2 Juni

Vrijdag vertrekdag. Vandaag varen we naar Vathi op Meganisi. Op een volgend eiland is er ook een Vathi, daarom noemt iedereen dit Vathi "Klein Vathi".
Vorig jaar zijn we hier, met veel plezier, een ruime week geweest. Onze vriend Paul woont op dit eiland en die willen we graag weer ontmoeten.
Een plekje aan de dorpskade is moeilijk te vinden. Vathi is populair en de dorpskade is daarvan weer de meest populaire plek. Bill, een andere zeilvriend van vorig jaar, adviseerde ons de vrijdag uit te kiezen, want dan moeten de huurboten meestal weer terug naar hun thuishaven om ingeleverd te worden.
Aan de andere kant moeten op vrijdag de boten, die aan de pontons in Lefkas stad liggen, op vrijdag wegwezen. Dat zijn dan de concurrenten voor een plekje in Vathi.
We moeten dus niet te vroeg en niet te laat in Vathi aankomen.
We staan vroeg op, maar nemen wel de tijd voor ontbijt.
Ik heb weer een autoroute geprogrammeerd om te experimenteren met het geslingerd bij het overschakelen naar een nieuw waypoint.
Eerst nog even afrekenen met Ron. Ron is nergens te bekennen. Beetje lullig om hem niet te betalen, dus ik loop naar zijn boot, die ook aan onze ponton ligt. Ik roep wat en ik klop op de spiegel van de boot. Geen teken van leven. Ik heb z'n telefoonnummer, dus ik bel hem. Hij neemt niet op. Dan maar zijn boot op. Ik klop op het luik van de kajuit. Uiteindelijk hoor ik gestommel.
Ik doe net of ik niet door heb dat hij nog sliep (het is inmiddels bijna 9 uur) en leg uit dat ik weg wil en dat ik wil betalen.
Dat mag.
De nacht van 1 op 2 Juni blijkt een stuk duurder dan de nachten in mei. Goed dat we weg gaan.
We doen onze vertrek voorbereiding en varen weg. De ruimte om uit te varen is behoorlijk krap. We moeten om onze huurboten heen en voor ons liggen andere andere boten.
Alles gaat goed en al snel genieten we van de prachtige omgeving bij het uitvaren van de baai.
Eenmaal op open zee activeer ik de autopilot. Dat moet je doen als je reeds op je plankoers zit, dan slingert hij het minst. In Vathi moet ik eens uitzoeken of ik de autopilot zo kan programmeren dat de koerscorrecties minder heftig worden.
De tocht is weer heerlijk, maar vroeg weg betekent ook bijna altijd dat er weinig wind is.
Eenmaal bij de baai van Vathi zien we vier boten uitvaren. Dat is goed nieuws!
Wanneer we dichter bij de dorpskade komen, zien we heel veel masten. Veel boten dus. Op driehonderd meter van de kade komt ons een zeilboot tegemoet. Die heeft een plekje vrijgemaakt! Wanneer hij langs ons komt, roept hij beautiful boat! Dat vinden wij ook en zijn vertrek vinden wij ook beautiful.
Ik draai de boot en lijn achteruit op voor de vrije plek. We hoeven dit jaar niet bang te zijn dat de ankerketting te vroeg op is, die is immers van 40 naar 70 meter verlengd.
Vlak voor we bij de andere boten zijn, stokt de uitloop van de ketting. Onze boot wordt daardoor scheef getrokken, bijna tegen een buurboot aan. We're gonna hit, roept mijn aanstaande buurman. Ik boegschroef de boot recht en Chris krijgt de ketting weer aan de gang.
Never a dull moment.
Ik gooi de landvasten naar de vrijwilligers die op de kade wachten en maak ze vervolgens vast. Dan zie ik Chris op de voorplecht praten. Ze praat met Bill, onze vriend! Wat een toeval.
Ik had Bill niet herkend toen ik bijna tegen hem aanvoer. Was kennelijk met iets anders bezig.
Heerlijk, weer in Vathi, het voelt direct goed!
Nu we relatief vroeg aangekomen zijn, voelt het niet goed om de aankomst te vieren met het gebruikelijke ankerbiertje. Gelukkig hebben we Amstel 0,0 in de koelkast.
De stroom/water palen aan de kade zijn of vol of stuk. Weer zijn we blij met onze investering in de zonnepanelen.
's Middags doen we een biertje bij de bar met de blauwe stoeltjes. Thank you very much, is het enige Engels dat de camarero spreekt.
's Avonds trakteren we onzelf op broodjes pitta giros. Niet culinair, maar o zo lekker!

3-11 Juni.

We sturen een appje naar Paul die een groot deel van het jaar in Vathi woont. We melden ons present en even later spreken we af ergens iets te drinken. Jaq (van Jaqueline) is bij hen op bezoek en zo leren we haar ook kennen. Jaq werkt in Nederland in de ouderenzorg, maar is niet gelukkig met de werkomstandigheden in NL. We wijzen haar op Ciudad Patricia in de buurt van Altea, waar wij wel heen willen wanneer we meer zorg nodig gaan krijgen. Misschien kan ze daar aan de slag.
Wanneer we een volgende dag met Paul op het terras zitten, leren we Erik en Laura kennen. Zij hebben een huis boven op de heuvel bij Vathi, met uitzicht op de baai aan de andere kant van de heuvel.
Erik en Laura hebben ook een zeilboot die nu op de kant ligt in Lefkas stad. Er trad plots elektrolyse op in de aandrijfas en dat vergt nu een stevige reparatie.
Naast een boot hebben ze ook een petanque baan! Zelf aangelegd in de tuin van hun huis. We geven hoog op van onze petanque ervaring in Altea, dus moet er een wedstrijdje gespeeld worden.
De volgende dag worden we ‘s middags door Erik met de auto opgehaald bij onze boot. Hun huis ligt aan een niet-step-vriendelijke-route.
Ze hebben een heel mooi huis met een prachtig uitzicht op de baai van Abeliki. Na een drankje op hun terras, vertrekken we (met de ballen en wat drankjes) naar de petanquebaan. Die ziet er heel professioneel uit.
We spelen tegen Erik, Laura en Paul en leggen tijdens het spel de regels uit. Met regels vinden ze petanque een stuk leuker dan wanneer ze maar wat improviseren.
Na een heroïsche strijd winnen Erik, Laura en Paul. We hadden er moeite mee dat de ballen op z’n mooie vlakke, gladde baan zo lang doorrollen. Pas toen we met tegeneffect gingen werpen kwamen we in de wedstrijd. Tja, in Altea spelen we op een soort patattenveld, zoals onze Vlaamse vrienden dat noemen.
Op 7 juni is het de sterfdag van mijn vader. Weer een gelegenheid om wat terug te krijgen uit de begrafenispot die nog bij Yarden staat. Andermaal bij Stravos, maar ditmaal Stravos Family Restaurant in Vathi, Meganisi. De oude Stravos werkt nog altijd met bonboekjes en Grieks handschrift. Hopelijk keurt Yarden dat goed. In elk geval smaakte het eten heerlijk en Herman, mijn vader, krijgt de herinnering die hij verdient.
Na een paar dagen vertrekt Bill weer richting Preveza en wij scoren zijn stroomaansluiting. Daar zijn er in Vathi maar een paar van. Tot nu toe hebben onze zonnepanelen meer dan genoeg stroom geleverd voor de dagelijkse huishouding, maar misschien willen we de wasmachine gebruiken of wordt een paar dagen bewolkt.
Voor de hele rij boten aan de kade is 1 waterkraan beschikbaar, helemaal aan het einde van de kade. Om de tanks te kunnen vullen hebben we zeker 30 meter tuinslang nodig.
Nou, dat hebben we sinds dit jaar voor elkaar! We hadden een heel handige, sterke en makkelijk klein oprolbare tuinslang van 15 meter van Gardena, ooit gekocht toen we in Marseille lagen. In Spanje hebben we daar een rol van 20 meter bijgekocht, plus een koppelstuk. Samen 35 meter, zonder veel ruimte in de nemen in de bakskist en snel weer opgeruimd.
Daarmee vullen we onze tanks. Onze buren kijken de ogen uit en natuurlijk mogen ze de slang even lenen om hun tanks te vullen. Ze willen allemaal van die handige slangen.
We herinneren ons van vorig jaar nog een aantal leuke plekken op Meganisi en dankzij onze superstepjes zijn die plekken binnen handbereik.
Op een heuvel, boven Vathi, ligt de “hoofdstad” van Meganisi Katomeri. Daar is een leuk cafeetje om een cafe frappe te drinken. Op de stepjes snellen we de heuvel op. Over een weg ligt ingemetseld een zwart afwateringsrek. Zwarte spijlen met een zwarte ondergrond. Boenk! Doordat alles zwart was, zag ik niet dat er een spijl was uitgebroken en daar kwam natuurlijk mijn voorwiel in. Uit voorzorg reed ik niet hard, dus ik bleef overeind. Alleen stuurt de step iets zwaarder. Nou ja, drupje olie of zo.
Eenmaal bij het cafeetje blijkt deze gesloten. Nog te vroeg in het seizoen of zo.
Dan maar door naar Atherinos, ook zo’n mooie baai. De kade daar is heel rustig, maar drie boten, waaronder die van Gray, die daar altijd ligt. Bij het restaurant van Kostas zit niemand. Niet leuk om dat wat te drinken. 50 Meter verderop zit nog een restaurant, waar wel mensen zitten. Daar gaan we heen. Eenmaal aan een tafeltje, met een prachtig uitzicht op de baai, besluiten we om dan toch maar een kannetje wijn te bestellen, een tzaziki en een taramosalata. Een heerlijke lichte lunch.
Daarna door naar Fanari Beach. De Fanari Beach Bar moet dicht zijn, volgens Paul, omdat er geen vergunning is afgegeven. We gaan het zien. De Bar is inderdaad dicht, maar tegenover het strand zijn twee andere tentjes. Tijd voor een stop en dan terug op de step naar de boot.
Twee dagen later komt de step goed van pas voor een tochtje naar restaurant Paradies. Het ligt aan de straat van Meganisi met veel gras, bomen en ander groen. Het is een uitdagende trip met halverwege een heuvel die zo steil is dat er moet worden bijgestept.
De entourage van Paradies is het allemaal waard. Prachtige sfeer, mooi uitzicht en lekker eten.
Is er dan helemaal niet geknutseld in Vathi? Tuurlijk wel!
Al een poosje werkt de snelheidsmeter van de boot niet. Onder de boot zit een soort schoepenradje dat wordt rondgedraaid wanneer de boot zich voortbeweegt door het water. Dat ronddraaien wordt dan electronisch vertaald naar de snelheid t.o.v. het water. Op dat schoepenrad gaan helaas schelpjes wonen en ook wil het rad af en toe geolied worden. Ja, lekker makkelijk al hij onder de boot onder water zit. Daar is iets op bedacht. Je kan de hele unit uit de bodem draaien. Trek je hem eruit, dan klapt er een klepje dicht. Dat klepje verlaagd de druk waarmee het water dan de boot in spuit, maar zeker niet helemaal. Je dan dus ook snel een dummy-unit in het ontstane gat steken om de boot niet vol te laten lopen. Tot zover de theorie. Eerlijk gezegd durfde ik het niet aan om dit te doen. Wat niet als zo’n klepje niet goed werkt of dat er ineens een hele fontein in je boot staat en je krijgt de dummy er niet in? Nu weet en kan Paul alles als het over zeilen gaat. Dus heb ik Paul gevraagd of hij mij kan helpen. Dat wil hij. Hij draait de unit eruit en moet ik snel de dummy erin draaien. Hup, dacht ik, daar gaat hij. Als al die andere zeilers dat durven, dan durf ik dat ook.
En dus draait Paul de unit los. Er komt flink wat water uit het gat, maar eruit spuiten doet het ook weer niet. Ik duw met de dummy de waterkolom naar beneden en voel hoe de dummy het gat in gaat. Nu nog netjes vastzetten en klaar. Gelukt! Er zitten nauwelijks schelpjes op het rad, maar het draait wel stroef. WD40 dus, dat lost bijna alles op in botenland. Het rad draait daarna inderdaad weer heel soepel. We doen de wisselprocedure in omgekeerde volgorde. Het went al een beetje.
De snelheidsmeter zou nu moeten werken, maar dat weten we pas als we weer varen.
Vathi is een gezellige en gemoedelijke plek, met diverse soorten restaurantjes, cafeetjes en terrasjes. We maken er graag gebruik van en het valt moeilijk om er weer weg te gaan, vooral omdat we zoveel leuke mensen ontmoet hebben.
Maar ook lokt het avontuur en de 12e vertrekken we richting Kalamos, waarover we al heel wat mensen hebben horen vertellen.

12 Juni.

We staan weer vroeg op, immers, vroeg vertrekken is vroeger aankomen en vroeger aankomen is meer kans op een plekje.
Daarnaast heeft op deze romantische Griekse eilandjes de morgenstond een hele lading goud in de mond.
We nemen wel weer de tijd voor een ontbijt aan boord en zien klein Vathi langzaam wakker worden.
Bij het aanleggen in Vathi hield de motor van de ankerlier een paar keer in, dus vinden we het wel spannend hoe de motor zich houdt bij het ophalen van het anker.
We doen de vertrekroutine. Onze Nederlandse buren helpen ons nog even met de gammele touwtjes waar in Vathi de landvasten doorheen moeten.
Ik geef een beetje gas en daar gaan we. De ankerketting gaat van romeldebommeldebom. Na een poosje gaat de boot te hard voor het inhalen van de ketting. Ik zet de boot in z’n achteruit. De ketting loopt weer naar binnen en even later stopt hij weer.
Hij doet niets meer, laat Chris weten. Welk knopje ze ook indrukt op de bediening van de lier, er gebeurt niets.
Dit hebben we al eens eerder gehad en dat was bepaald niet leuk. Toen bleek de schakelaar kapot. Die hadden we toen overbrugd en de afgelopen winter hebben we in haven Cleopatra de schakelaar laten vervangen.
Ik herinner me dat die schakelaar er een is die een ingebouwde zekering heeft. Wordt de stroom te hoog, dan valt de schakelaar af.
Misschien is dat wat er gebeurd is. Ik laat het stuur voor wat het is en loop naar de slaapkamer. Onder het bed zit de betreffende schakelaar. Die staat inderdaad op uit. Ik zet hem op aan en loop weer naar boven.
Probeer hem nog eens, roep ik naar Chris.
Hij doet het weer!
Langzaam en voorzichtig halen we de ketting naar binnen. Dat werkt en even later hebben we het anker te pakken.
Minder goed nieuws is er over de snelheidsmeter. Daarvan had ik met Paul het schoepenrad geolied, maar de meter geeft nog steeds geen snelheid aan.
Nou ja, we hebben altijd nog de snelheid vanuit het GPS-systeem.
Ik activeer de auto-route. Ik had gehoopt dat een juiste input van de bootsnelheid het slingeren zou verminderen, maar goed die info ontbreekt nog steeds.
De tocht rond Meganisi is prachtig en via de autoroute steken we vanzelf over naar Kalamos.
Ook de vergezichten naar Kalamos zijn prachtig. We ronden het eiland en stevenen af op de haven.
Bij ons eerste zeilavontuur, een flottielje in 2011, kregen we tussen Kalamos en Kastos een enorme valwind om de oren. De boot ging zo schuin dat de zeilen bijna het water raakten. Dat willen we niet weer meemaken en we zijn extra voorzichtig.
Even later varen we het haventje van Kalamos binnen. We zijn niet de enige. Vlak voor ons probeert een zeilboot aan te leggen en achter ons wil ook een grote catamaran naar binnen.
We hebben veel gehoord over George. George is er altijd en helpt iedereen met aanleggen. George heeft daar ook het grootste restaurant en dus probeert hij de haven zo vol mogelijk te leggen. Maar goed, het is een klein haventje en om daar op anker goed aan te leggen is niet makkelijk, dus alle hulp is welkom.
Alleen is George nergens te bekennen.
De zeilboot voor ons doet alles verkeerd en krijgt vanaf de kant advies van een behulpzame Hollander.
Iets verderop ligt een Brit die inmiddels naast zijn boot staat, kennelijk om onze lijnen aan te nemen.
De rest moeten we dan maar zelf doen.
Ik vaar met de neus van de boot tot bijna aan de tegenoverliggende kade. Ik ga achteruit en Chris ziet, beter dan ik, dat we goed op koers liggen. Anker uit, roep ik dus. We komen goed uit bij de Brit en hij neemt de lijnen aan.
Appeltje, eitje, eigenlijk.
We zijn blij met ons mooie plekje en leggen de boot mooi strak.
Omdat we zo tevreden met onszelf zijn, doen we voor deze ene keer een vroeg ankerbiertje met alcohol erin. En dan daarna een koffie.
Langs de haven liggen, naast het restaurant van George, nog wat terrasjes, restaurantjes, een buurtsuper en een bakker. Het is er alleen heel rustig. Wie weet wordt het later drukker.
Omdat het de enige plek is waar mensen zijn, drinken we ‘s middags een drankje op het terras van George. Ook reserveren we een leuk tafeltje voor ‘s avonds.
Voor we het weten is het alweer avond en eten we lekker en gezellig bij George.
Al met al weer een mooie dag.

13-14 Juni.

Heel veel is er op Kalamos niet te doen, dus besluiten we de donderdag weer te vertrekken.
We wandelen naar boven, waar het oude dorpje is. Op zich niet zo’n enorme wandeling, maar de zon staat er goed op! We zijn dan ook blij boven in het dorp een schaduwrijk terrasje aan te treffen.
Twee Caffé Frappé en alles is OK!
We verkennen het dorpje boven en ook de bakker aldaar. Via Google maps vinden we een weggetje dat naar het zuidelijk gelegen strand gaat.
Een mooie, fotogenieke route.
Bij het strand treffen we een oude windmolen zonder wieken aan. Het roept een vage herinnering op. We herinneren ons met zekerheid dat we in 2011 met de flottielje bij George gegeten hebben. Zouden we toen ook langs de molen gewandeld hebben?
Verderop op het (verlaten) strandje zien we iets dat op een strandtent lijkt. We lopen erheen en bestellen een biertje.
Hier zijn we ook eerder geweest, zeg ik tegen Chris. Nietes, zegt Chris, ze heeft er geen actieve herinnering aan.
Tijdens het biertje open ik op Google Drive mijn oude foto-archief. De map Lefkas-flottielje-2011. Ik blader door de foto's totdat ik inderdaad een (selfie) foto aantref van ons beide in hetzelfde strandtentje! We maken nu opnieuw een selfie om te bestuderen of we in die 12 jaar misschien ook ouder geworden zijn…
‘s Avonds eten we weer bij George.
De volgende dag kopen we nog wat spullen bij de buurtsuper. Er moeten daar meer Nederlanders komen, want hij roept doei en doeg.
We lopen nog langs de uitgestorven terrassen en besluiten om nogmaals naar het strand tentje te gaan. Daar is het best gezellig.
Eenmaal terug in de haven, zitten er zowaar mensen op een van de andere terrassen. We gaan er bij zitten, bestellen een ouzo (vinden we alleen lekker als we in Griekenland zijn) en raken in gesprek met twee Engelsen voor ons.
Ons plan is om morgen extra vroeg te vertrekken naar Kioni. Kioni ligt op Ithaka en moet een parel zijn die doet denken aan de tijd dat Fiskardo nog niet zo overdadig toeristisch was. Aan de kade van Kioni is maar beperkt plaats, dus, zo schrijft iedereen op zeilapp Navily, vroeg aanwezig zijn.
Terwijl we met de Engelsen in gesprek zijn, zien we dat George een zeilboot recht tegenover ons laat aanleggen. Zijn anker moet dus wel tussen of op onze ankerlijnen liggen. En, of dat dit nog niet naar genoeg is, legt George een tweede boot in raft neer aan de eerste boot tegenover ons. Er is geen kade ruimte meer, maar door de boten in raft aan elkaar te knopen, liggen ze toch vast.
Even later liggen er acht boten tegenover ons en aan het eind van de haven liggen drie boten in raft.
Dat zijn allemaal restaurant-klanten zal George denken.
De Engelsen vertellen dat dit hier heel gebruikelijk is. Gaat dat dan goed met de ankerketting, vragen we ze? Nee, zeggen ze, dat is ‘s morgens een hoop gedoe. We zullen waarschijnlijk moeten wachten totdat alle raft-boten zijn uitgevaren.
Chris oppert nog dat we mogelijk ons anker precies tussen de tegenover liggende ankerkettingen uit kunnen halen, maar ik vrees dat ons anker misschien wel onder de boten tegenover ons ligt.
Een dag uitstel is geen optie. Kalamos hebben we echt wel gezien en er dreigt na donderdag slecht weer met veel wind en mogelijk regen.
We verzinnen een plan B; we varen weer naar Sivota, reserveren een plek bij Ron en Viola, wachten het slechte weer af en varen daarna naar Kioni.
We staan morgen vroeg op en dan beslissen we wat we doen.

15 Juni.

Er dreigt, volgens de weerapp’s, NA donderdag slecht weer. Nou OP deze donderdag ziet het er bij het opstaan ook niet bepaald zonnig uit. Het is half bewolkt en op de app staat dat er rond 11:00 uur een kleine kans is op een klein buitje.
Nou, klein…, klein…, daar zijn we niet bang voor.
We zijn vroeg uit de veren en nemen een kijkje aan dek. Aan onze kant van de haven zitten bijna alle bootbewoners op de punt van hun boot te kijken naar de boten tegenover hen. Het is duidelijk dat niemand van hen weg wil varen voordat de boten tegenover hen weg zijn.
Op de boten tegenover ons zien we wel activiteit, dus gaan we er maar vanuit dat ze dadelijk zullen vertrekken.
Na een poosje vertrekt er toch een catamaran uit “ons” rijtje. Die vist meteen raak; hun anker neemt een ketting mee. Goed idee dus om maar even te wachten.
Dit maakt duidelijk dat het ons niet zal lukken om rond 11:00 uur in Kioni te zijn, het is immers zeker tweeënhalf uur varen.
Plan B dus, uitwijken naar Sivota en Ron appen om hem te vragen een plaatsje te reserveren voor ons. Kijkend naar de weerapp, die een aantal dagen regen en wind voorspelt, reserveer ik ons plekje tot aanstaande maandag.
Na een kwartiertje krijg ik een reactie van Ron; hij reserveert een plek voor ons.
Nu kunnen we rustig afwachten. Wel is het zo dat we richting zuid de lucht steeds donkerder zien worden. Daar letten we maar niet op; het is vandaag varen of wachten tot maandag.
We zijn immers mooi-weer-zeilers en daar schamen we ons niet voor.
Tegen een uur of 11 is het raft van boten tegenover ons helemaal opgelost. De boten naast ons gaan vertrekken. We zien hoe ze hun anker ophalen op ongeveer de plek waar daarnet nog boten lagen.
Ook wij varen uit. Ik vergeet de autoroute in de Axiom te activeren en ik weet nog niet hoe ik door waypoints heen kan scrollen, dus dat wordt weer ouderwets varen op de tablet met Navionics.
We varen tussen Kalamos en Kastos door. Een gebied waar plotseling heel sterke windvlagen kunnen opsteken. In 2011 voeren we hier met onze flottielje boot en zijn we bijna omgeslagen, de zeilen raakten net niet het water.
Nu is het windstil, maar we zijn toch op onze hoede.
De rukwinden blijven weg, maar de lucht wordt steeds zwarter.
Voorbij het eind van Kalamos, waar we naar het westen moeten draaien, begint het licht te regenen. De druppels vallen loodrecht naar beneden, dus onder de bimini blijft het droog.
Na een poosje houdt het op met zachtjes regenen; dikke druppels vallen nu gestaag naar beneden. De wind neemt iets toe, maar niet verontrustend.
Wanneer we aankomen bij de baai van Sivota, plenst het flink, de wind wordt sterker en er komen grotere golfjes op het water.
Dat gaat nog heel ongezellig worden vandaag, maar gelukkig zijn we er bijna.
Bij het ponton roepen we Ron op via de marifoon. We moeten op ongeveer ons oude plekje liggen en Ron & Viola staan daar al klaar in hun regenjas. Voor het aanleggen moeten we onder onze beschermende bimini vandaan en in no-time zijn we kletsnat.
Zodra onze landvasten liggen, vliegen Ron & Viola weer weg, want het is inmiddels topdrukte op hun ponton.
We doen de laatste aanlegdingen (loopplank, walstroom) en gaan de kajuit in. We doen onze natte kleren uit en twijfelen tussen ankerbier en hete koffie. Het wordt koffie.
Eenmaal opgedroogd en aan de koffie, voelen we ons blij dat we niet later zijn uitgevaren en dat we nu gezellig de regen op de kajuit horen tikkelen, nou tikkelen, het plenst.
Een uurtje later is het een grote chaos in de baai van Sivota. De ene boot na de andere komt binnen en iedereen wil een plekje. Het ponton van Ron ligt al helemaal vol en ik ben blij dat zo vroeg al gereserveerd heb. Snel zijn alle plekjes overal vergeven en valt er ook niet meer te ankeren.
Dat krijg je met onverwacht slecht weer.
Wij zitten goed en gaan genieten van de gezelligheid van onze kajuit.

16-18 Juni.

In de nacht van 15 op 16 juni regent het vrolijk verder. Ook de wind laat weten dat hij er is.
Op de dagen hier wisselen wind en regen af met een waterig zonnetje.
Sivota is gezellig als altijd. Op de droge momenten gaan we ergens op een terrasje zitten voor koffie of een drankje. Van de restaurants vernemen we wat voor een chaos het was op de avond van de 15e. De haven lag ramvol, iedereen wilde ergens eten, maar de helft van alle tafeltjes stond buiten in de regen.
Wij hebben de dagen erna restaurantjes uitgezocht waar we nog niet geweest waren. Weer een keer Gyros Pita bij Yianna’s family cafe en een keer bij Odysseia family Taverna.
Omdat we walstroom hadden (gebeurt niet vaak) hebben we drie wassen gedraaid in onze machine. Het was droog en winderig, de de was droogde snel.
Op zondag was het weer alweer behoorlijk opgeknapt, maar ons vermoeden was dat er nog flink wat golven zouden staan. Van de mensen die binnenkwamen (er was inmiddels weer plek) hoorden we dat het op zee inderdaad nog geen pretje was.
Goed dus dat we de maandag hadden uitgekozen als vertrekdag.
Op zondag Ron en Viola betaald en de watertanks gevuld; klaar voor vertrek.

19 Juni.

Vandaag onze uitgestelde reis naar Kioni.
Gezien de schoonheid en dus populariteit van Kioni, wilden we er vroeg zijn.
Vroeg op en vroeg ontbijten. Mooi om te zien hoe Sivota langzaam ontwaakt.
Wegvaren is nog even lastig. Er liggen lange schepen naast ons en hun mooringlines liggen lang en hoog vooruit. Daar moeten we omheen zonder op de bootjes voor ons te stuiten.
Dat loopt soepel.
Ik heb er zelfs aan gedacht om de autorouting te activeren, maar ik wacht daar maar even mee totdat de baai wat breder geworden is.
Om niet te gaan slingeren bij elk volgend waypoint heb ik geleerd hoe ik de gevoeligheid van de stuurautomaat kan instellen. Hij staat op 5 en ik schroef hem terug naar 2. Ik schakel de autorouting in en de boot glijdt geleidelijk naar de gewenste koers.
Dat is dus de anti-slinger-truuk! Ook weer geleerd.
Op een lang stuk tussen Lefkas en Ithaka wijkt de boot langzaam steeds verder van de geplotte koers af om dan ineens toch krachtig te corrigeren. Standje 2 is misschien toch iets te slap. Ik zet hem op 3. Daarna reageert de boot perfect op elk volgend waypoint en houdt goed koers.
Op de plotter zie ik m.b.v. de AIS een boot op ons afkoersen. Ik kan moeilijk inschatten hoe dat gaat aflopen. De AIS maakt ook nog geen inschatting. Chris ziet, met haar scherpe ogen, dat het een flink grote boot is, die dus wel flink hard zal varen.
Chris stelt voor om langzamer te varen en de grote jongen voor te laten. Ik stel voor om extra gas te geven en zo zelf voorlangs te gaan.
Omdat ik de gashendel vasthoud, krijg ik gelijk.
De boot komt inderdaad snel op ons af en we zijn er niet gerust op.
Ik geef meer gas en daarna nog meer. Chris vindt het niet gezellig.
Uiteindelijk gaan we inderdaad voorlangs en een groot vrachtschip vaart zo’n 300 meter achter ons langs.
Zo, ook weer gehad.
Dan zie ik vanaf de andere kant een AIS stipje op ons af komen en wel met een bloedvaart. Jongens, moet dat nou. Als snel zien we hem aankomen. Dat keer gok ik erop dat hij bij ons voorlangs zal gaan. Chris vindt dat ook, dus geen discussie.
Uit voorzorg zet ik de boot stil. De andere boot is er in een oogwenk en kruist inderdaad voorlangs. Het blijkt de supersnelle boot van de Italiaanse kustwacht te zijn. Even lekker blazen voor de jongens, maar wat doen ze in de Griekse wateren?
Ik geef weer gas en de boot zoekt vanzelf weer de juiste koers naar Kioni. Makkelijk hoor!
Door bij elk piepje op de track-toets te drukken, draaien we de baai van Kioni in. De baai is mooi en het dorpje is heel schilderachtig.
Aan de kade zijn nog heel wat plekjes vrij. 10:15 uur is kennelijk een heel goede aankomsttijd.
Om aan te leggen, moeten we met de neus naar de ene kant van de baai varen om vandaar uit achteruit naar de kade te varen.
Dat lukt en Chris laat het anker zakken. Op de kade staan alweer mensen klaar om de landvasten aan te nemen. De ene is een Nederlander die ons welkom heet en de andere is een Deen. Dezelfde Deen waarnaast we een maand geleden aanlegden in Preveza. Kleine wereld.
We liggen perfect, vinden we, op een perfecte plek.
Het dorpje heeft inderdaad iets van Fiskardo, maar dan van toen het nog niet zo toeristisch was. Wel leuke terrasjes en winkeltjes, maar niet druk.
Hier, zo besluiten we direct, gaan we een weekje blijven.

20-25 Juni.

Het dorpje is klein, maar heeft veel terrassen voor zowel koffie/bier als eten. Er is een bakkertje (met heerlijk lang vers brood) en een supermarktje.
Opvallend zijn de sieradenwinkeltjes er zijn er wel vijf, met allemaal handgemaakte sieraden. Heel mooi.
We stoppen voor een freddo cappuccino. We genieten ervan, maar misschien nog wel meer van het prachtige uitzicht over de baai!
Paradijselijk!
‘s Morgens is het een drukte van belang op het water. De meeste boten varen uit en tegen 11 uur liggen er nog maar een paar plakkers in de baai. Na 11 uur begint het direct weer vol te lopen. Eerst aan de zijde waar je met de spiegel aan de kade kan liggen en daarna aan de overzijde, waar je met lange drijflijnen vast moet maken aan de kant omdat het daar te ondiep is. Die lijnen moeten dan zwemmend, of met de rubberboot, aan wal gebracht worden.
Je begrijpt dat dit taferelen zijn waar we uren naar kunnen kijken.
Onze verkenningen brengen aan het licht dat er ook een wandelroute rond Kioni is uitgestippeld. Wanneer we vroeg genoeg op zijn, zouden we die eens kunnen lopen.
Dan is het toch hoogtijd dat Chris de sieradenwinkeltjes eens van binnen gaat bekijken. De sieraden zijn allemaal handgemaakt door beslist getalenteerde ontwerpers. Chris kijkt haar ogen uit en, ik moet bekennen, ikzelf vind ze ook mooi. Uiteindelijk kiest Chris Twee oorbellen uit. Hele mooie en het tweede paar krijgt ze voor de halve prijs.Chris is blij en ik ben blij dat Chris blij is.
Na een stukje omhoog lopen, kom je langs de Grieks orthodoxe kerk van Kioni. We nemen er binnen een kijkje. De kerk ziet er mooi uit en Chris brand een kaarsje voor onze overleden familieleden. We geloven geen van beiden in God of de hemel, maar dit ritueel houdt Chris erin.
Kioni is ook populair bij toeristen zonder boot. Elke dag meren er twee of drie toeristenboten aan op de dwarspier om een golf dagtoeristen over het dorpje uit te spoelen. Dat is rond lunchtijd, dus de lokale horeca doet dan goede zaken. Ze lijken vaak allemaal bij hetzelfde restaurant te willen zitten, dus daar zal wel wat onderling zijn afgesproken tussen het restaurant en de touroperators.
Wij hadden voor een bepaalde dag besloten te gaan lunchen bij een restaurantje aan het einde van de baai. Toeristenboot nummer drie komt om twee uur aan, dus liepen we voor de zekerheid om kwart voor drie naar het restaurant. Mis dus. Vandaag zat ook dat restaurant helemaal vol met dagjesmensen. Gelukkig zijn er meer restaurants, dus konden we toch een tafeltje vinden. Dat restaurant had wilde geit van het eiland. Omdat hij op het onbespoten eiland in het wild leefde, stond hij eveneens gekwalificeerd als macroneurotisch (of zoiets). Daar liet ik me niet door afschrikken en dus bestelde ik de wilde geit. Chris koos voor een wat veiliger gerecht.
De geit was heerlijk! Het gerecht van Chris trouwens ook.
Na een paar dagen arriveert de Adagio, de zeilboot van Erik en Laura, bij wie we op Meganisi petanque gespeeld hebben. Hun boot had een ernstig probleem met elektrolyse in de aandrijfas en was lang onbruikbaar, maar gelukkig was hij nu gerepareerd. Ik zag ze op een dag “varen” op de MarineTraffic app, had whatsapp contact en dus kwamen ze naar Kioni.
Naast onze boot was een plekje vrij, dus daar koersten ze op af. Eenmaal in de buurt ontstond er twijfel of het anker er wel recht voor lag. Dan maar overnieuw. Het anker werd weer opgehaald en kwam omhoog… met een hele grote plaat eraan. Iets van anderhalf bij tweeënhalve meter.
Snel liep de kade vol met nieuwsgierigen. Iedereen heeft een aluminium stok met en haak aan boord om, bijvoorbeeld, de mooringlines op te vissen. Met zo’n stok probeerde Laura de plaat los te krijgen, maar die was te groot en het anker zat er dwars doorheen.
De man naast me vertelde dat er twee jaar geleden een enorme medicane in dit gebied geweest was. Een soort hurricane die normaal gesproken alleen in het Caribisch gebied voor komt. De opwarming van de aarde heeft die hurricane nu ook naar de mediterranee gebracht (medicane).
Dat stormgeweld had in de baai van Kioni drie schepen tot zinken gebracht en waarschijnlijk had Laura een stuk van de romp van één van die schepen aan haar anker.
Na een poosje werd Laura bij het anker afgelost door Erik. Na enkel subtiele pogingen, besloot Erik het te proberen door het anker neer te laten en weer op te halen. Het stuk romp zat er nog steeds op.
Iemand anders vroeg aan me wat er nu toch aan dat anker hing. Een doodskist, zei ik. Het duurde zeker twee volle seconden voordat hij besloot dat dit toch een leugen moest zijn.
Inmiddels was Erik overgestapt op de methode “grof geweld”. Hij haalde het anker, met plaat, zo hoog mogelijk op en liet het toen met een rotsmak in het water vallen. Eenmaal flink onder water, haalde hij het anker snel weer op. Het anker kwam weer boven… zonder het stuk polyester.
Het tiental toeschouwers langs de kade gaf spontaan een applaus. Met een buiging namen Erik en Laura de hulde in ontvangst.
Met hen hebben we in Kioni een paar gezellige dagen gehad. Ze varen al lang in dit zeilgebied en kennen het op hun duimpje. Kioni dus ook en dus wezen ze ons op een stukje terras van een restaurant dat onder op de heuvel was aangelegd. Daar gingen we dineren. Wat een mooi uitzicht over de baai en wat een boel trappen lopen voor de ober!
Zo ontdekten we ook een café met een dakterras met uitzicht en met Negroni, inmiddels onze favoriete cocktail.
Waar wat later arriveerde de Saphir, de boot van Gert en Coralien, maar dan zonder Gert en Coralien. Ze delen de Saphir met hun zwager Martin, dus hem en zijn vrouw hebben we nu ook leren kennen.
Met z’n zessen gingen we uit eten bij weer een ander restaurant.
Het gesprek ging over onze boten en vooral over het onderhoud daarvan. Snel werd me duidelijk dat wij, met ons bootgeknutsel, helemaal niet mogen mopperen. Martin en Erik hadden veel langere lijsten pech en tegenslag, waaronder en in de brand gevlogen dieselmotor…
Ik bedacht me dat ik de drukmetertjes van onze schuimblussers nodig weer moet checken.
Na dit diner (en de ouzo/tsipouro op het terras), was dit dan toch het symbolisch einde van ons verblijf in Kioni. Martin had een reis naar verweg gepland, wij wilden naar Groot Vathi op Ithaka en Erik en Laura wilden dat ook.

26 Juni.

Reisdag naar “groot” Vathy op Ithaka. Het doel is weer om niet te laat aan te komen omdat anders de plaatsjes aan de kade zijn opgesoupeerd door de flottielje boten. Door vroeg te vertrekken, blijft er toch genoeg tijd om lekker te varen.
Laura had aangegeven dat hun ketting mogelijk over de onze ligt en dat het dus slim zou zijn wanneer zij eerder vertrokken.
Toen we op ons achterdek kwamen, lag de Saphir van Martin al midden in de haven. Hij draaide om een andere boot heen die daar ook lag. Daar werden weer twee ankerkettingen uit elkaar gedraaid.
Zowel bij ons als op de Adagio werden weer de vertrekroutines uitgevoerd. De bijboot van de Adagio lag probleemloos in het water; die hadden Erik en ik toch maar mooi weer waterdicht gekregen.
Het vertrek van de Adagio was probleemloos; geen wrakstukken aan het anker dit keer. Ook ons vertrek verliep naar wens.
De afstand tussen Kioni en Vathy is gering, dus alle tijd voor een rustige, toeristische route. Onderweg kwamen we langs een aantal strandjes, waarvoor meestal een aantal zeilschepen op anker lagen. Uiteindelijk draaiden we de baai van Vathy in. Een indrukwekkend geheel, omringd door hoge heuvels. Er zit een bocht van 90 graden in en er bevinden zich enkele eilandjes in de baai.
Op het moment dat wij de baai indraaiden, was het ook een grote uittocht van zeilboten die weer het ruime sop kozen. Dat was nog flink sturen en inschatten om daar tegenin te varen.
Wel een goed teken; hoe meer vertrekkers, hoe meer plek voor ons.
Chris had ondertussen een flink app-verkeer met Peter en Annelies van de Skadi. Zij lagen in groot Vathy en konden ons dus vertellen hoe de situatie was.
Eenmaal aangekomen bij de kade, stonden Peter en Annelies ons al op te wachten. We kiezen positie, gooien het anker uit en varen achteruit. Op dat moment vertrekt de boot waarlangs we wilden aanleggen (met z’n bijbootje langs de zijkant!). Ik besluit er omheen te varen, maar ik kom bij de kade niet meer zo lekker uit. Er staat wat wind, dus gooien we als eerste de lijn aan de kant van de wind naar Peter. De beschikbare bolders voor onze landvasten staan ook niet lekker gepositioneerd; een V-vorm voor de landvasten zal niet lukken. Peter legt de lijn vast, die moet voorkomen dat de afdrijven door de wind,maar, door alle perikelen, zijn we al enkele meters afgedreven van de bolder. Peter krijgt ons niet richting bolder getrokken en dat moet wel, want anders liggen we niet mooi achter ons anker en krijgen we later problemen.
Er zit niets anders op dan een poging twee. Anker ophalen en weer laten zakken. Ik zou het liefst een langere aanloop nemen, maar dat past niet omdat er veel boten in de baai op anker liggen.
Toch liggen we, met hulp van Peter en Annelies, even later mooi op onze plek. We begroeten elkaar hartelijk, maar kort, want ze moeten alweer weg. De zoon van Annelies is op bezoek en vliegt eerdaags terug. Daarom moeten ze richting Palairos.
Een paar uur later komt de Adagio binnen. Erik had er wel vertrouwen in dat er ook dan nog wel een plekje zou zijn.
Later zouden we ontdekken dat het vanaf ongeveer drie uur plotsklaps helemaal vol loopt met, in hoofdzaak, flottielje boten.
Vol is hier overigens heel vol, want de kade van Vathy is honderden meters lang! Ook aan het eind en aan de overkant van de baai zijn nog plekken en in de baai zelf liggen vaak zo’n 30 schepen op anker.
Vathy is een druk stadje en langs onze kade is een drukke weg.
Met Erik en Laura gaan we later ergens wat drinken en later op de avond gaan we ergens in de stad wat eten.

27 Juni - 3 Juli

Vathy is een levendig stadje; erin en eromheen is een boel te doen. We besluiten dat we hier wel weer een weekje willen blijven.
Erik en Laura besluiten dat ze hier niet willen blijven en vertrekken de 27e weer richting “klein” Vathi (op Meganisi).
Wij besluiten te voet de stad te verkennen. Tientallen jaren geleden zijn we per veerboot van Zakynthos naar Kefalonia en Ithaka gevaren en zijn toe ook in Vathy geweest. Eens zien of we nog wat herkennen van toen.
Onze helderste herinnering van toen was het hotel waar we toen vanaf de veerboot naar toe gesprint hebben. Het had een mooi uitzicht over de baai en wij wilden een kamer met dat uitzicht (gelukt overigens, anderen kregen een kamer aan de zijkant).
Dat hotel hebben we weer gevonden; twee kamers aan de voorkant en acht aan de zijkant.
Een andere herinnering is dat er in Vathy bijna niets te beleven viel! Na 1 of 2 dagen zijn we toen weer op de veerboot gestapt. Dat is nu wel heel anders. Veel restaurantjes met terrasjes langs de kade, veel restaurantjes en cafeetjes in de stad en overal winkeltjes.
We eindigen onze verkenning op een terras en besluiten aan boord weer eens te genieten van de kookkunst van mevrouw van Beers.
Tijdens het ontbijt op het achterdek, zien we dat in het huis tegenover ons een verhuurbedrijf zit voor auto's, brommers en fietsen (fatbikes).
Misschien leuk om Ithaka te verkennen vanaf een brommer? Vroeger huurden we op vakantie in Griekenland altijd een brommertje. Via Google komen we uiteindelijk uit bij meneer Zambeli. Voor 20 euro per stuk kunnen we elk een dag een brommertje huren.
Jeugdsentiment en nog altijd hartstikke leuk om te doen. We kiezen een route richting Frikes. Frikes hadden we, op weg naar Kioni, overgeslagen omdat we lazen dat daar meestal geen plek is.
De weg naar Frikes biedt ons vele prachtige vergezichten. We komen bij een oud verlaten klooster, waarin nog wel een prachtige kerk gevestigd is. Bij het klooster is er een minstens zo prachtig uitzicht over de baai(en) van Vathy.
We passeren een merkwaardige verzameling menhir-achtige stenen uit de oudheid, slingeren door lieflijke dorpjes en stoppen in het dorpje Stavros (alles en iedereen hier heet Stavros).
In het park van Stavros is veel aandacht voor de Odyssee van Homerus over Ulysses (of Odysseus). Odysseus was de koning van Ithaka en had een paleis nabij Stavros. Daar zijn resten van gevonden en in het park is daarover een tentoonstelling met maquette en al. Is me dat een dosis cultuur ineens!
Dat vraagt om een drankje. We vinden een terras met uitzicht op Kefalonia en delen een biertje (we zijn op de brommer) en een watertje.
Door, daarna, naar Frikes. Daar treffen de de vier aardige Fransmannen die in Vathy naast onze boot liggen. Zij vertellen dat ze hier in Frikes heerlijk sardientjes hebben gegeten. Hmmm, gaan wij straks ook doen.
De baai van Frikes is niet bepaald beschermd. Je mag er daarom uitsluitend langszij liggen. Er is een kleine pier. Drie zeilboten langszij en dan is het daar op. Er is ook een langere kade, maar die lijkt niet beschermd tegen de golfslag die de grote, voorbij varende, veerboten naar binnen sturen.
Het piepkleine dorpje is wel heel romantisch. We eten er sardientjes langs de waterkant met tomatenballen vooraf en toch maar een half litertje rose.
Dan weer op de brommertjes. We rijden langs de andere kant van de centrale heuvelrug van Ithaka weer terug naar Vathy. We hebben prachtige uitzichten op het zeekanaal tussen Ithaka en Kefalonia.
Vlak voor Vathy begint, treffen we een leuk terrasje met witte parasols met uitzicht op onze baai. Nog een biertje dan maar, we zijn immers bijna thuis.
Even later leveren we de brommers in bij mevrouw Zambeli. We hebben veel te veel benzine getankt die door de Zambeli’s in dank wordt aanvaard.
De dagen daarop maken we veelvuldig gebruik van onze elektrische stepjes. Aan de overkant van onze baai is een mooi strandje en de weg ernaartoe voert door een bosachtige omgeving. Onderweg treffen we een leuk restaurantje met een terrasje onder bomen. Alweer is het uitzicht geweldig. Tijd voor een …..? Inderdaad; biertje.
Op de weg terug naar Vathy, zien we een richtingbordje naar twee stranden. We Googlen erop en zien foto’s van een klein strandje, een diepe baai en een strandtent die uit de hippietijd zou kunnen komen. Daar gaan we de volgende dag naartoe.
Zo gezegd, zo gedaan. De weg is ingewikkeld, loopt helemaal omhoog en daarna weer helemaal naar beneden. Het stuk omhoog trekt onze step nog net. Nou ja, net-wel is nog altijd stukken beter dan net-niet.
Het hippietentje is alles wat de foto’s beloofden en dan ook nog met een mooi uitzicht over het strand en de baai. We nemen water en Retsina en later ook een Griekse salade en gefrituurde inktvis.
Rijker kan je niet worden.
Tot onze vreugde stuiten we ook nog op een uitstekende supermarkt. We lopen er drie keer heen met onze oma (trektas) om de boot voorraden aan te vullen. We kopen pakken wijn van 3 liter, want, zo hebben betrouwbare mensen ons verteld, die smaken lang niet gek en je kan ze in de boot zo lekker makkelijk stapelen. Ze hebben ook speciaal bier; type “rood” van 7%. Eindelijk iets dat een beetje lijkt op ons favoriete Belgisch bier. We slaan er flink wat van in.
Dan wordt het tijd om onze volgende reis te plannen. Wanneer we om de zuidkant van Ithaka varen en daarna naar noordwest, komen we uit bij Sami op Kefalonia. Daar horen we heel verschillende berichten over en ook zeil-app Navily geeft verschillende verhalen. Ergens lees ik dat de Port of Sami nu veel leuker is dan vroeger omdat de veerboten nu elders aanleggen niet meer in de haven komen.
Dat geeft de doorslag; wij gaan naar maandag naar Sami.
Nou, misschien gaan we maandag wel niet naar sami, want windapp Windy laat van zondagmiddag tot maandagavond een hele hoop wind zien.
Op zondagavond waait het hevig en het golft en klotst flink in de baai. Dan moet het op zee zeker erger zijn. We besluiten maandag vroeg op te staan om te zien wat we doen.
‘s Nachts huilt de wind rond de boot en we kunnen raden wat we maandagochtend buiten zullen zien. We gaan toch kijken om 6:30 uur en zien buiten inderdaad nog steeds wind en golven.
We blijven nog een dagje.
‘s Avonds maken we kennis met een Australisch echtpaar. Ze hebben een 45 voet catamaran. Echt giga. We krijgen een rondleiding. Of je in een sjiek hotel appartement zit!
Zo’n gevaarte kan je bijna nergens aanleggen, maar mooi is hij wel.
We krijgen een wijntje en nog een wijntje en dan komt de whisky op tafel. Hallo, we moeten morgen om 6:30 op hoor!
Zij ook, dus na 1 whisky voor Roelf zeggen we wellterusten.
We kunnen nog een paar uurtjes slapen voordat de reis naar Sami begint.