2 Mei

Vandaag begint dan eindelijk het vaargedeelte van onze reis.
We staan vroeg op, wassen en nemen een ontbijtje.
We hoeven niet veel in te pakken want de meeste spullen hebben we al naar de boot gebracht.
We hebben een strak logistiek schema bedacht. Ik breng Chris eerst met de huurauto naar de boot. Daar brengen we de laatste spullen aan boord.
Chris blijft achter en ik rijd snel naar het vliegveld om de huurauto in te leveren. Aangekomen op het vliegveld rijd ik eerst langs de terminal om te zien of er taxi’s staan.
Niet dus. Niet 1.
Straks maar gauw even bellen. Van Nina heb ik een nummer van een taxi gekregen.
Om vijf voor negen arriveer ik bij het verhuurkantoortje. Nu maar hopen dat er iemand is/komt. Het is immers Griekenland waar 9 uur niet altijd 9 uur is.
Ik stap uit en zie al iemand aankomen. Dat ziet er alvast goed uit.
Hij loopt met het schadeformulier rond de auto en hij vraagt of hij naar de stand van de benzine mag kijken.
Maar natuurlijk.
Nu zal blijken of ik een hele week een auto heb gehuurd voor 18 euro, of dat ze een addertje onder het gras verstopt hebben.
De verhuurmeneer komt op me af en verklaart dat alles OK is.
Geen addertje. Een week autohuur voor 18 euro. Dat kunnen we vaker doen!
Onmiddellijk daarna bel ik het nummer van de taxi. Al bellend loopt ik richting de terminal.
Er neemt iemand op en ik vertel, in het Engels, dat ik op het vliegveld sta en naar Cleopatra Marina wil.
Hij begrijpt me niet. Niet zo’n beetje niet, maar helemaal niet.
Wacht, hij haalt er iemand bij.
U wilt naar het vliegveld? Nee ik sta op het vliegveld en ik wil naar Cleopatra. O, u wilt naar Cleopatra. Ja en ik sta op het vliegveld. O, u wilt naar het vliegveld?
We komen er niet uit en ik heb nog 25 minuten voor de boot het water in gaat.
Al worstelend met de telefoon kom ik dichter bij de terminal en opeens zie ik een taxi naar de terminal rijden.
Die moet ik hebben!
Ik vertel de man aan de telefoon dat ik terug zal bellen en hang op.
Ik trek een sprintje naar de terminal en dat is maar goed ook, want de taxi rijdt alweer weg.
Ik ga midden op de weg staan en zwaai hevig met mijn armen. De taxi stopt (hij moet wel) en draait zijn raampje open. Dan zie ik achter de chauffeur op de achterbank een klant zitten.
Shit!
Desondanks zeg ik dat ik nodig naar Cleopatra Marina moet.
O, ik ook, zegt de man op de achterbank. Mag ik meerijden?
Ja, geen probleem.
Hij moet naar Aktio, de buurhaven van Cleopatra. Zijn boot gaat straks het water in. Hij heeft zojuist zijn huurauto ingeleverd en kon daarna geen taxi vinden.
Dat verhaal ken ik ergens van…
Hij is toen naar de terminal gelopen en daar heeft iemand een taxi voor hem gebeld. De is toen uit Preveza stad naar hier gereden.
Had ik het zo moeten doen, dan was ik nooit op tijd bij de boot geweest. Nou ja, dit is Griekenland; de bootmannen zullen ook wel later zijn.
Ik heb een goed gesprek met de man op de achterbank. Een Amerikaan en hij vertelt me welke plekken ik beslist moet bezoeken. We spreken af de taxikosten te delen.
Ik ben, op de achterbank, nog bezig met mijn euro’s als de telefoon gaat.
Het is Chris. De bootmannen zijn er al. Het is 9:15 uur! Is dit Griekenland?
Ik gooi de taxideur open om naar onze boot te snellen.
Piiiiiieeeep.
Slippend komt een auto tot stilstand die bijna tegen de open deur van de taxi gereden was.
Altijd opletten Post, ook als je haast hebt.
Ik bied mijn excuses aan en loop, in zwembadpas, naar de boot.
Ik geef mijn OK en het transport begint.
Even later ligt de boot in het water en mogen we aan boord.
De eerste formele stap is dat ik in de boot controleer of alles droog blijft.
Dat is zo.
Even later steken we de baai over, richting de kade van Preveza.
Toen we vanmorgen vroeg naar de parkeerplaats liepen, hebben we een prachtig plekje gezien om aan te leggen en we hopen dat het plekje er nog is.
Onderweg maken we de landvasten weer in orde om aan te leggen en Chris loopt naar voren om het anker een eerste zetje te geven.
Wat blijkt; de bediening van de ankerlier op de voorplecht doet het niet.
We hebben de werf vorig jaar opdracht gegeven om bediening van de ankerlier mogelijk te maken vanaf het achterdek. Dat hebben ze gedaan. Knullig, maar het was af en we hebben het getest en werkzaam bevonden.
Maar nu staat Chris op het voordek met lege handen.
Ik heb het bij het aanmeren eigenlijk te druk met sturen, gas geven en boegschroeven.
Het eerste stukje van de aanmeerprocedure kan ik het anker nog wel laten zakken, maar daarna is de eer aan Chris.
Zij kan echter niet bij het knopje, want daar sta ik.
Ik weet dat er schippers zijn die alles in hun eentje doen, maar daar ben ik, in elk geval nu, niet aan toe.
Chris wurmt zich langs de zeerailing vanaf de andere kant naar het ankerknopje.
Zo kunnen we allebei alsnog ons werk doen.
Maar wel heel lastig.
Het plekje is nog vrij en ondanks alles leggen we de boot mooi met de spiegel naar de kade.
We feliciteren onszelf met ons plekje en maken een cappuccino.
We bellen de werf om verhaal te halen over de bediening die niet meer werkt.
Ja, zeggen ze, er was nog iets en daarom heeft de elektricien dit deel-dossier ook nog niet afgesloten. Ligt u in onze haven?
Nee, aan de kade van Preveza.
OK, de elektricien loopt vanmiddag bij u langs.
Aan de kade is het druk. De komende dagen wordt het Grieks orthodoxe paasfeest gevierd.
Het gerucht gaat dat dan alles vijf dagen dicht is.
Nu maar hopen dat straks de elektricien komt.
Nou je raadt het al; nooit gezien.
Ach, we hebben een mooi plekje en een heel comfortabele boot.
We gaan maar genieten van de paasfeesten in Preveza.

3 Mei

Vandaag, Griekse goede vrijdag, slapen we uit. Het was immers vroeg en hectisch gisteren.
We ontbijten binnen in de kajuit, want het is ‘s morgens nog te fris om aan dek te ontbijten.
Vandaag weer even wennen aan het wonen op een boot. Heel comfortabel, maar alles is toch een beetje anders.
Tegen koffietijd is het weer goed genoeg om op het achterdek te zitten. Op de kade is het al heel levendig. De terrasjes zijn vol met Grieken die genieten van hun paasvakantie. Ook die nemen er een lekker kopje koffie bij.
De hele dag zijn er kerkklokken, processies en zelfs gregoriaans gezang.
Aan cultuur geen gebrek vandaag.
‘s Middags een biertje langs de kade en ‘s avonds een Negroni in de oude stad.
Verder doen we niets vandaag. Morgen is een “gewone” zaterdag, misschien dat we dan iets kunnen regelen voor de ankerlier.

4 Mei - 19 Mei

Rond koffietijd verschijnt er een techneut op onze buurboot. Buurman heeft problemen met z’n saildrive.
Wanneer de techneut daar weer vertrekt, spreek ik hem aan. Wij hebben een elektrisch probleem. Kan hij daarbij helpen?
Nee, hij is van motoren en aandrijving, maar hij weet wel iemand.
Ik krijg het nummer van Vassilis. Ik heb van anderen ook wel nummers van elektriciens gekregen en die loop ik ook even na.
Het blijkt in alle gevallen steeds over dezelfde Vassilis te gaan.
Die heeft dus veel tevreden klanten en collega’s.
Ik stuur hem een appje en leg uit dat de bediening van het anker op de voorplecht niet meer werkt.
Aan het eind van de middag appt hij dat hij woensdag weer aan het werk is. Op die dag moet ik hem maar even bellen.
Tja, paasvakantie.
Die middag krijgen we Nikoleta op bezoek. We kennen haar van eerdere jaren. Ze verleent diverse hand en spandiensten aan de bootgemeenschap. We willen haar vragen of ze iemand kan regelen die onze boot aan de buitenkant kan schoonmaken. Die is in 8 maanden toch een beetje vuil geworden en dan hebben we ook nog te maken met saharazand.
Nikoleta houdt van het goede leven en is de laatste jaren flink in gewicht toegenomen.
Dat blijkt ook wel als ze aan boord stapt. Tussen de stuurwielen hebben we een houten luik/rooster en wanneer ze daarop stapt, gaat ze er dwars doorheen.
Een lelijke bult op haar scheenbeen en we gaan een zakje ijsklontjes voor haar halen.
Ze is niet boos. Gelukkig maar. Ze spreekt Grieks, haar familie heeft een Griekse achtergrond, maar ze is opgegroeid in de Bronx in New York. Ik heb haar wel eens horen schelden en dat kan ze heel goed!
Het luik heb al eens eerder zelf aan een kant gerepareerd, maar nu is de andere kant aan gort en ook de dwarsverbanden missen verband.
We kunnen beter een nieuwe laten maken. Van Nikoleta krijg ik drie telefoonnummers van timmermannen. Dimitris 1, Dimitris 2 en Sotiris. Ik stuur ze alledrie hetzelfde appje waarin ik alles uitleg en vraag of ze een nieuw luik kunnen maken. Zo’n mooi vlechtwerk als nu hoeft niet, gewoon een rechthoekige plank met wat gaten erin voor de afwatering.
Nikoleta belooft ondertussen een schoonmaakmeneer te zullen regelen. Hij zal zich morgen melden bij onze boot.
Dat zal zeker gebeuren, want die meneer wil vast geen ruzie met Nikoleta.
Om vier uur ‘s middags krijg ik een appje van Dimitris 1. Hij gaat proberen (!) aanstaande maandagmiddag op onze boot te komen. Dat is tweede paasdag in het blok van 5 vrije dagen, maar misschien is het gewoon een harde werker.
Ondertussen appt Dimitris 2 dat hij werkt met roestvrij staal en niet met hout.
Van Sotiris hebben we overigens nooit iets vernomen.
De zondag is weer geheel gevuld met paasgebeurens. Kerkklokken, vuurwerk, processie en gezang. We genieten van de sfeer in de stad. Omdat het Pasen is, besluiten we te gaan lunchen in een restaurant. Dat valt niet mee! De restaurants in de oude stad zijn gewoon dicht (omdat het pasen is?) en de paar restaurants aan de kade die open zijn, zijn afgeladen vol. Alleen wie gereserveerd heeft krijgt een tafel. Gelukkig vinden we in de oude stad het enige restaurant dat wel open is en ze hebben nog een tafeltje ook. We gaan lekker smullen.
De volgende dag wachten we in spanning af of Dimitris de timmerman zich zal melden. Om 16:30 stuur ik hem dan toch maar een appje. Geen reactie.
De dag daarop krijg ik een excuus appje. Hij was gisteren elders, maar hij komt om 18:00 uur naar de boot. Fijn! Om 21:15 appt hij; sorry, ik was in Lefkada om mijn gereedschap op te halen. Ik kom morgen. Hoe laat? Ongeveer 10:30.
De volgende dag om 10:30 is hij er inderdaad. Kan je een nieuw luik voor ons maken, gewoon een simpele? Nee, dat zou veel te veel tijd kosten, maar het oude luik kan hij wel lijmen en verstevigen.
Vooruit dan maar.
Drie dagen later app ik toch maar eens hoe het gaat met het luik. Geen reactie, maar die middag ga ik, voor een ander klusje, op de step naar de lokale bouwmarkt. Daar kom ik stomtoevallig Dimitris tegen. Hij koopt er metalen strips en schroeven voor ons luik. Later die dag krijg ik via Whatsapp een foto van ons luik in de lijmklemmen. Er is voortgang!
Twee dagen later app ik met de vraag of het luik misschien de dag erop gemonteerd zou kunnen worden. Geen reactie. Tja, die lijm moet drogen natuurlijk.
De dag daarop leg ik uit dat we eigenlijk wel eens weg willen varen en of hij het luik kan brengen. Rond 16:00 uur appt hij dat hij rond 18:00 uur langs komt met het luik en dat het 100 euro kost.
Tot onze onbeschrijfelijke vreugde komt hij inderdaad langs met het luik. Hij schroeft het op de juiste plaats en het ziet er stevig uit.
Het zal wel een keer vervangen moeten worden, zegt Dimitris. Ja Dimitris, maar niet door jou.
Het is inmiddels 13 mei…
Op woensdag 8 mei bel ik Vassili de elektricien. Of hij naar de bediening van onze ankerlier kan kijken. Dat kan, waar lig je, OK, ik kom langs. Om 19:30 uur is hij er ook. Hij wil onder het bed in de punt van de boot. We halen de opslag van het bed, verwijderen matras en lattenbodem en tot slot verwijderen we een luik.
Heb je een zaklamp? Zeker wel.
Een poos later zegt hij; heb je een zekering van 7,5 ampère? Nee, wel een van 15. Is ook goed. Die wordt geplaatst en de lier wordt getest met de bediening op de voorplecht.
Hij doet het!
Dat was toch relatief snel en simpel. Vassili lijkt wel een redelijk kundige en betrouwbare man!
Wat ik oorspronkelijk aan de werf gevraagd had (en wat ze anders hebben uitgevoerd) was bediening van de ankerlier via een draadloze afstandsbediening.
Ik vraag aan Vassili of hij zo’n remote voor ons kan regelen. Nou, dat kan hij wel. Kan hij dan ook een kettingteller plaatsen waarop we kunnen aflezen hoeveel meter ketting we hebben uitgegooid? Dat is ingewikkelder, maar hij kan het wel.
Hij zal ons later op de avond de benodigde info sturen.
Dat is goed, we hebben de tijd, we moeten immers toch op de timmerman wachten.
Drie dagen later app ik Vassili dat ik nog geen info gehad heb. Later op de avond krijg ik info over de kettingteller.
De volgende dag vraag ik of hij ook info heeft over de remote. Ik stuur een pdf mee over zo’n remote die ik op het internet gevonden heb. Hij antwoordt dat hij twee dagen later langs kan komen.
We appen nog wat heen en weer, hij komt weer eens lang, hij kijkt naar wat op voorraad is en op vrijdag 17 mei komt hij langs met de remote waarvan ik hem een poos terug de pdf opstuurde. Dat merk kan vier kanalen aan, dus kan ik met dezelfde remote ook de boegschroef bedienen. Dat gaan we doen. De boegschroef zit immers onder hetzelfde bed als waar de elektra van de ankerlier zit.
Over de kettingteller heb ik het maar niet, ik wil dit jaar nog wel een keer uitvaren…
Een uurtje later is Vassili klaar. De remote werkt perfect; zowel de ankerlier als de boegschroef zijn draadloos te bedienen.
We hoeven nu op niemand meer te wachten!

Vorig jaar kreeg ik op 23 mei mijn nieuwe plotter van Raymarine met nieuwe kaarten van Navionics. Eindelijk autorouting die gekoppeld is aan de stuur-automaat!
Overigens; het vaargebied van de Navionics kaarten is Middellandse zee en de Zwarte zee. Om de een of andere reden hebben we nog geen plannen voor de Zwarte zee…
Maar goed, 23 mei 2023. Dat betekent ook dat de Navionics kaaren op 23 mei 2024 verlopen en daarmee stop dan ook o.a. de autorouting.
Verlengen dus.
De Raymarine is gekoppeld aan het internet. Ik heb de Navionics app op mijn tablet. Die tablet Navionics is ook gekoppeld aan het internet en voor 40 euro per jaar krijg ik op de tablet het hele jaar kaart updates. Ik kan de tablet draadloos koppelen aan de Raymarine en dan stuurt de tablet automatisch de kaartupdates naar de Navionics op de Raymarine. Die 40 euro betaal ik steeds automatisch via de Google play store.
Het moet dan toch ook niet zo moeilijk zijn om de jaarupdate van Navionics op de Raymarine te regelen?
Wel dus.
De Navionics kaarten op de Raymarine waren nog niet geregistreerd op de Navionics website (die, om het ingewikkelder te maken, inmiddels van Garmin is…).
Eenmaal op de website, blijkt er maar een manier te zijn om de SD-kaarten te registreren. Je moet een speciaal programma op je computer downloaden, je SD-kaart in de computer steken en dan via dat programma registreren en betalen.
Ja, hallo! Die SD-kaart steekt achterin de Raymarine plotter en die plotter is stevig ingebouwd in de oude metalen kast van de oude plotter. Moet je dan echt die hele plotter weer uitbouwen om dat kaartje eruit te halen.
Ik mail met de monteurs van vorig jaar.
Ja, inderdaad, mailen ze terug, dat moet.
We leven in het tijdperk van the Internet of Things meneer Navionics!
Er zit niks anders op. Ik heb de laptop mee en daar past een SD-kaart in. Gelukkig had ik in Altea alles al voorbereid. Zo wist ik dat de SD-kaart in de Raymarine een micro SD-kaart is en die past dus niet in de laptop. Daar is een micro-SD-to-SD-converter-kaart voor nodig.
Wie niet goed is in ICT, moet maar niet gaan varen.
De converter kaart had ik dus meegenomen. Niets aan de hand.
Nu nog de oude metalen NavPod open schroeven waar de nieuwe plotter in zit.
Wat zijn dat voor een rare schroefjes joh! Ik ben heel wat gewend, kruiskop, inbus, tork, maar dit was weer een geheel nieuwe wedstrijd.
Ik zoek op NavPod op het internet. Ik leer: de NavPod zit buiten op de boot, dat is heet makkelijk om de apparatuur eruit te stelen.
Daarom zitten er heel speciale schroeven op die een dief niet los kan draaien.
OK, maar die monteurs van vorig jaar, die moeten daar dan wel een sleutel voor hebben.
Ik mail ze.
Geen reactie.
Ik bel ze.
Ja, die sleutel hebben ze, maar tijd hebben ze niet. Hij zegt: probeert u het eens bij een ijzerzaak. Die hebben dat meestal wel.
Zo, hij is van het probleem af.
Wel raar. Iets dat bedoeld is voor anti-diefstal dat je dan zo bij een winkel koopt?
Ik ga op zoek naar een bouwmarkt-achtige winkel in Preveza.
Dat valt nog niet mee, maar uiteindelijk vind ik iets. Vlak buiten Preveza op een afgelegen plek, maar met goede recensies van bootmensen die er vonden wat ze zochten.
Ze gaan om 17:00 uur weer open, een beetje als in Spanje.
Om 17:00 uur springen we op onze stepjes en Google-mappen erheen. We komen aan bij een leeg vervallen gebouw in the middle of nowhere. Chris wil alweer terug, maar ik step nog even achterom.
Ja hoor, daar is een klein bouwmarktje. Ik wacht op mijn beurt bij de kassa en wie komt daar aan? Dimitris de timmerman van ons kapotte luik. He Dimitris, hoe gaat het met ons luik? Hij kijkt een beetje betrapt en vertelt dat hij hier is voor metalen strips en schroeven voor de versteviging van ons luik. Is hij bijna klaar? Ja, hij is bijna klaar. ‘s Avonds stuurt Dimitris nog een foto van ons luik.
Vervolgens ben ik aan de beurt. Ik probeer uit te leggen wat ik zoek en laat een foto zien van de achterkant van de NavPod.
De baas van de zaak neemt me mee en komt uit bij een collectie Tork schroevendraaiers. Nee, die niet. Het moet iets zijn met een gat in het midden. Hij kijkt of hem een licht op gaat en loopt naar een doos met een heel rijk assortiment schroefbitjes. Er zitten bitjes bij met een gat in het middel. Of ze gaan passen? Geen idee, maar ik koop het doosje toch maar.
We steppen terug en het eerste wat ik doe is testen of er een passend bitje bij zit. Ik gok een paar keer mis, maar dan is er een die perfect past.
Probleem opgelost, morgen verder. We nemen een biertje en mengen er een beetje tsipouro bij. Dat hebben we wel verdiend.
Om een lang verhaal kort te maken; de volgende dag de 8 schroeven losgeschroefd, Raymarine plotter eruit, micro-SD eruit, micro-SD in de coverter, converter in de laptop, Navionics programma gedownload, nieuwe kaarten gedownload, geregistreerd, creditcard betaling gedaan, sd-kaart uitgeworpen, micro-SD in de plotter, plotter in de NavPod en de acht schroeven er weer in.
Wij kunnen weer een jaartje varen.
Wat was er verder nog? De opblaasvloer van de rubberboot trok een naad los en liep leeg. Zelf geplakt. Beetje als fietsband plakken eigenlijk.
En ja, Preveza is een leuk stadje, terrasjes, restaurantjes, winkeltjes, maar nu hebben we het hier wel gezien.
Morgen eindelijk varen!

20 Mei.

Waar gaan we heen?
Toen ons vliegtuig aankwam op Preveza, ontdekten we dat Erik en Laura op dezelfde vlucht gezeten hadden. Ze hebben een huis op Meganisi en vorig jaar zijn we een poos met ze opgevaren en hebben we ge-petanqued in hun tuin. Ze zouden nu enkele weken op Meganisi blijven en we spraken af dat we wel even langs zouden komen. Wij bij hen, want zij hebben hun boot inmiddels verkocht.
We lagen langer in Preveza dan gepland, dus hoog tijd om langs Meganisi te gaan. Laura zit alweer in Utrecht en Erik vliegt over een dag of 10.
Meganisi dus. Dat is een uurtje of drie vier varen, maar onderweg moet je door de brug van Lefkas stad. Die opent elk uur op het hele uur.
We willen tussen 10 en 11 uur in Vathi Meganisi zijn om de grootste kans op een plekje te hebben. Dan moeten we de brug van 9 uur hebben. Op het stuk tussen Preveza en Lefkas stad kan een heel flinke golfslag staan en dan precies van opzij. Da’s nie leuk. Dan kan je maar beter een beetje zig-zaggen.
We calculeren dus wat extra reistijd in en komen uit op een vertrek tussen 7:15 - 7:30 uur.
Dat wordt dus weer 6 uur de wekker.
We staan op en doen een versneld ochtend ritueel. We hebben het vertrek goed voorbereid en tegen 7 uur zijn we al klaar voor vertrek.
Nou, dan gaan we ook maar.
Ik heb twee routes uitgezet. Een op de tablet tot aan de brug en een op de plotter tot aan Vathi. Op de tablet kan ik dus zien wanneer we bij de brug zullen zijn.
Het eerste stuk vanuit Preveza gaat door het uitgebaggerde kanaal. Daar moet je goed tussen de boeien sturen, want verder zie je niets. Dat gaat ook niet op de autopilot, dus kapitein Post kan meteen goed oefenen met strak sturen.
Het weer is tamelijk goed. Het is heiig door het nog steeds aanwezige saharazand, maar de zon doet z’n best.
Aan het eind van het kanaal draaien we naar bakboord en krijgen we de golfjes van opzij. Nou, gelukkig stellen die niet veel voor.
De wind stelt overigens ook niet veel voor. We blijven op de motor varen en ik activeer de autorouting van de plotter.
Tijd voor een kopje thee.
Met deze omstandigheden gaan we veel te vroeg bij de brug aankomen (maar wel te laat voor die van 8 uur).
Ik verminder het toerental van de motor totdat de tablet voorspelt dat we om 8:55 uur bij de brug zullen zijn.
Dat gaat wel heel langzaam, maar het is ook wel heel vreedzaam.
Nog een kopje thee erbij en genieten van het voorbijkomende landschap.
De ingang van het kanaal van Lefkas wordt gemarkeerd door een fort, dus dat is goed te zien. Er zijn nu ook boeien geplaatst en dat is wel zo fijn. Er zijn zandbanken die zich in de loop der tijd verplaatsen totdat er weer eens gebaggerd wordt.
Het is windstil en het water is glad. Ik leg de boot stil om op het openen van de brug te wachten. Ik hoef nauwelijks te corrigeren bij het wachten. dat hebben we weleens anders meegemaakt.
Precies om 9 uur klinkt de sirene voor het openen van de brug. Zijn we wel in Griekenland?
Het water tussen het noorden van Lefkas en het vasteland is een beetje moerasachtig en heel ondiep. Ook hier is een kanaal uitgebaggerd gemarkeerd met boeien. Ik mag weer een poosje strak sturen.
We varen voorbij Lefkas stad en we zien nog heel veel huurboten aan de pontons liggen. Het seizoen is duidelijk nog niet begonnen.
Na een poos komen we op het open water tussen de ionische eilanden. Dit voelt wel als thuiskomen.
We kennen dit gebied en dankzij de grote en kleine eilanden kan je navigeren zonder de plotter. De plotterhulp pakken we wel weer op in de buurt van de baai van Vathi.
Het wordt een heerlijke overtocht, alleen verstoort door een monsterjacht met een mega hekgolf die vlak langs ons stuurt.
Ik draai bij om de hekgolf niet van opzij te krijgen. Klaf, baf, klaf doet onze boot en het water golft over de punt.
Nou ja, daar is hij op gebouwd en wij toch zeker ook!
Voor ons gevoel te vroeg, maar wel even voor elfen, naderen we de baai. De plotter pakt het stuur weer op en we varen de baai in.
Chris, met haar scherpe ogen, ziet al snel een mooi plekje aan de kade. We keren de boot en varen achteruit naar de kade. Mooi strak en Chris laat op tijd het anker vallen.
Op de kade staat iemand die ons zeker gaat helpen met het aanleggen. Hij roept iets, maar dat kan ik nog niet verstaan.
Eenmaal dichterbij, roept hij Roelf, je ligt over mijn anker. Roelf? Hoe weet hij nou hoe ik heet? Ik heb hem nog nooit gezien.
Dan zie ik de boot naast zijn boot. Het is Bill met zijn boot de Kite.
Die kennen we goed en die zal hem wel verteld hebben hoe ik heet.
Ons anker ligt goed, daar zijn Chris en ik van overtuigd en met de man op de kade hadden we best in discussie gewild, maar met Bill willen we geen ruzie.
We varen weer weg van de kade en halen het anker op. Dat gaat wel lekker makkelijk sinds vorig jaar de tandwielkast van de ankerlier vervangen is. Chris heeft op haar beurt weer veel plezier van de nieuwe draadloze afstandsbediening van de ankerlier.
Al gauw doen we de ankers procedure opnieuw. Dit keer vindt de man op de kade het ook goed en hij helpt ons met aanleggen.
We zijn blij met ons plekje.
Omdat het wat vroeg is voor ankerbier, maken we cappuccino.
We horen snel dat de palen voor stroom en water allemaal kapot zijn. We zijn toch in Griekenland. Alleen een wateraansluiting werkt, maar die is dus permanent bezet.
Ik app Erik dat we gearriveerd zijn en ook Paul, een Nederlander waarvan we weten dat hij bijna permanent een appartement in Vathi bewoont.
Later in de middag treffen we Paul bij “de blauwe stoeltjes”, rechts, rechts vanaf onze boot. Het goedkoopste terras van Vathi. De eigenaar is wat autistisch, maar dat nemen we voor lief.
Een uurtje later sluit Erik aan en we variëren van bier, naar wijn, naar ouzo.
Later op de avond besluiten we dan maar te gaan eten bij Mana, een heel goed restaurant, maar niet de goedkoopste. Er is dan ook plaats genoeg. Paul haakt af, want hij worstelt al jaren met zijn gewicht. We praten verder bij met Erik en eten souvlaki van Black Angus.
Het was een mooie, heel lange dag.

21 - 26 Mei.

21 - 26 mei.
Zeilers noemen het dorpje hier "Klein Vathi". Er zijn in Griekenland diverse Vathi's (of Vathy's), waaronder een op het naburige Ithaka. Dat dorp is een stuk groter en heet dus Groot Vathi.
Klein Vathi is echt behoorlijk klein, maar wel met veel horeca. In de zomer gonst het van de activiteit en 's winters is het een spookdorp.
Nu, in het voorseizoen, is het nog rustig, maar wel met voldoende activiteit. Je wil immers niet op een leeg terras zitten.
Naast veel restaurants zijn er twee supermarkten, ijswinkels, souvenierwinkels en een Café terras; "de blauwe stoeltjes". De echte naam is, geloof ik, Visario. In elk geval heet de familie Visario en de autistische ober is de zoon.
Paul houdt hier elke namiddag kantoor, dus als we ergens iets willen drinken, dan weten we waar we aanspraak hebben. Paul kent alle roddels van het eiland en daarnaast heeft hij overal een mening over, dus heb je altijd een goede conversatie. De drankjes zijn er veel goedkoper dan op de andere terrassen en dat alles bij elkaar maakt dat er steeds weer andere bekenden zich bij ons tafeltje melden. Erik natuurlijk, maar ook tal van anderen die we zo leren kennen.
Om het helemaal perfect te maken, geeft het terras uitzicht op alle boten die aan de kade willen aanmeren. Soms zijn dat ervaren schippers en is het saai om te zien, maar vaak zijn het mensen met een huurboot die het vak van schipper toch een beetje onderschat hebben.
Zoals bekend, staan de beste stuurlui aan wal en ons terrastafeltje is geen uitzondering. Met een beetje geluk staat er ook nog een stevig windje van opzij, waardoor het heel lastig wordt om recht achter anker achteruit te varen naar het juiste plekje aan de kade.
Het leukste is om te voorspellen wat er mis zal gaan en vervolgens tot je genoegen te zien dat je gelijk krijgt. O, o, o, wat errug roept ons tafeltje dan. Dat is fout, dat moet overnieuw; uitvaren en opnieuw proberen.
Niet zelden lukt het de schippers niet om in al die problemen ook nog voldoende ankerketting uit te gooien. Vaak denken ze ook dat 20 meter ketting wel genoeg is.
Dat is dus niet zo. Liggen ze eindelijk recht achter het anker op de juiste plek aan de kade, dan wil het anker niet pakken. Bij het strak trekken van de ankerketting blijft hij naar binnen lopen totdat uiteindelijk het anker uit het water naar boven komt. Dat is fout, dat moet overnieuw; uitvaren en opnieuw proberen.
Zo'n leuke middag heb je niet altijd, maar wel vaak.
Zelf hebben we onze ankerketting laten verlengen van 40 naar 70 meter en hebben we al heel wat ervaring met aanleggen in de wind.
Verder wisselen we ervaringen uit over welke 5 liter wijn in een kartonnen pak wel goed te drinken is…
Erik blijkt uitgenodigd om, in hotel Meganisi, deel te nemen aan de pub quiz. Hij vraagt of we zin hebben om mee te gaan.
Dat wel, maar we spreken geen Grieks. Dat is geen probleem. Hotel Meganisi wordt bevolkt door uitsluitend Engelsen die daar al minstens 30 jaar komen.
Erik brengt ons er heen. De sfeer is definitely British. De Dutch worden netjes verdeeld over de tafeltjes met Engelsen. De quiz master is een groot talent. Er zijn algemene vragen en later muziek vragen. Voor de algemene vragen moet je wel Brits zijn; ik heb vaak geen idee waar het over gaat. De muziekvragen gaan beter.
Precies volgens planning is de quiz klaar en worden de winnaars bekendgemaakt. Ik zit daar niet bij, mijn tafel werd laatste. Die van Chris vierde.
Daarna gaan we (met Erik en Paul) eten bij hotel Meganisi.
Ze hebben heerlijke biefstukken, maar, pas op, zowel de Grieken als de Engelsen weten van een malse biefstuk een soort schoenzool te maken. Very well done.
Gelukkig woont Paul een groot deel van het jaar op Meganisi. Paul heeft bij bijna elk restaurant wel een keer uitvoerig (in de keuken) uitgelegd hoe je een biefstuk "rare" bakt. De kok kijkt hem dan steevast aan met een blik waaruit zijn walging blijkt. Toch heeft Paul ze kunnen uitleggen dat er volken zijn die dat lekker vinden. Rond Vathi moet je daarom je biefstuk bestellen door er aan toe te voegen dat je hem "Paul style" wil.
Kortom, we bestellen vier keer biefstuk "Paul style" met sla, groente en extra krokante frietjes. "Extra krokant" is ook echt nodig om te vermelden, anders krijg je wel heel slappe frietjes.
Daarbij dan graag een kilo rosé. Een liter is in Griekenland een kilo. Dat gaat ook vaak nog echt met een weegschaal.
Erik heeft internet via Starlink besteld. Als je geen glasvezel kan krijgen, is Starlink tegenwoordig al gauw de beste oplossing. Zeker nu de Starlink prijzen sterk gezakt zijn. Erik moet nog wel een plekje vinden voor de schotel. Dat plekje moet goede ontvangst bieden EN moet voldoen aan de esthetische eisen die echtgenote Paula daaraan stelt.
We gaan daarover bij Erik thuis vergaderen en schenken daar een rosétje bij.
We komen uit op een verlengpaal op het dak die stevig verankerd moet zijn op een dakbalk.
Ondertussen landt een vlinder op onze vergadertafel buiten. De vlinder is nergens bang voor en wandelt naar een druppeltje op de tafel. De vlinder steekt een miniem slurfje in de druppel en begint te drinken. De druppel is geen water, er is wat rosé op tafel gemorst. Al snel is de druppel op en de vlinder zoekt verder. Er is kennelijk sprake van grote dorst. Paul is behulpzaam en maakt wel extra druppeltjes rosé op de tafel. Dat laat de vlinder zich zeker smaken! Begint de vlinder wat onvast te lopen, of is dat iets in onze geest? In elk geval laat de vlinder alle schroom varen en hij wandelt over de hand en arm van Chris. Na een poosje fladdert hij op, maakt onduidelijke bochten en land vervolgens op mijn pet. Hoe ik ook beweeg, hij blijft zitten, ook als ik uiteindelijk mijn pet afzet.
De vlinder doet ons denken aan het beeld van een dappere dodo dat bij Erik in de tuin staat. Heel dapper, maar het leidt vaak tot een vroege dood.
De dag daarop besluiten we de omgeving te verkennen met de e-step. Er is een nieuwe all-day-cafe&bar (Acro) bij gekomen en hij zou een schitterend uitzicht moeten hebben. Via Katomeri, de hoofdstad van het eiland, steppen we er naartoe. Over het uitzicht is niets teveel gezegd; schitterend!
Ter verhoging van de feestvreugde arriveert de Saphir aan de kade van klein Vathi. Schipper Gert is een goede bekende van ons, Erik en Paul. Gert is dit keer op stap met zijn dochter Stephanie, Steef voor intimi.
Zij houden ook van rosé en vlees "Paul style". Het gezelschap bestaat nu dus uit 6 personen.
Gert en Steef arriveren op het moment dat Chris en ik een cappuccino Freddo drinken bij Petrino. Die hebben betere koffie's dan de blauwe stoeltjes. Ik help Gert aanleggen en daarna komt hij met Steef naar Petrino. We nemen een biertje. Even later zien we Erik en nog weer later sluit ook Paul aan. Biertje, biertje en dan nog wat Ouzo. Wanneer we afrekenen merken we het prijsverschil met de blauwe stoeltjes!
Er is, ook dit weekend, weer een Formule 1 race. Zowel Erik, Gert als ik kunnen de Formule 1 rechtstreeks bekijken. Ook blijkt dat we alle drie een alternatief gevonden hebben op provider Viaplay…
De race in Monaco is het spannendst op de zaterdag. De volgorde van de kwalificatie op zaterdag bepaalt ook de volgorde na de race op zondag. We pakken mijn tablet erbij en bekijken de kwalificatie op het terras van Petrino. Petrino heeft uitstekende WiFi.
Er moeten in Vathi ook nog nuttige dingen gedaan worden. Een van de scharnieren van de douchedeur in de achter badkamer is afgebroken. Die sluit niet lekker meer.
Het scharnier is van het model Jeanneau-special, de bouwer van onze boot. Zo'n scharnier vindt je nergens, tenzij bij Jeanneau zelf. Dat gaat nu niet lukken en dus moet ik aan de slag als een soort MacGyver (je weet wel, die televisieserie uit 1985-1992). Ik loop alle kastjes en deurtjes af door de hele boot. Ik heb geluk! Voor in de boot, in de captain's cabin, zit een heuse kaptafel en in die kaptafel zit een opklapbare spiegel en die spiegel heeft dezelfde scharnieren als de douchedeur.
Chris komt nooit in de captain's cabin, dus kunnen we wel even zonder de spiegel.
Na het nodige gepruts (de douchedeur moet opnieuw afgehangen worden) is de douche weer klaar voor ongestoord gebruik.
En dan besluiten we dat het mooi geweest is in Vathi; het is heel gezellig, maar het wordt ook vaak heel laat…

27 Mei.

Waar zullen we eens heen gaan?
We zijn dit keer naar onze boot vertrokken met de vage gedachte dat we vanuit Preveza richting noord zouden gaan. Corfu en daaromheen en naar Albanië.
Maar vooralsnog zijn we nu naar het zuiden gevaren en bevinden we ons, evenals vorig jaar, in het gebied van de Seven Islands.
Welnu, waarom zouden we daar ook niet even blijven?
Alle gezeur op de werf en alle gedoe rond de reparaties aan de kade van Preveza, zijn ons niet in de koude kleren gaan zitten. Daarnaast kondigd zich alweer nieuw gezeur aan: het lek in onze kajuitraam (dat we voor veel geld lieten repareren) is weer terug, de stiksels in onze bimini zijn bijna vergaan en drie keer per dag slaat de bilgepomp even aan, dus er moet een lekje zijn in een leiding of zo…
Allemaal oplosbaar, maar voor nu willen we gewoon vooral reisplezier.
Sivota, schiet ons dan te binnen. Een dorp op Lefkas met uitsluitend boten en horeca!
Ron en Viola hebben daar een ponton en die willen vast wel een plekje voor ons reserveren.
Gert en Steef vinden Sivota ook wel een leuk idee en we spreken af nog een dagje samen op reis te gaan met elk onze eigen boot.
Voordeel van een gereserveerd plekje is dat het niet uitmaakt wanneer je aankomt; er is altijd plek!
We staan dus vandaag een keer niet vroeg op om te reizen en doorlopen onze standaard ochtend routine.
Erik komt nog even langs om afscheid te nemen en om ruzie te maken met de Engelsman die al drie jaar roerloos aan de kade ligt met zijn veel te grote boot.
Ik vang nog iets op van “selfish bastard”, maar ik bemoei me er niet mee; wij gaan voor reisplezier.
Tegen het middaguur vertrekken we. Na ons vertrek zal Gert volgen.
Ons anker komt als een zonnetje omhoog uit de toch zware klei van Vathy. Buiten de baai staat een aardig windje, een mooie gelegenheid voor wat zeil. We rollen alleen de Genua af, want we zullen snel het kanaal tussen Meganisi en Lefkas indraaien en de kans is groot dat dan de wind weer helemaal weg is.
De genua bewijst maar weer eens dat de genua zorgt voor 70% van de voortstuwing van de boot. En lui zeilen is goed voor het reisplezier.
Na een kwartier draaien we het kanaal in en, ja hoor, wind weg.
Motor aan en genua opgerold.
Gert hebben we niet meer gezien. Later vertelde hij dat hij hardnekkig was blijven zeilen met een snelheid van wel 1 knoop…
Na een mooie tocht langs het prachtige eiland van Lefkas (ook aan de zuidkant staat geen wind) komen we bij de baai van Sivota.
De bijzonderheid van de baai van Sivota is dat hij halverwege een knik van bijna 90 graden heeft, waardoor wind en golven van zee nooit tot aan het eind van de baai komen.
We kennen het ponton van Ron en Viola; aan het eind ligt hun blauwe boot met een grote blauwe vlag erop.
Nou, geen blauwe vlag en ook geen blauwe boot.
We roepen op op kanaal 77 en Viola meldt ons dat ze tegenwoordig een gele vlag hebben (zie je beter) en een licht grijze boot (wordt binnen minder warm).
Die vinden we en even later liggen we aan een mooi plekje aan het ponton. Naast ons houden ze een plekje vrij voor Gert en Steef.
Die waren niet zo snel, maar uiteindelijk liggen ze dan toch naast ons.
Ja, wat zal ik zeggen? Happy hour bij the 12 Gods (Grieken kijken niet op eentje meer of minder). 2,50 Euro voor een halve liter tapbier…
Gert weet een heel leuk restaurantje en daar leggen we aan voor het diner. Inderdaad, heel leuk en ook heel goed!
En zo komt de dag ten einde. Het was weer een heerlijke reisdag!

28 mei - 2 juni

De volgende dag worden we uitgerust wakker. Hoewel Sivota een uitgebreide horeca kent, hebben we ‘s nachts niets gehoord. Ook tikte er geen enkel golfje tegen onze boot.
We lezen nog wat in bed met een kopje thee erbij. Daarna ontbijt op het achterdek. Ook onze buren, Gert en Steef, worden langzaam wakker. Zij moeten er echter zo direct weer vandoor. Hun reis duurt dit keer slechts twee weken. Daarna neemt Martin, de zwager van Gert, de boot weer over in Preveza.
Voordien moet er nog veel gereisd worden.
Dus nemen we even later hartelijk afscheid van onze buren; wie weet tot ergens in juli.
Sivota is een spekkie naar ons bekkie. Er zijn tal van bakkertjes voor heerlijke broodjes of bijzondere koffie (cappuccino freddo is onze favoriet). Er zijn intieme, gezellige terrasjes en grote terrassen waar alle deelnemers aan flottilles samenkomen. Restaurants zijn er ook in meerdere soorten en maten.
Op 31 mei, de verjaardag van mijn overleden vader, zullen we weer een diner nuttigen dat betaald zal worden uit zijn uitvaartverzekering. Een mooie, grote, verse vis moet het worden.
Met onze e-stepjes weten we net aan boven te komen (de weg is heel stijl) voor en drankje met een prachtig uitzicht op de baai van Sivota en de achterliggende zee.
Tijd voor nuttige zaken is er ook. We spuiten maar weer eens het saharazand van de boot en draaien een paar wasjes in onze wasmachine. Stroom en water is inclusief op het ponton van Ron.
Wat verder opvalt is het aantal internet schotels voor de ontvangst van Starlink. Waar je vroeger op je boot een hele dure, grote, complexe satellietontvanger met een heel duur abonnement moest hebben, kan je dat tegenwoordig voor een fractie van de prijs via het systeem van Elon Musk.
Het ponton heeft een Starlink schotel en diverse boten om ons heen ook. Ik vraag een Starlink eigenaar hoe het bevalt. Hij is wild enthousiast! Hij en zijn vrouw zijn digitale nomaden. Ze weren vanaf hun boot via het internet; e-mail, zoom-vergaderingen, chat-gpt. Alles werkt perfect via Starlink, ze kunnen overal naar toe varen en hoeven nooit meer naar kantoor.
Ach, wij hebben onbeperkt internet van Cosmote en wij hoeven ook nooit meer naar kantoor!
Een week in Sivota is zo voorbij.
Wat nu?
We blijven relaxed genieten. We gaan door naar Nidri, waar we voor het eerst in 2007 kwamen met de huurauto. We bellen Conny, een Duitser die daar al jaren woont. Hij bestiert inmiddels een drietal pontons en we staan in zijn “contacten” van de telefoon. Hoi Joie de Vivre, zegt hij als ik bel. Ja, hij heeft een plekje aan het Skorpios pontoon van maandag tot vrijdag.
“Doen we”, zeg ik.
“Doei” zegt hij, jawel, het Nederlandse doei.