, dus de bootspullenwinkel is dicht. We vinden een plastic bootschappentas en doen daar de jerrycan in. We draaien de dop los en horen de druk ontsnappen. Het lekken wordt minder. De tas met jerrycan zetten we op de kade uit de zon.
Morgen een nieuwe jerrycan kopen.
De zondag biedt ons nog wel een prachtige zonsondergang en een volle maan.

16 Mei

Nu we mooie, nieuwe, heldere, plastic ramen in onze buiskap hebben, willen we daar natuurlijk zuinig op zijn. De buiskap staat immers 365 dagen per jaar in weer en wind.
We hebben onze buiskaprepareermeneer daarom gevraagd of hij een beschermhoes voor de ramen kan maken.
Dat kon hij.
Vandaag staat hij al vroeg op de stoep om de hoes af te leveren.
De hoes past perfect en, als bijkomen voordeel, voorkomt hij zonnestraling naar binnen de kajuit in. De kajuit blijft nu een stuk koeler.
De volgende klus is een nieuwe jerrycan scoren. Het voelt natuurlijk niet goed dat er een lekkende jerrycan in een plastic tas op het ponton staat. We snellen ons naar de bootonderdelenwinkel. Gelukkig hebben ze een ruime keus in jerrycans. We kiezen er één van vijf liter. Groot genoeg. We willen ook een dun touwtje kopen. Het touwtje, waarmee we de hoes om de buitenboordmotor strak trekken, is binnen een jaar geheel tot stof verpulverd. Het nieuwe touwtje krijgen we cadeau!
Dat wordt nog een fijne klus voor Chris om het nieuwe touwtje door de zoom van de hoes te frummelen.
Weer thuis gieten we de benzine van de lekke jerrycan in de nieuwe.
Deze dag staat ook in de agenda voor de buitenboordmotorles voor Chris.
Daarvoor is, bijvoorbeeld, een buitenboordmotor nodig. Eens zien of die van ons het nog doet.
We gieten wat benzine uit de nieuwe jerrycan in de tank van de buitenboordmotor. Nu eerst maar eens zien of die wil starten. We zetten het benzinekraantje, de choke (weet u nog van vroeger in de auto?) en de ontstekingsonderbreker in de juiste stand. Nu nog de beluchtingsopening in de benzinedop open en de gashandel in de startstand.
Ik geeft het toe, ik ben deze procedure elk jaar weer opnieuw vergeten. Gelukkig kwam de buitenboordmotor met een dik boek.
Nu dus trekken aan het starttouwtje. Plop, plop, plop doet hij. Nog maar weer een keer. Plop, plop, plop. De motor houdt het spannend. Zou de choke nu half moeten? Eerst nog maar een keertje trekken. Plop, plop, plop. Nog eens. Plop, plop, plop, plop, plop, broemmmm.
Die loopt. Nog even pielen met de choke voor een gelijkmatige broemmm. Maar goed dat de ouwe zich het pielen met de choke nog kan herinneren van toen auto’s nog een choke hadden.
Nu de buitenboordmotor wil lopen op het achterhek van de zeilboot, wordt het tijd dat hij op de rubberboot terecht komt.
We takelen de rubberboot van de voorplecht het water in. Gelukkig ligt er geen boot naast ons.
We trekken de rubberboot naar stuurboord-achter bij de zeilboot. Vanaf het ponton kan Chris erin.
De buitenboormotor gaat in de takel die ik de vorige zomer gemonteerd heb. Wel even checken of alles stevig genoeg gedaan is, anders hebben we straks geen buitenboordmotor maar een onderwatermotor. Alles lijkt stevig, dus omhoog takelen, takel draaien en omlaag takelen. Met de rubberboot zo achter naast de zeilboot zou het precies moeten uitkomen. Dat is ook zo! Zonder vel kracht of moeite kan Chris de buitenboordmotor op de rubberboot bevestigen.
Tijd voor een high five, maar Chris is te ver weg.
Ook Roelf stapt in de rubberboot en we starten de motor. De koppeling in vooruit en daar gaat ie.
Altijd weer even wennen; duw je de stang naar rechts, dan ga je naar links en omgekeerd. Beetje gas erbij en we varen. Op een meer open stuk in de haven mag Chris het overnemen.
Dat van dat omgekeerd links en rechts is behoorlijk wennen voor Chris. Ze geeft maar weinig gas.
Na een poosje durft ze meer en het gaat steeds beter! Chris is geslaagd voor buitenboordmotorles!
Eenmaal terug bij de zeilboot blijkt de rubberboot ook heel geschikt om de romp van de zeilboot schoon te maken. Dat krijgen we vandaag niet meer af. We maken de rubberboot vast aan de punt van de zeilboot. Morgen verder.

17 Mei

De dag begint al goed! De ritssluiting bij de voorruit van de buiskap blijkt losgetrokken. Dat is een stiknaad die de buiskapmeneer in september 2019 voor ons verstevigd heeft. Kennelijk met een draad van te geringe kwaliteit. Ik app het probleem naar Marco van de werf en schrijf erbij dat dit probleem moet worden opgelost, samen met de andere stiknaden en wel kostenloos.
Een half uur later staat de buiskapmeneer voor de boot om de buiskap mee te nemen. Morgen of overmorgen klaar zegt hij (zoveel Italiaans versta ik inmiddels wel).
Gisteren hebben we op ons ponton Hans ontmoet. Hans heeft een boot verderop op ons ponton. De boot deelt hij met vrienden en heet dus ook Sam-Sam. Hij is nu drie weken op de boot met zijn vrouw Margot. Vandaag loopt Hans even langs om te vragen of we zin hebben eind van de middag iets te komen drinken op de Sam-Sam.
Dat hebben we.
Ons rubberbootje ligt nog braaf langs de punt van de zeilboot op ons te wachten. Het schoonmaken van de romp vanaf de zeilboot zal nog even moeten wachten want voor vandaag staat de agenda vol.
We mogen van onszelf vandaag namelijk gaan lunchen in het badplaatsje op loopafstand van de haven. Daar hebben we vorig jaar al een paar keer overheerlijk, gezellig en heel betaalbaar gegeten.
Om half twee lopen we richting het dorpje. Het dorpje ziet er vandaag wel heel erg rustig uit. Zo het restaurantje wel open zijn? Onze vrees wordt bewaarheid; hartstikke dicht.
Verderop staat een sjieker restaurant langs het strand. Die proberen? Het is even lopen en de kans dat ook die dicht is, is niet gering. Ook daar hebben we eerder gegeten en dat was behoorlijk culinair en niet heel goedkoop.
We gaan het uitvinden en lopen verder.
Van afstand ziet het restaurant er verlaten uit, maar we lopen toch maar door. Uiteindelijk zien we dat er één(!) tafeltje bezet is. We vragen of we kunnen lunchen.
Dat kan.
We vragen maar niet of er nog een tafeltje vrij is. Als dis van de dag is er een primi piatti van cannelloni met vis. Die nemen we als voorafje.
Chris heeft een Risotto di Mare in de kaart gezien. Die gaat per twee personen. Die willen we wel.
Er ontstaat verwarring. Zo goed is mijn Italiaans nu ook weer niet. In het verhaal van de ober valt me wel op dat er vaak “primi” en “secundo” in voor komt. De risotto, die Chris heeft uitgekozen, blijkt een primi piatti te zijn en dat is de cannelloni ook al. Je kan toch niet twee primi’s eten.
Nee, natuurlijk niet, maar wij Olandesi’s willen het wel graag.
Het mag!
De primi’s smaken heerlijk en dan mogen we ook nog taart van de dag toe!
We moeten weer terug want we hebben een borrelafspraak. Onderweg bewonderen we de rotsen in zee die de natuur voor ons heeft uitgehakt. De tweede rots is, volgens ons, precies een hondje.
We zijn op tijd weer terug voor de borrel met Hans en Margot. Margot heeft in de stad bij de bakker allerhande heerlijke hapjes gehaald. Zouden die er nog in passen na onze copieuze lunch?
We doen ons best en Hans vertelt dat hun aandeel in de Sam-Sam is verkocht aan hun vrienden. De vrienden wilden in Sicilië blijven en Hans en Margot wilden weer op avontuur. Ze hebben nu weer een zeilboot in Nederland gekocht. Dan kunnen ze weer eens zeilen in een wind die steeds dezelfde kant op waait en ook nog min of meer even hard. Ja, dat verschil met de Middellandse zee herken ik wel. Hier is de wind vaak te zacht of te hard en draait hij binnen het uur 360 graden rond.
Te snel moeten we weer weg bij Hans en Margot, want we hebben ook nog en Skype-afspraak.

18 Mei

We staan vroeg op want of vandaag, of morgen komt de buiskap terug en de buiskap-man is meestal vroeg. We gaan eerst (buiten) ontbijten en daarna om de beurt wassen. De buiskap-man komt niet opdagen.
We testen vandaag weer enkele technische zaken om er zeker van te zijn dat ze het doen wanneer we ze nodig hebben. Als eerste laten we het anker zakken. Vooral een klus voor Chris, want als we gaan ankeren zit Roelf achter het stuur en moet Chris dus het anker doen. Het anker wil naar beneden en zelfs ook weer omhoog! Wist je trouwens dat de bootmotor moet draaien om het anker te kunnen bedienen? Waarschijnlijk omdat de ankermotor zoveel stroom vraagt dat de stroom uit de dynamo ook nodig is.
Nu we toch zo fijn aan het testen zijn, starten we ook nog even de diesel-stroom-generator. Ook die doet fijn zijn best.
Dan wurmen we de rubberboot naar de andere kant van ons schip. Chris kan nu vanuit de rubberboot het wintervuil van de romp aan bakboordzijde verwijderen.
Dan wordt het tijd om de tewaterlating van de rubberboot in omgekeerde volgorde uit te voeren.
Vooral het aan boord hijsen van de buitenboordmotor met behulp van de nieuwe takel is en revelatie. Wat gaat dat nu makkelijk zeg! De rubberboot zelf takelen we aan boord met de lier en de hulplijn uit de mast. Ook dat verloopt relatief simpel.
Alleen blijkt dat de klem om de hulplijn vast te zetten niet goed meer werkt. De lijn slipt er simpel tussendoor.
Tijd om Marco weer eens te appen. Marco heeft geen onderdelen op voorraad en bestellen wordt link omdat we eerdaags vertrekken en de bestelling misschien te laat aan komt. Ik verzin nog wel een list en leg voorlopig een knoop in de lijn. De lijn is immers voor het zeilen niet nodig (ja, voor de spinaker, maar die heb ik niet en die wil ik ook niet, het moet wel relaxed blijven).
Marco appt ook dat de herstelde buiskap bij hem op kantoor ligt.
Zijn we daarom vroeg opgestaan? De buiskap-man wilde ons kennelijk niet meer onder ogen komen. We appen Marco dat we de buiskap op vrijdag op komen halen.
Marco is ook nog steeds bezig om iemand te vinden die ons lekkend zijraam kan repareren. Misschien morgen. Wij zijn morgen boodschappen doen, maar we laten dan de loopplank naar beneden en, o ja, het is het bakboordraam.
Na zo’n drukke drukke doch nuttige dag hebben we wel een drankje op een haventerrasje verdiend.
Een flesje Tennent’s Super maar weer.

19 Mei

Boodschappendag.
We staan ook nu vroeg op omdat we niet, zoals de eerste keer, zo laat op de markt willen komen dat de kramen alweer opgeruimd worden.
We appen de taxi die we de vorige week ook hadden en krijgen de bevestiging dat we om 10:30 uur worden opgehaald bij de haven receptie.
Dat geeft ook de gelegenheid om op het terrasje bij de receptie een koffietje te doen (ik mag van Chris geen “koffietje” zeggen, maar ik doe het lekker toch!)
De barista maakt een waar kunstwerk van onze koffietjes! (Lekker, nog een keer “koffietje” gezegd!)
De taxi komt stipt op tijd en brengt ons naar de markt. Nu de markt op volle sterkte is, blijkt het een top markt te zijn. Chris is helemaal in haar element en zelfs ik vind het er gezellig.
We bewonderen de bloemen in een bloemenkraam en raken in gesprek met de uitbater. Waar we vandaan komen, wil hij weten. Ollanda, roepen we (op Paesi Bassi moeten we nog even oefenen).
Wat leuk, vindt hij. Al zijn bloemen komen uit Paesi Bassi. Of wij met zijn viltstift onze namen op zijn, typisch Italiaanse, vrachtautootje willen zetten.
We kopen nieuwe slippers voor Roelf, maar nieuwe toffels voor Chris kunnen we niet vinden.
Na de gehele markt gezien te hebben, lopen we richting stadje. We trekken een stapel euro’s uit de muur en zoeken een terrasje voor nog een koffie (…).
De koffie wordt een cola zero en daarna gaat het richting de strandtent waar je zo fijn kan lunchen.
We vinden er een plekje uit de wind. Het is er en stuk rustiger dan de vorige week. Waarschijnlijk iets met, ons onbekende, feestdagen of zo.
Naast een flesje wijn komt er een assortie bruschetta’s voor Chris en een bord Cicirello voor Roelf.
Cicirello is typisch Siciliaans en het zijn heel kleine, in hun geheel gefrituurde visjes. Het moeten smaken als chips.
Nou dat doen ze ook, heerlijk. Gewoon in zijn geheel in de mond en kauwen maar. Niks scherps of graterig; ik kan het iedereen aanraden. Zelfs Chris. Ze probeert er één, maar dan zonder de kop. Ja, dat gaat inderdaad wel.
Ik eet met smaak mijn bordje leeg. Op het menu staat ook een aantal Poke Bowl’s. Hoe hip en modern! Die bestellen we. Ze smaken heel lekker, maar tot onze verrassing komen ze koud uit de koelkast. In Altea hadden we ze lauw-warm. We zoeken het op (Google weet alles!). Een poke bowl eet je koud, zegt het internet. Weten we dat ook weer.
Dat is het tijd voor de rest van de booschappendag routine; lopen naar de Eurospar, stevig inslaan, taxi, alles in koelkast of voorraadluik, biertje op het dek.

20 Mei

Vandaag maar weer eens een beetje uitslapen.
Eenmaal klaar met de ochtend rituelen realiseren we ons dat we nog steeds niets van de duiker vernomen hebben. Hij had ons beloofd deze week langs te komen om de onderkant van de boot schoon te schrapen. Volgende week vertrekken we, dus het wordt nu krap! Eerder deze week had ik al een herinneringsmail naar de receptie gestuurd, maar daar hebben we ook niets op vernomen.
Wij naar de receptie. Ja, ziet u, kijk, het is zo, dus ,kijk, druk druk druk, lange lijst.
Ja, maar wij zijn hier dus 6 weken geleden over begonnen, toen weer toen we hier aankwamen, toen weer met de duiker etc. etc. Tja, ja misschien volgende week… Nee niks volgende week; maandag gaan we weg. Nou, ze gaan het regelen. Zeggen ze.
Als het goed is, is gisteren de raam-reparatie-man langs geweest toen we weg waren. We kijken even bij het achterste raam en zien niets dat duid op een reparatie.
Nu moeten we toch bij Marco langs om de buiskap op te halen, nemen we dat ook mee.
Volgens Marco is onze lekkage gisteren wel degelijk verholpen. Hij gaat bellen. Ja, hij is geweest en stuurt foto’s. Hij had geconstateerd dat het voorste raam “los” zat en heeft die weer gekit en geseald. Het achterste raam zat nog goed en heeft hij dus niet gedaan. Kan kloppen, wij zagen het inderdaad lekken bij het voorste raam.
We betalen contant voor de raamreparatie en aan het opnieuw stikken van de buiskap zijn geen kosten verbonden.
Verkoopt Marco ook landvasten? De landvasten die we in Imperia kochten zijn misschien toch aan de dunne kant en ze kraken hevig als de boot beweegt.
We lopen naar de rollen met lijn en kiezen een mooie dikke uit. Drie lijnen van 14 meter, met eindlus graag. Op de rol zit genoeg voor twee van die lijnen en dan blijft er nog 8 meter over.
We kopen twee lijnen en de resterende 8 meter krijgen we cadeau. Die lussen vereisen een vakman en 70€ per lus. Kan dat voor maandag? Nou dat wordt lastig, maar op maandag ophalen, dat moet wel lukken. We spreken af weer contant te betalen.
Maar dan moeten wel nog even naar de stad voor de flappentap.
We gaan zelf de buiskap er weer op zetten. Nog niet eerder gedaan omdat hij altijd blijft zitten.
Samen weten we alle ritsen om de juiste buizen te doen. Strak trekken en klaar. Nu maar hopen dat we naar de buiskap geen omkijken meer hebben.

21 Mei.

We moeten geld trekken in de stad en daar maken we dan ook maar een leuke dag van.
We kiezen voor de fietsjes. Eerst vier banden oppompen met ons minipompje. Valt niet mee, maar daar zijn we dan voorlopig weer vanaf.
De afgelopen winter is er op de punt van de kaap een stuk weg weggeslagen. Daar is nu eenrichtingsverkeer waar we tegen het verkeer in moeten (of de berg op en dan fietsen over de provinciale weg; nog gevaarlijker)
We fietsen langs de kust en het voelt heerlijk. Dan, met kloppende hart, tegen het verkeer in. Het gaat goed; we leven nog.
Het stadje is levendig op de zaterdag. We trekken geld en drinken wat op een terrasje. Chris propt nog wat verse groente in haar rugzakje en we gaan op de terugreis. Dit keer met het verkeer mee.
In het piepkleine badplaatsje, vlak voor onze haven, pakken we nog een biertje op het terrasje van de ijscoman (ja, die verkoopt ook bier). Wat een mooi uitzicht!
Eenmaal in de haven stoppen we ook daar bij een terrasje voor twee Tennent’s en een paar arancini (een soort eivormige bitterbal met rijst en vlees).
Mooie dag!
‘s Avonds belt de havenreceptie. De duiker kan dinsdag komen. Dinsdag, dinsdag, roepen we. Dan varen we om 6 uur weg. Maandag moet het zijn! Maandag wordt het. Echt waar!

22 Mei.

We beginnen de dag met een blauwe-plekken-wedstrijd. Aan boord loop je altijd blauwe plekken op, zonder dat je achteraf weet hoe, waar of wanneer. Chris heeft de meeste blauwe plekken, maar Roelf heeft de mooiste.
We draaien nog een wasje en repareren een iPad-hoes en een oorbel.
Het wordt tijd om afscheid te nemen van alle mooie faciliteiten van onze haven, dus vandaag gaan we lunchen bij het chique restaurant van de haven. Reserveren was nodig, want het is er druk op zondag.
De ambiance is uitstekend en we kiezen voor het menu “degustazione del mar”. Pro secco vooraf, mooie fles wit erbij en genieten maar.
Mooie herinnering!

23 Mei.

Met een kloppend hart worden we wakker. Zou de duiker komen?
Jawel, tegen het eind van ons ontbijt komt de dinghy aangevaren met de duiker en zijn hulp. Hij gaat aan de slag en het is een geschraap en geschuur van jewelste. Pas na anderhalf uur is hij klaar en is de onderkant van onze boot weer helemaal vrij van aangroei. Was het veel werk vraag ik. Hij knikt veel betekenend.
Volgende winter maar weer eens anti fouling doen.
Om een uur of twaalf app ik Marco hoe het staat met de eindlussen van onze landvasten.
Not yet, schrijft hij. Later vanmiddag of morgenochtend.
Morgen vertrekken we om 6:00!
PM, vraagt Marco.
AM, antwoord ik.
OK, dan vandaag.
Om tien voor vijf vraag ik of de lussen af zijn.
De zeilmaker komt over een half uur.
We spreken om 18:00 uur af.
De landvasten blijken klaar en we rekenen contant af.
We scoren bij de vaarwinkel nog een gastenvlaggetje van Sicilië.
Zoals afgesproken met onze vrienden van de Bistro Bernia maken we nog een foto van onze boot met Chris in het Bistro Bernia shirt.
Chris in een haven winkel avondeten gehaald om op te warmen. Een soort kruising tussen een pizza en een focaccia. Heerlijk; we zijn helemaal klaar voor ons vertrek morgen.

24 Mei.

Roelf is ontzettend NIET van vroeg op. Toch moet het vandaag. In het zuiden van het vaste land van Italië zijn de havens dun gezaaid. Na lang puzzelen hebben we de benodigde etappes tussen Capo d’Orlando en Corfu gevonden. Die etappes vergen allemaal een reis van tussen de 9 en 11 uur. En dan moeten we een gemiddelde snelheid halen van zo’n 6 knopen.
Dat vergt twee dingen; vroeg op (want we willen niet in het donker aankomen) en motoren (het is steeds vrijwel windstil).
Dus staan we om vijf uur op. Veel ochtendrituelen, als scheren, worden overgeslagen en zo staan we rond 5:20 de boot klaar voor vertrek te maken. Dat is inmiddels wel een vaste routine waarin we elk onze eigen taken hebben.
Om 5:45 uur gooien we los en varen we zonder problemen de haven uit.
Voor het eerst zien we al varend de zon op komen. Wat een mooie belevenis. Roelf wordt er helemaal wakker van.
We genieten van alle mooie vergezichten. Ik heb een aantal waypoints in de RayMarine gezet, dus de stuurautomaat doet het werk voor ons; “i think my spaceship knows which way to go” zong David Bowie ergens in mijn jeugd.
Alle gelegenheid dus om een lekkere Cappuccino te maken met de Nespresso machine. Die machine doet het ook weer goed op de 220 volt invertor nu we vorig jaar de accu’s hebben laten vervangen.
Vlak voor we bij de straat van Messina zijn, ontwaren een heel vreemde boot. Hij heeft een heel hoge mast met bovenin een uitkijktoren met twee mensen erin. Ook heeft het schip een heel lange spies op de neus. Hans en Margot hebben ons hiervoor gewaarschuwd. Zo’n schip jaagt op zwaardvissen. Vanuit de mast worden de zwaardvissen gespot en vanaf het eind van de spies wordt de ontdekte zwaardvis geharpoeneerd. De zwaardvis gaat zig-zag en de jagende boot dus ook.
Zorg dat je uit de buurt blijft, adviseerde Hans. Goed idee, gaan we doen.
Dan wordt het tijd om naar het zuiden af te buigen, de straat van Messina in.
Officieel moet je dan rechts houden (traffic separation) en aan de kustwacht vragen of je door mag.
Allemaal onzin, heeft Hans me uitgelegd. Dat is niet voor zeilbootjes.
Bij het indraaien van de straat van Messina koersen we dus ook meteen bakboord uit; de snelste route naar het vaste land. Nu natuurlijk wel dicht onder de kust blijven om geen tegenliggende oceaanstomer tegen te komen.
Het wordt nog even spannend wanneer we de vele snelle veerboten tussen het vaste land en Sicilië op 90 graden moeten kruisen, maar met wat timing lukt dat op het oog goed.
We zijn een veerboothaven net voorbij of er vertrekt een veerboot uit. Hij kruist vlak achter ons langs. Wat is zo’n boot snel weg! Zou hij op ons gewacht hebben, of was dit toeval?
Het is behoorlijk druk in de straat van Messina, maar we kunnen voldoende uit de buurt blijven.
Toen we de straat in draaiden, was het, zoals zo vaak, windstil. Nu, eenmaal in de straat, steekt er een windje op. Het windje trekt snel door naar 15 knopen. Waar zal dit ophouden?
Precies weet ik het niet, maar overal om ons heen steken de schuimkoppen op. Minimaal windkracht 5 dus.
We varen door en plots is het weer geheel windstil.
Merkwaardig. Het zal wel iets te maken hebben met winden door de smalle straat tussen twee bergachtige stukken land.
Na een paar minuten windstil, trekt de wind weer aan, maar nu 180 graden gedraaid.
Eenmaal in de buurt van onze bestemming voor vandaag neemt de wind wat af. Dat gebeurd vaak tegen het eind van de middag. Fijn, dat maakt aanleggen weer wat makkelijker.
10 Minuten voor de verwachtte aankomsttijd, roep ik de haven op via de marifoon.
Geen reactie.
Paar minuten wachten en dan nog eens.
Geen reactie.
Paar minuten wachten en dan nog eens.
Iemand op de marifoon roept Ciao ragazzi.
Ik vraag of hij ook Engels spreekt. Hierna blijft het helemaal stil.
Ik heb ook een telefoonnummer, dus dat bel ik.
Voicemail.
Ik besluit om dan maar de haven binnen te varen. Chris vindt dat heel erg geen goed idee. Ik vind dat ik, na zo’n lange dag, geen andere keus heb.
Als ik vlak bij de haven ben, zie ik mensen bewegen. Ik gok er maar op dat die mij gaan helpen met aanleggen. Eenmaal in de haven blijkt dat ook zo te zijn. Met veel handgebaren en dito kunst en vliegwerk, lukt het om langszij aan te meren.
We liggen langs een soort muurtje dat wel de golven, maar niet de wind afschermt. Voordeel is wel dat we een prachtig uitzicht op Sicilië hebben aan de andere kant van de straat van Messina.
De aanlegmannen zijn niet van registreren en alle overig aanwezigen ook niet.
We maken de boot in orde voor de overnachting en besluiten het naburig winkelcentrum te verkennen.
Wat een prachtig winkelcentrum voor de desolate plek waar we nu zijn. Daar gaan we morgen inslaan bij de Coöp.
Ons haventje is piepklein, maar plots melden zich nog twee zeilboten en een dikke catamaran.
Het past op de decimeter, maar we liggen geheel ingesloten. Hoe moet dat als we over twee dagen om zes uur ‘s morgens weg willen? We vragen het aan de registreermeneer als die zich meld. Geen probleem verzekerd hij, morgen liggen jullie hier helemaal alleen.
En dus genieten we op de boot nog van de zonsondergang en een stevig biertje. Chris maakt weer lekker eten klaar en zo besluiten we een mooie dag.

25 Mei.

Vandaag een beetje uitslapen en dan boodschappendag.
Chris heeft al een heel lijstje met boodschappen klaar liggen. We gaan vooral zware spullen inslaan omdat het hier allemaal zo dichtbij is.
Uiteindelijk gaan we twee keer heen en weer naar de hyper-coöp en moeten in de boot extra opbergruimte zoeken.
Wanneer we uitgeshopt zijn, ligt de boot een stukje dieper in het water.
Er steekt een steeds sterkere wind op. Achter ons bescheiden muurtje is het zelfs onaangenaam op het dek. De zeilboot voor ons, die vandaag ook uit zou varen, besluit te blijven. Dat kan ik hem niet kwalijk nemen, maar wij kunnen morgen niet langs zijn mooringlijnen wanneer we vroeg weg willen. Alles komt goed, zegt de registreermeneer; ik ga het regelen.
Verder gebeurt er niets.
Behalve dan dat er nog een boot bij komt. Nu moeten we morgen langs twee boten zien weg te varen.
Wanneer de vierde boot zich meld voor de havenmond, is me duidelijk dat er iets drastisch moet gebeuren. Ik begrijp best dat de andere boten beschutting zoeken voor de harde wind, maar ik wil er morgen vroeg uit.
Ik spreek een derde aanlegjongen aan en gelukkig begrijpt hij Engels. Hij begrijpt zelfs mijn probleem!
Hij stelt voor dat we de haven uitvaren. Dan leggen ze de andere boten achterin vast. Dan komen wij weer binnen en liggen dan dus vooraan en kunnen als eerste weg.
Het is de enig oplossing, al is het niet leuk om met deze wind uit te varen, te wachten en weer aan te leggen. Zo bedacht, zo gedaan.
Wanneer we weer naar binnen varen, gaan we voor “neus in”. Halverwege het aanleggen besluiten de aanlegmannen dat het slim is dat ik met de kont naar binnen ga liggen.
Alleen weet ik dat niet en zo ligt de boot nu ook niet.
De mannen trekken met de voorste lijn de boot de andere kant op. De wind pakt de boot en ik lig nu op 90 graden van de kant waar ik langs moet. Ik heb wel een boegschroef, maar geen hekschroef. Ook heeft nog niemand een lijn vanaf de spiegel kunnen pakken.
Uiteindelijk zwemt iemand naar de achterkant van onze boot. Ik gooi hem de lijn en hij zwemt er mee terug naar de kant. Zo kan de spiegel naar de goede kant getrokken worden. Even later liggen we mooi langszij met “neus uit”.
Mooi, wij kunnen morgen om zes uur weg.
Maar, omdat we nu helemaal aan het einde van het muurtje liggen, klotsen de golven stevig op de punt van ons bootje. Wij vrezen een zeer onrustige nacht.
En dat wordt het ook.

26 Mei.

Na een nacht waarin we allebei niet veel verder kwamen dan een serie hazeslaapjes, gaat om 5 uur de wekker. We worden in elk geval niet gewekt uit een diepe slaap.
Ook dit keer sla het scheren e.d. over. Wel de contactlenzen in natuurlijk. Het wiebelt nog wel in mijn badkamertje, maar de wind en de golven zijn tegen het ochtendgloren gelukkig wel wat afgezwakt.
Omdat we “langszij” liggen, hoeven we geen loopplank binnen te halen. Dat scheelt weer. Binnen in de andere boten is het doodstil, ook in de boot van twee Engelsen die gisteren zeiden dat ze ook om zes uur weg wilden.
Om half zes varen we weg. We zien nog geen zon, maar het is al wel licht. Vaarwel avontuurlijke haven.
Er hangt een soort ochtendmist in de straat van Messina. Straks nemen we ook visueel afscheid van het Sicilië waar we door corona veel langer waren dan gepland.
De zonsopgang is door de bewolking niet spectaculair. Ook het uitzicht naar de kust van Calabrië is niet spectaculair; mooie heuvels, maar verder dorpjes en stadjes waaraan je kan zien dat je langs het armste gedeelte van Italië vaart.
De reis gaat voorspoedig. Te voorspoedig; we moeten niet voor 15:00 uur aankomen, want dat is het havenpersoneel iets anders aan het doen (lunch?).
We draaien het toerental van de motor terug en tegen 15:00 liggen we voor de havenmond.
Na tig keer oproepen krijgen we contact. We wilden naar de dieselpomp en, naar men zegt, staan ze daar klaar voor ons. Niet dus is ligt een ander bootje aangemeerd bij de pomp en verder is er niemand. We proppen onze boot achter het andere bootje en nemen plaats op de tuinstoelen dier bij de pomp staan. Na 20 minuten dagen de pompmannen op. We gooien te tank vol. Hij was nog lang niet leeg, maar we weten niet hoe de overtocht naar Griekenland er precies uit gaat zien, dus dan geeft een volle tank een beter gevoel.
De pontons hebben hier een soort T-stuk waarop de langszij kan aanleggen. Langszij is toch wel een stuk makkelijker dan met de spiegel naar de kade en die mooringlines.
Welkom in Roccella Jonica.
We vermoeden een haven waar zeilers op doorreis een enkel avondje verblijven.
Wij hebben geen haast. We gaan ons registreren en vernemen dat de prijs erg meevalt t.o.v. de prijs die we op onze Navily app zagen. Dat moet gevierd en we strijken neer op het terras tegenover het kantoortje.
Ze hebben ons favoriete bier!
Wat een mooie dag weer. Vanavond vroeg naar bed, even wat slaap inhalen.

27 Mei.

Heeeeeeerlijk geslapen! En geen wekker! We krijgen echt een vakantiegevoel (ja, dat hebben we natuurlijk altijd sinds we pensionado zijn, maar nu nog meer).
We besluiten om hier een paar dagen van de rust te genieten en van het dorpje Roccella.
Tijdens een heerlijk ontbijt op ons terras, zien we onze havenmond. Mooi uitzicht, met kastelen van Roccella op rechts, maar je kijkt dus vanaf de boot recht naar de zee. Als er vanuit die richting harde wind of golven komen, dan is er niets wat dat tegen houdt.
Niet echt handig. Ik zou nog een bochtje in de ingang gelegd hebben.
Ik zag dat overwinteren met je boot hier heel goedkoop is, maar dat lijkt me dus toch niet zo’n heel goed idee!
Je kan, om naar het dorp te komen, een taxi tot aan het ponton laten komen. We kunnen ook fietsen en ten derde kan je het lopen. Volgens Google duurt dat 35 minuten.
We willen bewegen en gaan dus lopen.
Iets voorbij de haven zien we hoge hekken, een tentenkamp, stretchers, politie en…
Asielzoekers. Je leest en hoort er veel over, maar nu sta je er dus naast. Vele tientallen mensen die, zo te zien, uit een Arabisch land komen. Ze liggen op de stretchers te wachten op wat komen gaat.
We realiseren ons dat wij met z’n tweetjes aan de goede kant van het hek staan; pensionado’s die voortdurend op vakantie zijn.
We bevinden ons in het zuidelijkste gedeelte van Italië. Dit is één van de plekken waar de rubberboten naar toe komen.
We lopen door langs het strand. Het is eind mei en dat is kennelijk nog niet het strand seizoen. Her en der zijn strandtenten in opbouw, maar er is nog niets open.
Na inderdaad 35 minuten (dankje Google) staan we in het centrum van Roccella. Er is daar de nodige oudheid te bezichtigen, maar dan wel boven op een heel stijle heuvel.
Nee, dank u.
Er is ook een heel gezellig pleintje met heel mooi in een rechthoekige vorm geknipte bomen. Er staan terrasjes en ze hebben ons favoriete bier! Alweer!
Ook in het dorp is nog veel dicht, maar bij een grote strandtent staat een bord waarop staat dat er zondag een heerlijke lunch is. Dat gaan we doen!
Op de terugweg zien we bussen bij de asieltenten staan. De asielzoeker staan er voor in de rij, de stretchers zijn leeg en er ligt een hoop rommel op de grond. Misschien is dit wel een soort dagelijkse realiteit voor de Italiaanse autoriteiten?

28 Mei.

Weekend! Vandaag weer rustig aan, uitslapen en zo.
Na een heerlijk ontbijt gewerkt aan ons blog. Daarna zijn we weer naar het dorp gelopen. Het blijft een mooie wandeling langs het strand. Het tentenkamp voor de asielzoekers is opgeruimd en klaar voor de volgende groep…
We lopen langs de strandtent van de zondagslunch voor een reservering; je weet maar nooit.
Op het gezellige pleintje doen we weer een drankje met een nootje. Via een life-blog op de telefoon volgen we de kwalificatie van de F1 van Monaco.
Leuke luie dag.

29 Mei.

Ook vandaag een luie dag. Vandaag gaan we lunchen bij Calura. Waar bijna alle strandtenten pas in juni open gaan, is Calura er al helemaal klaar voor.
We zijn aangenaam verrast; leuk ingericht, goede bediening en een prachtig uitzicht over het strand.
Er is een soort dagmenu dat er interessant uitziet. Hieruit bestellen we twee primi. Bij het bestellen van de secundo, vraagt de ober nadrukkelijk: one? We interpreteren dit als een tip, één secundo moet genoeg zijn voor ons tweeën.
De huiswijn is heerlijk, de spaghetti met vongole en mosselen is heerlijk en de secundo is een kistje met kleine sardientjes, gamba-tjes en gefrituurde inktvis. Één sucundo voor ons tweeën is zeker genoeg. Als toetje nemen we ijs; Tartufo, chocola- met hazelnotenijs
Dan nog koffie met een drankje en we zijn volmaakt gelukkig!
Zou het dorp ook een brievenbus voor twee ouderwetse ansichtkaarten hebben? Ja, die vinden we.
We vinden ook een flappentap en maken nog een rondje door het dorp.
Eenmaal terug op de boot lezen we de F1-blog nog even door. Kon slechter.
Alweer een dag om tevreden op terug te zien.

30 Mei.

Morgen reisdag, dus vandaag vast het een en ander voorbereiden.
Om te beginnen moet er afgerekend worden. Op onze boekingsapp, Navily, hadden we al gezien dat dit geen heel goedkope haven was: 65€ per dag. Dat blijkt echter alleen voor de eerste dag dag te zijn. De tweede dag is 55€ en vanaf de derde is het 45€.
Voor onze vijf nachten hadden we eerst gerekend op 325, maar met deze rekenwijze wordt het slechts 255€.
Al we willen afrekenen, is al het personeel in vergadering. We moeten wachten tot ze uit-vergaderd zijn, zeker een half uur.
Ach, we zijn pensionado’s, we hebben tijd en bestellen twee cappuccino aan het zaakje tegenover de capitaneria.
Wanneer we dan toch mogen betalen, blijkt dag 1 nog maar 60€ te kosten, dag 2 50€ en vanaf dag 3 40€. Dat wordt dus totaal 230€. En, misschien wel door het wachten, wordt dit afgerond op 200€.
Van 325 naar 200€; wij klagen nergens over.
We vullen de watertanks tot aan het randje; we lazen op Navily dat het water in de haven van Crotone niet altijd goed drinkwater is. Onze oprol waterslag is net lang genoeg om bij een spaarzaam kraantje op het ponton te komen.
We eten vroeg en gaan vroeg naar bed; de wekker gaat morgen weer om 5 uur!

31 Mei.

Nu vinden wij om 5 uur opstaan en voor zessen weg, buitensporig vroeg!
Maar, vandaag zijn we zeker niet de enigen die dit doen. Het is een bedrijvigheid van jewelste op diverse boten. Er staan zeker 5 of 6 boten op wegvaren.
We doen onze vroeg-weg-routines en om 5:40 gooien we los. Ik moet in de haven goed rekening houden met de collega kapiteins die ook uitvaren.
Ik pak een wat andere koers dan Navionics autorouting voor me bedacht heeft en al snel hebben we weer de ruimte om ons heen.
De zonsopgang is weer prachtig; dat gaat nooit vervelen!
De reis gaat lang zijn vandaag, zo’n 9 of 10 uur. Kort na ons vertrek uit de haven zwakt de wind af en blijft het weer windstil. Ook vandaag willen we weer een gemiddelde van 6 knopen halen.
De stadjes langs de kust zien er hier sjieker uit dan bij onze vorige reisdag.
Voor de rest is deze dag goed vergelijkbaar met die vorige reisdag.
Gelukkig krijgen we toch een aangename verrassing onderweg. Een flinke school dolfijnen komt naar ons toe gezwommen en geeft een show weg.
Het is niet zo dat we de dolfijnen toevallig kruisen. Ik zag ze uit de verte op ons af komen, goed te zien door het heldere water. Eenmaal in de buurt maken ze mooie sprongen uit het water. Ze blijven langs onze boot onder water zwemmen om dan te versnellen en voorlangs de boot van kant te wisselen. Soms komen ze onder de boot door om daarna een mooie sprong te maken.
Ze doen het erom, een show speciaal voor ons. Ik weet het zeker.
Chris probeert ze te filmen, maar dat is bijna onbegonnen werk. Ze duiken weg en komen dan op een onvoorspelbare plek weer boven.
De dolfijnen blijven wel zo’n 10 minuten met ons spelen (of leek het op 10 minuten?) en dan zijn ze ineens weer weg.
We vervolgen onze route. Plots lijkt het of de naam van onze boot wordt omgeroepen op kanaal 16, het standaard oproepkanaal voor de marifoon.
De Crotone coast guard for sailing yacht Joie de Vivre. Ik reageer op de VHF, maar het lijkt erop dat hij dat niet hoort; hij roept ons nogmaals op. Na diverse pogingen, krijgen we contact. Of ik naar kanaal 12 (one two) wil gaan. Daar krijgen we weer geen contact. Even later begint het op kanaal 16 opnieuw. Waarschijnlijk omdat we steeds dichter bij Crotone komen, lukt het op het laatst toch. Ik vaar in een verboden vak zegt de coast guard. Ik zie zo gauw niets op de kaart en ik volg toch netjes de autoroute van Navionics.
Ik meld dat en beloof tevens snel van koers te veranderen. Op de kaart zie ik rond de klif van Crotone gele boeien afgebeeld waar Navionics doorheen koerst. Dat moest ik maar niet doen en ik stuur ruim om de klif heen. De coast guard vraag waar ik heen ga. Crotone zeg ik. Of ik dan, eenmaal in de haven, contact wil opnemen op kanaal 1.
Dat beloof ik.
De mannen van de haven die we geboekt hebben, zijn goed uitgerust. Ik bel met de gsm om onze aankomst te melden. Ja, zegt hij, ik zie u op de computer. De zegeningen van de AIS.
Dezelfde AIS waar de coast guard natuurlijk ook naar zat te kijken.
Voor het eerst dit jaar gaan we weer achteruit met de spiegel naar de kade en dan vastleggen met mooringlines. De procedure verloopt perfect. We zijn trots op onszelf.
We werken onze aankomstroutine af, maar nog voordat we aan de loopplank toe komen, staan er twee in smetteloos-wit gestoken mannen voor de boot.
Bootpapieren, vaarbewijzen, het hele pak papier.
Ze spreken nauwelijks Engels, maar het is duidelijk dat we heel stout geweest zijn.
Om ons een hart onder de riem te steken, vertelt omo-wit dat het “slechts” om een administratieve sanctie zal gaan. Wat dat dan kost, houdt hij nog even geheim.
We gaan ons administreren bij de haven en lopen Crotone in.
Crotone is heel leuk, een duidelijk strand-vakantie-oord. We vleien ons neder op behaaglijke stoelen van een lounge bar en bestellen twee Tennent bieren.
En daarna nog twee.
Over straat is het een constante optocht met, veelal Italiaanse, auto vol met familie. Een aantal zien we wel vier keer voorbij komen. Lokale cultuur, zullen we maar zeggen.
Na dit aangenaam verpozen is het weer tijd om naar de boot te gaan. Bij het kantoortje van onze havenmannen, stapt iemand naar buiten. Hij verteld ons dat we morgen bij de Crotone coast guard verwacht worden en hij wijst ons het gebouw.
Dat gaat morgen spannend worden.
Eenmaal op de boot, gaan we de maaltijd voorbereiden.
Dan valt er een fel licht naar binnen. Een spierwit pak weerkaatst de zon naar binnen.
Daar zullen we Omo-wit weer hebben. Ja hoor, de administratie sanctie is af en hij komt hem brengen. We mogen 333,33 € afdragen aan de Italiaanse staat.
Wat en creatief bedrag! Op een formulier staat dat de sanctie tussen 200€ en 1000€ moet zijn. Ze dus voor 1/3 van 1000 gekozen. Ik krijg een pak papier, waaronder betaalinstructies.
Ik kan morgen naar hun kantoor komen voor tekst en uitleg in het Engels. Veranderd er dan nog iets aan de sanctie? Nee, die blijft in elk geval 333,33.
Laat dan maar, dan kom ik ook niet langs.
Prettige dag nog.
We nemen nog een extra wijntje bij de maaltijd en prenten ons in dat wij dit niet erg vinden.
Wij zijn op avontuur en dat vinden wij leuk!!!