4 Juli.

ZOOOOOEEEEEEMMMM, ZOEM, ZOEM, doet de wekker.
Het is half zeven en het was een kort nachtje.
We gaan wassen en ontbijten en de boot klaarmaken voor vertrek.
Altijd weer spannend; hebben de buren hun ankerketting recht vooruit gelegd, of ligt hij over onze ketting heen? Onze Italiaanse buren zijn in elk geval wakker, dus die vertrekken misschien nog voordat wij vertrekken… Nee, zeker niet, ze maken zich klaar voor een wandeling rond Vathy. Ik vraag naar hun telefoonnummer. Wanneer wij straks hun anker lostrekken, dan kunnen we ze in elk geval bellen.
Onze Noorse buren zijn nog in diepe rust, daar kunnen we niets mee afspreken.
Dan komt het moment van vertrek en het ophalen van het anker. Tegen de tijd dat we bijna bij het anker zijn, is het, als altijd, even pielen, maar dan ziet Chris op de bodem een plofje zand ten teken dat het anker eraan komt. We kunnen op weg!
In de bochtige baai laat ik de autopilot maar even voor wat hij is. Kapitein Post stuurt zelf wel.
Het uitvaren van de baai levert weer prachtige vergezichten op met hier en daar een zeilboot. Aan het einde van de baai gaan we rechtsaf richting de zuidpunt van Ithaka. Er komen ons nogal wat boten tegemoet en dus moet ik het af en toe weer overnemen van de autopilot. Aan stuurboordzijde glijdt Ithaka aan ons voorbij. Heuvels, rotsen, strandjes, baaien en ankerplaatsen.
Bij het zuidpunt draaien we naar het westen en daarna westnoordwest, richting de baai van onze bestemming. Het doel daar is Sami, maar we hebben ons voorbereid op mogelijk nodige alternatieven; Agia Efimia op een uurtje verder. Aan de kade daar of ankeren de beschutte baai van Efimia.
Voor we de baai kunnen indraaien, krijgen we het nog even druk met snelle veerboten die ons tegemoet komen. Wat is hun koers? Moet ik langs stuur- of bakboordzijde? Uiteindelijk wijst het zichzelf.
We draaien de baai in en de autopilot wil naar links achterin. Nou, wie zijn wij dat wij daar anders over zouden denken?
Uiteindelijk doemen twee haventjes op. Wij willen naar Port of Sami; aan bakboord.
Spannend, spannend, is er een plekje? Ik roep op de marifoon de havenmeester op. Ja, Port of Sami heeft een havenmeester. Hij reageert snel en geeft aan dat we aan de ingang van de haven opgewacht worden.
Dat is ook zo. Ze, ja het is een “ze”, wijst naar de beoogde pier en gaat klaar staan om onze lijnen aan te nemen. Wat een luxe!
We draaien in de haven goed in, gooien op de juiste plek het anker uit en leggen aan. Makkie!
We kijken om ons heen. Ons was verteld dat het er een beetje industrieel uit zou zien. Nou, misschien die andere haven, maar deze oogt heel gezellig, met langs de kade tal van terrasjes en restaurants. Ook hier gaan we met plezier weer een poosje blijven.

5 - 9 Juli.

Onze dagelijks blik op onze Windy app leert ons dat het vanaf donderdagmiddag t/m zaterdag meer dan behoorlijk gaat waaien. We liggen in Port of Sami redelijk beschut, dus besluiten we om zeker tot zondag te blijven liggen.
Dat is geen straf. Sami heeft genoeg te bieden. We lopen langs de vele restaurantjes en terrasjes langs de kade en verkennen ook de dorpsstraat. Veel leuke winkeltjes, grote supermarkten, een chandler en een groentewinkel die gasflessen verkoopt. We vullen onze gasfles voorraad aan.
Richting het tweede haventje, treffen we een heel gezellig cafeetje. Ze draaien muziek van toen we nog met de rugzak door Griekenland reisden. Onder de bomen van hun terras is het heerlijk koel en het uitzicht over de baai is formidabel. Het feit dat we ouzo en tsipouro drinken schept meteen een band met de bediening. We zouden er nog vaak terugkomen, zowel overdag als ‘s avonds.
Overigens vonden we in het dorp ook een heel gezellige tent met een terrasdak van bladeren en een cocktail happy hour. Ook geen straf.
Vanaf onze boot kunnen we heel in de verte Agia Efimia zien liggen. We besluiten om er een dagje op uit te gaan met de step om dan in Efimia te lunchen. De route van Sami naar Efimia loopt langs de kust. We rijden langs strandjes en komen in een klein dorpje. Naar beneden kijkend zie ik een klein meertje en een waterrad. Hier moesten we maar eens een cola drinken. Uiteindelijk hadden we nog Google Maps nodig om een weggetje naar beneden te vinden, maar toen kwamen we dan ook op een heel mooi plekje. Een prachtig meertje, gevuld met water uit de bergen en van daaruit een stroompje richting de zee. Onderweg in het stroompje staat dan het waterrad. Zo te zien alleen voor de sier, maar wij doen het ervoor.
Even verderop een restaurantje met alweer een mooi uitzicht. Twee Cola Zero graag (ja, die met aspartaam).
Daarna weer door naar Efimia. Al snel komen we langs een toeristische trekpleister; de blauwe grot, grotten met een ondergronds meer. Doen we nu niet.
De weg slingert langs diverse baaitjes en stranden totdat we Efimia naderen.
Efimia ligt aan het einde van een steeds smallere baai. In het eind daarvan is het kennelijk goed ankeren, want er liggen heel wat boten. Het dorp zelf bestaat eigenlijk uit een lange kade langs een kant van het einde van de baai. Tal van zeilboten liggen er met de spiegel aan de kade, maar er zijn ook zeker nog een aantal plekken vrij.
Aan de andere kant van de weg langs de kade is het restaurant na restaurant met af en toe een winkeltje of een cafeetje.
We steppen een keer heen en weer en krijgen dan zin in bier. Het is inmiddels lunchtijd, dus dat gaan we combineren. Tot onze verrassing zit en ene restaurant afgeladen vol en is het andere restaurant bijna leeg. Wij willen een restaurant waar we onze stepjes naast onze tafel kunnen zetten en kiezen dus een wat leger restaurant uit. De eigenaar is heel behulpzaam en zoekt een mooi plekje voor onze stepjes.
De bediening is vlot, het bier is koud en het eten is heerlijk. Geen idee waarom het hier zo rustig is.
Dan zien we een touringcar die voor een druk restaurant stopt. Alle toeristen uit de bus worden richting het drukke restaurant gedirigeerd. Zo werkt het hier dus. Er zijn restaurants met een contract met een reisorganisatie of een flottielje en restaurants die dat niet hebben. De ene zit stampvol en de andere blijft leeg.
Wij genieten in elk geval van de kwaliteit en de aandacht van ons restaurant.
Daarna verkennen we de kade grondig; we zijn vast van plan hier later naar toe te varen.
Dan rijden we weer terug richting Sami. Ook nu hebben we geen zin in een toer door de blauwe grotten.
Eenmaal terug stallen we de stepjes in de boot om ze weer op te laten. Port of Sami heeft geen stroomaansluitingen en dus doen we alles op onze zonnepanelen, zo ook dus het opladen van de stepjes. Dat is nog eens klimaat!
We zitten wat op het terras van ons schip, op een terras langs onze haven, het terras onder de bomen, het happy hour terras of een restaurantje.
We doen wat onderhoud aan de boot, spreken met Nederlanders die hier ook in de haven liggen en dat is het alweer zondag; tijd om ons vertrek te plannen!
We lezen de Navily app de nog eens op door en ineens lezen we een nieuwe recensie. Iemand moest na een nacht alweer weg uit Efimia van de havenmeester, want, zij hij, maandag is alles gereserveerd voor flottieljes. Maandag? Dat is onze reisdag naar Efimia. De havenmeester daar is te bellen, dus ik bel of we maandag terecht kunnen. Nee, dan is hij vol. Dinsdag dag? Nee, zegt hij, we zijn vol tot 28e. He, da’s raar, reserveren kan en mag helemaal niet aan een publieke kade. We informeren bij onze vrienden die op Meganisi wonen.
Ja, de havenmeester is behoorlijk corrupt, omgekocht door de flottieljes. Vaak houdt hij zoveel plaatsen vrij dat ‘s avonds de halve kade leeg is!
Daar zou je dan ruzie over kunnen maken, maar daar hebben de bejaarden geen trek meer in.
We gaan maandag de andere richting op, naar Poros.

10 Juli.

Reisdag naar Poros. Poros is niet zo heel ver weg, dus we kunnen rustig aan doen. Wel 6:30 de wekker maar ook lekker op het achterdek ontbijten.
Om ons heen is het overal nog rustig. Hier en daar zijn ook anderen aan het ontbijten.
Dan wordt het toch tijd om te vertrekken. We stellen de route naar Poros in, gooien de landvasten los en halen de ankerketting in.
Rammel, rammel, rammel, totdat het stil blijft. Hij zit vast, roept Chris. Ik loop naar voren. We drukken op het down knopje en daarna weer het up knopje. Na een paar keer horen we een ratelend geluid uit de buik van de ankerlier. Wat is dit nu weer?
De boot wordt een beetje weggeblazen door de wind en de ketting loopt vanzelf het water in. Nogmaals het up knopje, weer het ratelgeluid en verder gebeurt er niets. Nou ja, niets, er loopt steeds meer ketting het water in en we drijven voorlangs onze buurboten.
Onze buren zijn niet blij. Je legt je ketting over onze ankerkettingen, roepen ze. Je vist onze ankers op! Ze hebben gelijk en het is het ergste en domste wat je doen kunt in ankerland.
Na een poosje kunnen we uitleggen dat we dit niet uit domheid doen, maar omdat onze ankerlier kennelijk kapot is.
Dan gebeurd er wat de zeilgemeenschap zo mooi maakt: iedereen die in de buurt is begint te helpen.
Ik geef aan dat het mij het beste lijkt om achteruit terug naar ons oude plekje te varen. Toen vorig jaar de elektrische schakelaar van onze ankerlier het begaf, bleek dat ook de beste strategie.
Niet iedereen was enthousiast over deze strategie. Kan je niet eerst je ankerketting bij one kettingen wegvaren? Nee, er loopt alleen maar meer ketting uit!
Ik zet de boot in z’n achteruit en manipuleer hem met de boegschroef in de juiste positie. Eenmaal met de spiegel bij de punt van de buurboten, nemen ze onze landvasten aan om onze boot naar de kade te krijgen.
Een Italiaan van drie boten verderop roept: I get my tank! Wat zou hij daarmee bedoelen? Dat wordt even later duidelijk. Hij heeft een complete duikuitrusting en gaat voor ons aan de slag. Onder water haalt hij onze ketting van de andere kettingen af en legt deze op de bodem voor onze boot. Hij checkt ons anker en vraagt ons om een fender. Die maakt hij ergens onder water vast en die blijft dus voor onze boot op een vaste plek drijven.
Even later komt hij aan boord om ons te helpen het teveel aan ketting weer aan boord te krijgen. We proberen samen de ketting binnen te halen op de handlier van de ankerlier. De handlier draait een halve slag en dan wil hij niet verder. Laten we hem los, dan draait hij weer een halve slag terug. Dat gaat hem niet worden!
Hij maakt de bovenkant van het ankerlier los en inspecteert wat hij tegen komt. Alles wat hij tegen komt is OK. We stellen samen vast dat het dus de tandwielkast van de lier moet zijn die stuk is. Die kast hangt in de ketting-kelder in de punt van de boot.
Daar moet een professional naar kijken.
De ankerketting is veel te zwaar om hem zomaar met de hand naar binnen te kunnen halen, maar dat moet wel om onze boot op een vaste plek te stabiliseren.
Ik heb een speciale haak met een stuk lijn, die ik gebruik om bij golfslag de ankerlier te ontlasten. De haak gaat op de ketting en de lijn gaat om de kikker en zo komt dan de last op die lijn en niet op de ankerlier. Die haak gaan we nu gebruiken om de ketting binnen te halen.
We verlengen de lijn van de haak en leggen die lijn om de lier van ons genua-zeil. De haak gaat bij de punt op de ankerketting en met de zeil-lier trekken we zo de ankerketting tot halverwege onze boot op. Dan zekeren we de ketting op de voorste kikker, brengen de haak weer naar de punt op de ketting en herhalen zo de procedure.
Er ligt wel zo’n 50 meter ketting in het water, dus hier zijn we wel even mee bezig.
Een andere buurman komt met een accu-boormachine met een verloopstuk naar onze zeil-hand-lier. Zo kunnen we de ketting zonder handkracht steeds tot halverwege het dek opslepen.
Nadat we dit proces de nodige keren herhaald hebben, komt dan toch het moment dat onze ankerketting strak op het anker komt te staan. Hoera! We liggen in elk geval weer stabiel aan de kade.
Ik dank iedereen die ons geholpen heeft uit de grond van ons hart. De duiker vraag ik wat hij van me krijgt voor zijn hulp. Hij wil niets. Na lang aandringen accepteert hij een tray bier.
Ik ga maar eens bellen om de professional te vinden die onze ankerlier kan repareren en Chris vertrekt naar het dorp om cadeautjes voor onze behulpzamen buren te kopen.
Onze havenmeester weet wel iemand die ons kan helpen. Hij is al onderweg.
Even later komt Chris weer terug met bier en banketbakkerskoekjes. Onze directe buren geven we de pakjes koekjes en de Italiaan geven we twee trays bier en ook wat koekjes.
Dan staat de repareermeneer al op de stoep. Hij doet z’n crocks uit en komt aan boord. Ik laat hem het ratelgeluid van de ankerlier horen en show het gebrek aan beweging in de ketting.
Gearbox, zegt hij, de tandwielkast die ook wij reeds als schuldige hadden aangewezen. Hij gaat het juiste gereedschap halen om de gearbox te kunnen verwijderen en om de rest van de ankerlier te kunnen inspecteren op eventuele andere gebreken. Er moet immers een reden zijn waardoor de raderen in de gearbox het begeven hebben.
Niet zo heel veel later is hij weer terug en daalt hij af in de snikhete ankerketting-kelder. De demontage verloopt veel langer dan gehoopt. Alle bouten en moeren zitten vol zout en zoutoxide. Bij een onrustige zee slaan vaak de golven over de punt van de boot en zo blijft er veel zout achter bij de ankerlier.
Toch weet hij na bijna een uur de gearbox los te krijgen en kan hij ook de rest van de lier inspecteren. De gearbox ziet er dramatisch slecht uit. Vol met zout en oxide en troep! Die was al een hele poos op weg om stuk te gaan. De rest van de lier en de elektromotor zijn gelukkig in een puike conditie. De lagers lopen soepel en de assen zijn kaarsrecht.
Op de gearbox staat en typeplaatje. Hij gaat met de gearbox naar zijn werkplaats om die te beoorderen op reparatiemogelijkheden en zal ook bij dealers in Athene nagaan of een exact gelijke, vervangende, gearbox leverbaar is en wat dan de levertijd is.
Wij troosten onzelf met een biertje in de wetenschap dat we nog iets langer in Sami zullen blijven.
Later in de middag komt de repareermeneer weer even langs. Onze gearbox is van binnen buitengemeen kapot, niet te reviseren. Zo’n ernstige degradatie van tandwielen heeft hij niet eerder gezien. Gelukkig is er ook goed nieuws; een exact gelijke gearbox is vanuit Athene leverbaar en kan morgen of overmorgen in Sami zijn.
Of we dat willen?
Is dat een vraag?
Hij kost, inclusief sneltransport, 470 €. En of we vast wat kunnen aanbetalen. Dat kunnen we.
En, vraagt hij me, heb je op de boot nog documentatie liggen van de ankerlier? Ik denk van wel en beloof hem dat ik ga zoeken.
Toen we de boot kochten, kreeg ik ook tassen vol documentatie. De boor zit ook van voor tot achter vol van techniek. Ik duik op de tassen en stapels en na lang graven vind ik een bruine enveloppe met zaken de gewijd zijn aan de ankerlier.
Tot mijn verbijstering tref ik niet alleen het manual aan, maar ook het rubberen seal dat bij de montage moet worden aangebracht om de ankerlier waterdicht te houden!
Nooit gemonteerd dus!
Ik ga bij de voorplecht even kijken en nee, nergens afdichting te zien.
Nou, in elk geval is duidelijk waarom onze gearbox een nog nooit vertoonde degradatie heeft!
De rest van de dag besteden we aan uitsluitend leuke dingen, zoals terrasbezoek.

11 - 12 Juli.

Vandaag zitten we op tijd op het achterdek an het ontbijt. Waarschijnlijk zullen onze buren uitvaren en wanneer ze hun ankerketting verstrengeld hebben met de onze, dan ontstaat een nieuw probleem.
Normaal gesproken zorg je er voor dat je eigen ketting slap komt te staan wanneer een uitvaarder met zijn anker jouw ketting opvist. Dan hij zijn anker makkelijk boven krijgen en jouw ketting er (relatief) makkelijk afkrijgen en dat dan ook zonder dat hij jouw anker lostrekt.
Maar vandaag is alles anders. Onze ankerlier doet niets, dus zouden we ook geen extra ketting kunnen geven bij problemen.
Onze Zweedse buren, ze vonden de koekjes lekker, aan stuurboordzijde varen probleemloos uit. We zwaaien ze vrolijk uit.
Onze Italiaanse buren aan bakboordzijde, vonden de koekjes ook lekker, vertrekken ook.
Ik zie hoe ze blijven hangen voor de punt van onze boot, dicht bij de fender die de Italiaanse duiker daar gelegd heeft. We lopen naar de punt. Ik zie het al; onze ketting trilt. Even later wordt onze ketting extra strak het water uitgetrokken. Ik roep dat ik ze geen extra ketting kan geven. Ze begrijpen het, maar dat lost niets op.
Even later is daar weer onze Italiaanse duiker, in een rubber bootje dit keer. Samen met de vertrekkende Italianen doen ze geheimzinnige dingen met diverse extra lijnen. De “spaghetti hook”, die wij voor dit soort problemen hebben aangeschaft, bezitten ze kennelijk niet.
Ik kan wel zien dat onze ankerketting steeds minder strak komt te staan. Moet ook wel, anders krijgen zij nooit hun anker vrij.
Na veel gedoe is uiteindelijk hun anker vrij en staat onze ankerketting helemaal slap.
Ik start onze motor, de boot wil naar voren, maar blijft hangen op de twee landvasten. In elk geval is onze boot zo weer stabiel. Tijd voor de kettinghaak, de lange lijn en de zeil-lier. We doen de “binnenhaal” procedure van gisteren om zo onze ankerketting weer strak te krijgen. Dat lukt en dus kan de motor weer uit.
We hopen vurig dat verder niemand anders onze ankerketting zal opvissen.
Verder doen we maar of er niets aan de hand is, maken cappuccino en lezen wat.
Tegen een uur of één besluit ik om de repareermeneer eens te bellen. Goed nieuws; de nieuwe gearbox is gearriveerd en kan vanmiddag geplaatst worden. Hij kan hem alleen niet in z’n eentje aan het plafond van de ankerkettingkelder hangen en hij heeft een maatje ingeschakeld. Daar is het wachten op.
Dat wachten wordt beloond. Aan het begin van de middag staan beide mannen op de stoep. Het is bloedheet, er zit een hele stevige hittegolf aan te komen. De monteur heeft een parasolletje meegenomen om zich te beschermen in de ankerkettingkelder.
Ik laat hem de documentatie zien en ook het nooit geplaatste afdichtingsrubber. Hij laat ons de nieuwe gearbox zien, waarbij en afdichtingsrubber geleverd is!
De mannen gaan aan de slag en al gauw is het maatje niet meer nodig. De montage verloopt een stuk sneller dan de demontage en al gauw is het moment van testen aangebroken.
Hij doet het, de lier draait twee kanten op, afhankelijk van het Up of Down knopje.
We gaan de ketting terug in de kelder gooien en om de lier leggen. Even later kijk ik of ik de ketting nu weer met de lier strak kan trekken. Dat kan en, wat meteen opvalt, je hoort bijna niets. Vroeger was dat altijd een gerammel van jewelste. Waarschijnlijk was de oude ankerlier altijd al niet al te best.
We gaan het arbeidsloon afrekenen. Iets duurder dan vrienden, die vergelijkbare problemen gehad hadden, ons verteld hadden. Maar bij ons was het probleem met iets meer dan 24 uur opgelost en dat is toch ook heel ongebruikelijk snel. Daarnaast was de demontage bepaald niet standaard.
We rekenen contant af, zoals gebruikelijk in zuid Europa. Uit voorzorg waren we al weer even langs de flappentap gelopen.
Zo, alle noodmaatregelen kunnen weer opgeruimd worden.
We zouden nu morgen kunnen vertrekken, maar we zijn eigenlijk allebei wel toe aan een vrije dag morgen. We gaan onszelf verwennen met terrasjes en uit eten.
De volgende dag slapen we wat uit en appen onze avonturen met vrienden die hier in de buurt aan het rondzeilen zijn.
Met één van hen bespreek ik de situatie met de omgekochte havenmeester van Efimia. Hij kent de situatie. De flottieljes worden zo beschermd dat op sommige de halve kade leeg blijft! Jammer voor de restaurants die geen deal met flottieljes hebben!
Ik vertel dat we daarom naar Poros gaan. O, zegt hij, Poros is nog erger! Gekkenhuis!
OK, gekkenhuis. Als ik op dit moment ergens geen zin in heb is het wel een gekkenhuis.
Andere vrienden van ons zeilen nu langs het vaste land in hetzelfde gebied. Ik app ze hoe het daar is. Heerlijk rustig, geen flottieljes, het oude Griekenland met leuke taverna’s
Daar willen we heen, maar ze hebben daar maar 10 of 12 plaatsen. Onze vrienden zijn daar nu en schatten dat er tot 11 of 12 uur plek is. Daar gaan we voor; donderdag heel vroeg op.
We wandelen wat rond het dorp en komen toevallig een paar terrasjes tegen.
‘s Avonds gaan we niet te laat naar bed; de wekker staat op 6 uur.

13 Juli.

Vandaag reisdag naar Astakos. Het “oude” Griekenland. Geen Flottieljes, geen uitvergroot toerisme, maar wel gezellige taverna’s langs een kleine kade.
Er is wel een haven, maar die is er uitsluitend voor de vissers. Ook is er sinds kort een ponton met elektra en water, iets minder gezellig dan de kade, maar een mogelijkheid voor als de kade vol is.
We gaan Peter en Annelies, die daar al liggen met de Skadi, onze ETA (aankomsttijd) appen zodra we die weten, dan houden zij ons op de hoogte van de plekjes.
Eerst maar eens zorgen dat we er vroeg genoeg zijn. Om 6 uur gaat de wekker. We hebben kort maar goed geslapen, ondanks de herinnering aan onze vertrek poging van afgelopen maandag.
Als we om 8 uur vertrekken, zijn we rond 12:15 uur in Astakos. Dat kan vroeg genoeg zijn, maar hoe eerder hoe beter. Dus om 6 uur direct eruit en snel wassen. Ik sla het nodige over om tijd te winnen, zoals niet scheren vandaag.
Al snel doorlopen we onze vertrekprocedure. Ik heb gisteren al de autoroute in onze nieuwe plotter gezet, dus zijn we iets na 6:30 al bijna klaar om te vertrekken. We liggen naast een boot met Roemen die zo vol is dat er twee kinderen boven op de kajuit buiten liggen te slapen. We willen ze niet wakker maken, maar we moeten toch echt de motor starten en de boegschroef aanzetten (piiieeep, piep, piep).
Ze slapen rustig door.
Nieuw bij dit vertrek ik natuurlijk die fender die door de duiker ergens bij het anker is vastgemaakt. Chris heeft het zeilmes (groot en stoer en scherp) op de voorplecht liggen.
Ik maak de landvasten los en de boot glijd weg. Even later druk Chris op het Up knopje. Nieuw is dat ik de ketting niet hoor lopen. Het gaat voorspoedig, totdat ik Chris hoor zeggen; hij gaat niet verder.
Geen paniek. Het is hier kleigrond en het afgelopen weekend stond er een hele harde wind. Het anker zit vast heel stevig in de klei. Ik loop naar voren en zie aan de ankerketting dat we reeds over het anker heen gevaren zijn. Doet altijd wonderen om een anker los te krijgen.
Ik ga weer naar achteren en vaar iets achteruit. De ketting komt weer mooi voor de neus en Chris haalt op. Het anker komt omhoog.
Nu eens studeren op die fender. Die blijkt met zijn lijntje vastgemaakt op een andere lijn die daar ook loopt. Waar komt die lijn nu weer vandaan? Met de haak voor de mooringlines haal ik de fender aan boord en ik snij het lijntje los. De andere lijn gooi ik weer terug het water in.
Wegvaren dus.
Chris trekt het anker in zijn rustplaats en ziet dat dat die merkwaardige lijn is vastgemaakt aan ons anker. Een hele bos lijn zwemt nu mee langs onze boot. Ik loop maar weer naar voren. Plat op mijn buik liggend kan ik net bij de plek waar de lijn aan het anker is vastgemaakt. Dankzij de professionele zeemansknoop kan ik de knoop losmaken en dan de hele lange opgerolde lijn aan boord nemen.
Nu zijn we echt vrij om te vertrekken.
De morgenstond heeft goud in de mond. Alles ziet er prachtig uit en we zijn mooi op tijd weg.
We zijn het enige schip in de baai en voelen ons echt bijzonder.
Navionics geeft een ETA op van 10:50 uur. Dat zou mooi zijn, dan moeten we toch iets aan de kade kunnen vinden.
Even later draaien we de straat tussen Kefalonia en Ithaka op, richting de zuidpunt van Ithaka. We zijn omgeven door rust en schoonheid.
Het lange stuk tussen de zuidpunt van Ithaka en de ingang van de baai van Askatos laten we over aan de autopilot. Tijd dus voor een kopje thee, iets te eten en later een Nespresso Cappuccino.
We komen één catamaran en één vrachtship tegen die om een actie van de kapitein vragen en verder is het genieten van de overtocht.
Wel met de nodige golfjes.
Peter weet inmiddels dat we rond 10:50 aankomen en appt ons dat er al plekjes vrij komen. Zelfs een plekje naast de Skadi.
De baai van Astakos is mooi en diep en tegen 10:45 zijn we bij het dorp. Peter en Annelies staan voor ons klaar aan de kade. We kunnen achteruit een hele mooie lange aanloop naar het vrije plekje naar hen maken. Het anker loopt probleemloos uit en even later gooien we de landvasten.
Naast Peter en Annelies helpt nog een derde. Ik herken hem als de duiker die ons hielp in Sami. It’s a small world! We came to bring back your rope, roep ik naar hem.
Die gooi ik hem even later dan ook toe. Hij moet naar zijn boot, ze staan op het punt te vertrekken.
Eenmaal gesetteld stappen we aan boord van de Skadi voor een koffie.
We speken af dat ze rond 17:00 bij ons een drankje komen drinken in de kajuit. Daar hebben we immers airco en de hittegolf wordt steeds merkbaarder; 36 graden en een gevoelstemperatuur van 45.
Zij hebben ook airco en zijn juist naar hier gevaren omdat er hier walstroom is om de airco op te laten draaien. Wij sluiten onze walstroom ook gauw aan.
De airco borrel is heel gezellig en we praten veel over de voorgenomen verkoop van de Skadi; Peter en Annelies zijn toe aan iets nieuws.
Rond acht uur gaan we gevieren uit eten in zo’n gezellige taverna. De temperatuur is alweer een stuk beter. De prijzen hier zijn ook van het oude Griekenland. Met wijn, water, voorgerechten, hoofdgerechten en een drankje toe, zijn we per stel 30 € kwijt.
We doen met z’n tweetjes nog een klein drankje toe op ons achterdek en gaan dan tevreden slapen.

14 - 16 Juli.

Zuid Europa zucht in toenemende mate onder een enorme hittegolf. De temperaturen hier in Griekenland lopen steeds verder op richting de 41 graden met gevoelstemperaturen tot 48 graden. En deze golf zou zo maar eens een week kunnen gaan duren.
We besluiten dat we, voor in elk geval de komende dagen, de hittegolf hier in Astakos gaan uitzitten. De walstroom hier is niet al te duur, dus kunnen we desnoods de hele dag de airco in de boot aan laten staan.
Overigens hebben we de airco getest op onze zonnestroom en daaruit bleek dat we de airco kunnen draaien op de opbrengst van de zonnepanelen. De domestic accu’s hoeven dan niet of nauwelijks bij te springen!
Gisteren hebben we tijdens het eten afgesproken dat Chris voor vier personen Indisch gaat koken; rendang, kipsaté, pindasaus, boontjes enz. Peter gaat een voorraadje seroendeng maken. Zowel Peter als Chris hebben een hele voorraad Indische kruiden aan boord.
Tijd dus voor boodschappen. We tikken “stoofvlees” in op de Google translate app. Er verschijnt een woord met Griekse letters op de telefoon. We kunnen er geen chocola van maken, maar we laten het aan de lokale slager zien. Die gaat voor ons aan de slag, dus dat zal wel goed zijn. De kipfilet voor de saté kunnen we aanwijzen.
Boontjes kunnen we nergens vinden. Chris gaat Indische prei maken.
‘s Avonds zakken de temperaturen nog tot hanteerbare proporties, dus eten we bij ons op het achterdek. Meer dan groot genoeg voor vier personen en alle potjes en pannetjes die bij Indisch eten horen. We smijten er nog een mooi tafelkleed en een romantisch lampje tegenaan en dan smullen maar.
Daar was wel iedereen het over eens; voortreffelijk klaargemaakt Chris!
De wijn komt bij de meeste zeilers uit zo’n kartonnen door van 3 of 5 liter. Zo’n doos is niet altijd een garantie voor lekkere wijn, maar hier in Griekenland is de gewone huiswijn eigenlijk altijd goed te doen. Zo ook die uit de doos en zo’n doos sla je op de boot een stuk makkelijker veilig op dan flessen. En eenmaal uit de doos, neemt de zilveren zak maar weinig ruimte in in de koelkast.
Deze wijn dus, smaakte uitstekend bij de Indische maaltijd. Het bleef dan ook nog lang gezellig op ons achterdek.
Peter en Annelies nodigden ons daarop uit voor een etentje bij hun op het achterdek. Peter heeft een soort wonder BBQ. De kern is een ronde steen die je in de brand kan steken en die dan uren heet blijft. De onderkant van de BBQ blijft koud genoeg om hem op het teakhout van de boot te kunnen zetten. Er bovenop gaat een soort cloche en onder die cloche kan dan het vlees bereid worden. In dit geval een hele flinke kip van de lokale slager.
Samen met een salade en andere bijgerechten vormt ook dit weer een heerlijke maaltijd.
Ik sluit de maaltijd af met een heerlijke Tsipouro.
Die Tsipouro zorgt er waarschijnlijk voor dat ik het flesje bacteriedood vergeet dat ik van Peter gekregen had.
Bacteriedood; ik zal het uitleggen. Sinds een aantal jaren is het heel klimaat om biodiesel bij te mengen bij de diesel die je tankt. Biodiesel is bevat bacterien en die bacterien vermeerderen zich in je tank. En die bacterien scheiden een soort poep af. Die poep hoopt zich op in de tank en zal uiteindelijk het dieselfilter verstoppen of zelfs hele leidingen.
Als dat gebeurt, dan stopt de motor er mee.
Met een auto kan je dan nog naar de vluchtstrook, maar met een boot dobber je dan hulpeloos wat op het water. Goed, als er wind staat, kan je richting een haven zeilen, maar aanleggen op zeil kan je vergeten. Je kan proberen iemand op te roepen die je komt slepen, maar reken dan wel op een kostenpost van duizenden euro’s.
Kortom, we willen geen bacteriepoep en dus willen we geen bacterien in de tank. Dus heeft inmiddels elke zeiler een flesje bacteriedood aan boord. Voor het tanken een beetje bacteriedood in je tank gooien en alle bacterien leggen direct het loodje.
Nou zal die bacteriedood wel niet heel klimaat zijn, maar het is voor het goede doel.
De volgende dag krijg ik een Whatsapp. Erik en Paul zijn met de Adagio in de buurt aan het zeilen en doen dat samen met Gert en zijn dochter op de Saphir. Via Kioni en Poros zijn ze nu in Oxia. Dat is zo’n 12 mijl van Astakos en of wij het leuk vinden als ze even langs komen.
Zeker wel! Gezellige club!
Astakos is tamelijk rustig, dus kunnen ze tot ver in de middag aan de kade terecht. Via MarineTrafic kan ik ze volgen en zo zorgen we ervoor dat we ze die middag aan de kade staan op te wachten. Roelf legt de Adagio aan en Chris de Saphir.
Even later drinken we een biertje op één van de terrasjes van Astakos. We kijken, als echte stuurlui, naar wat bootjes allemaal verkeerd doen wanneer ze willen aanleggen en ook, met een half oog, naar de Wimbledon finale op de TV van het terras.
Dit is een cluppie dat wat wel van een drankje houdt. De ober heeft het maar druk.
Ondertussen kunnen we ook nog de eerste Nederlandse etappezege in de Tour verwelkomen.
Tegen de avond besluiten we met z’n allen, Peter en Annelies zijn inmiddels ook aangeschoven, ergens te gaan eten. We kiezen voor het restaurant waar Chris eerder zo’n enorme schnitzel gegeten heeft.
Ook het eten is weer heel gezellig en er worden veel wetenswaardigheden over het zeilen in dit gebied uitgewisseld.
De schnitzel is bij heel veel mensen populair en de rosé komt in plastic halve liter flesjes.
Tot slot nog een ouzo/tsipouro van het huis en dan zit ook deze dag er weer op.

17 - 22 Juli.

De hittegolf barst nu in alle hevigheid los. Overdag ervaren we op de kade een hitte die we nog niet eerder meegemaakt hebben. Twee jaar terug hadden we in Capo d'Orlando 42 graden te verduren, maar wat we nu in Astakos meemaken slaat alles. 's Avonds koelt het nauwelijks af en 's nachts slapen we slecht.
Door die hitte in Capo d'Orlando hebben we vorig jaar de airco laten inbouwen. Dat vonden we toen een luxe, maar nu is hij bittere noodzaak. De heetste uren van de dag blijven we binnen in de kajuit met de airco vol open. Maar goed dat we walstroom hebben, want anders konden we niet zoveel uren per dag de airco draaien.
De energie verdwijnt uit ons lijf en we besluiten het einde van de hittegolf in Astakos af te wachten.
Volgens de weer-app zou de hittegolf over een dag of vier afgelopen moeten zijn, maar daar blijkt dus elke dag een dag bij te komen.
Peter en Annelies hebben ook besloten om nog even in Astakos te blijven plakken. Met z'n vieren gaan we 's middags steeds om 4 uur wat drinken in wat inmiddels ons stamcafé geworden is. We zitten dan binnen, want daar draait de airco.
De Grieken, lokalen en toeristen, hebben zich aan de omstandigheden aangepast. Vroeg in de morgen, het is dan nog relatief koel, nemen ze plaats op het terras voor een freddo cappuccino en tegen 11 uur verdwijnen ze uit het straatbeeld. ‘s Avonds om 21:00 uur komen ze weer tevoorschijn. De restaurants lopen vol, families paraderen over de kade en op de caféterrassen is het razend druk. Dat gaat zo door tot 1 of 2 uur ‘s nachts; dit is de beste tijd van de dag. Gelukkig gaat dat met een gezellig geroezemoes, zonder herrie.
Ook wij passen ons aan op dit patroon. Om 23:00 uur bezoeken we de gezellige kraampjes op de kade en daarna doen we nog een drankje.
Op de donderdag is er markt in Astakos en, hitte of geen hitte, daar moet Chris heen. De markt is leuk en na de markt nemen we in het naburig café een frappe. Heel anders dan aan de kade en ook veel goedkoper.
Dat brengt ons op het idee om ook eens ‘s avonds midden in het oude dorp te gaan eten. Peter en Annelies weten een adresje. Dat is een succes. De eigenaar komt aan onze tafel zitten om zijn levensverhaal te vertellen en prijst dingen aan op zijn menukaart.
Het eten is heerlijk, evenals de huiswijn. Wanneer we, na de koffie en drankjes, gaan afrekenen, blijkt dat we nauwelijks geld hebben uitgegeven.
Zo rijgen de dagen zich aaneen en uiteindelijk wordt het ons toch echt te saai. De hittegolf zal nog wel een paar dagen duren, maar we willen weg.
Onze Meganissi vrienden hadden een weekje terug aan een boei in een baai gelegen. Een paar uur varen zuidelijk van ons.
Aan een boei voor een strandje, beetje zwemmen, beetje luieren, dat lijkt ons wel wat.
De boei moet je wel van tevoren reserveren. Dat doen we dus ook, voor twee nachten en daarna zien we wel verder.

23 -24 Juli.

Vandaag varen we naar Ormos Skrofa, een strand op het vaste land aan een rivier delta boven het eiland Oxia.
Omdat we gereserveerd hebben, hoeven we niet vroeg op. We doen nog een afscheidskoffie met Peter en Annelies.
Om 12:15 uur zijn we klaar om te vertrekken. Het anker zit weer stevig in de modder, maar nadat we er eventjes overheen gevaren zijn, komt hij soepel boven.
De tocht begint mooi, met mooie uitzichten, maar later wordt het landschap wat vlakker. De heuvels die er nog zijn, worden steeds kaler en rotsachtiger.
Wat vooral opvalt zijn de vele fish farms die we onderweg tegenkomen, telkens weer opnieuw. Niet een daarvan is aangegeven op de kaart. Opletten dus.
Na een poos wordt het landschap zo vlak als Nederland. We zijn aangekomen bij de rivierdelta. We varen nu langs de westkant van de delta, maar onze boei ligt aan de zuidkant. We moeten naar het oosten afbuigen, maar Navionics geeft een zeer ruime bocht om het land aan. De rivier voert veel slib naar zee en het is hier in een groot gebied zeer ondiep.
Navionics brengt ons veilig naar onze boei. Wel is het zaak zelf de diepte in de gaten te houden, want dit soort ondieptes kunnen snel veranderen.
Eenmaal bij de boei, bellen we de uitbaters van de boeien (tevens uitbaters van het strand en het strandrestaurant).
Eerst is er geen contact, dan zijn er diverse misverstanden, maar uiteindelijk nadert ons een motorbootje met iemand die ons een boei aanwijst. Ik vaar langzaam en voorzichtig op hem af en Chris pakt, op de punt van de boot, twee hele, hele dikke lijnen van de boei aan. Daar kan je wel een oceaanstomer mee aanleggen. In elk geval zijn de lijnen te dik voor onze kikker. We rijgen een van onze eigen lijnen door de ogen van de dikke lijnen en maken die vast.
We liggen.
Of we direct met de boei-man mee willen naar het restaurant? Nee, eerst de boot in de ruststand, ankerbier, pootje baden vanaf de spiegeltrap en dan bellen we wel.
Het wordt een leuke, rustige namiddag met een leuk uitzicht op het strand.
Tegen borreltijd bellen we op dat we wel opgehaald willen worden. Wel zo handig, want de zee is zo ondiep dat een dinghy al ver voor het strand vastloopt. De boei-man stuurt ons op zijn bootje door een kanaaltje dat is aangegeven met boeien. Ergens opzij van het strand is een steiger en bij die steiger staat zijn auto, waarmee hij ons naar het restaurant brengt.
Sjiek!
Aan een tafeltje op het strand drinken we een biertje en daarna verhuizen we naar onder het afdak van het restaurant.
Uit de menukaart kiezen we een voor- en een hoofdgerecht dat ons wel lekker lijkt. Zowel het voor- als het hoofdgerecht blijkt uitverkocht en dus gaan we voor de tweede keus.
De taramosalata is met afstand de slechtste die we ooit in Griekenland hebben gegeten. Mijn gefrituurde inktvis is ook niet best en Chris krijgt van haar drie spiesje varkens souvlaki er maar eentje op. We maken onze wijn op en geven aan dat we wel weer naar onze boot willen.
Het is gaan schemeren en op Navily las ik dat je dan in de rivierdelta last kan krijgen van muggen.
Twee jongens van de restaurant bediening brengen ons met de auto en de boot weer naar onze boot.
Bij aankomst is het donker. We besluiten op het achterdek nog een drankje te nemen en zetten ons gezellig batterij lampje op de tafel op het dek. Beneden pakken we iets te drinken en we lopen weer naar buiten.
Het lampje zit inmiddels helemaal vol met muggen. Tientallen. Om ons heen, in het donker, moeten er wel honderden zitten.
We vluchten naar binnen en sluiten alle ramen af. We spuiten wat met muggengif (ook niet best voor ons natuurlijk) om te voorkomen dat we morgen onder de bulten zitten.
Het drankje drinken we binnen op en, na een grondige inspectie van de slaapkamer, gaan we slapen.
We slapen wat uit en controleren dan buiten hoe het is met de muggen. Er zijn er nog een aantal die slapen aan de binnenkant van de buiskap en de onderkant van de bimini. Die zijn snel weggespoten en daarna hebben we die dag geen mug meer gezien.
Het wordt een rustig dagje met zwemmen vanaf onze eigen boot. Op de spiegel hebben we een douche om het zoute water van je af te spoelen na het zwemmen. Hij is verstopt achter twee ronde luikjes en ik ben vergeten hoe hij werkt. Na flink veel proberen ontdek ik dat je de kraan openzet door hem te kantelen in plaats van te draaien.
OK, nu zorgen dat ik dat niet weer vergeet…
Halverwege de middag zien we hoe een zeilboot aanmeert aan de boei naast ons. We herkennen de boot als die van een Nederlandse flottielje organisatie. Hij voert ook de leidersvlag. Dan zal dit wel het begin zijn van een invasie?
Jawel, binnen een uur liggen alle boeien vol met flottielje boten. Ook dit boeien veld is niet veilig voor flottieljes.
Nu hadden we toch al besloten dat we genoeg van deze plek gezien hadden. Het restaurant is niet fijn en ‘s avonds moet je binnen zitten vanwege de muggen.
We besluiten om Messolonghi eens te proberen. Een klein stadje aan de golf van Patras. Volgens Navily is de kade daar rumoerig met veel dubieuze jongeren. We boeken daarom maar een plekje in de haven van Messolonghi. Een half uurtje lopen van de stad, maar daar hebben we de stepjes voor!
We gaan naar binnen voor het eten en een stukje TV kijken; er is net voldoende 4G dekking op deze plek.
Dan naar bed en morgen vroeg weg.

25 - 27 Juli.

De haven van vandaag is geboekt, dus we hoeven niet heel vroeg op. Aan de andere kant hebben we wel zin om te vertrekken en zo maakt Chris om 8:45 onze verbindingslijn met de boei los.
Een klein stukje achteruit varen, om niet tegen de boei te komen, en dan een slalom door de flottielje boten aan de andere boeien.
We moeten oostwaarts, richting de golf van Patras. Eerst komen langs het eiland Axia. Wat opvalt is dat ook hier weer vele tanks/kooien voor de viskweek staan.
Dat staat wel lelijk, maar het heeft ook voordelen. Vroeger was een visje eten in een restaurant een prijzige aangelegenheid, zeker naar Griekse maatstaven. Nu bestel je bij een restaurant een sea bream voor 14 euro!
Richting Messolonghi wordt het landschap steeds droger en saaier. De golf van Patras leidt uiteindelijk naar het kanaal van Korinthe. Via dat kanaal kom je uit bij Athene. Dat gaan wij dit jaar in elk geval niet doen. Het scheepvaartverkeer dat we vanochtend tegen komen, bestaat in hoofdzaak uit vracht- en plezierverkeer dat Athene als start of stop heeft. Dat zijn overigens niet veel boten; vaak zien we geen enkel schip om ons heen.
We drinken maar een kopje thee, we zetten een kopje koffie en zo verglijdt de tijd.
De overgang van land naar water verloopt aan de noordzijde ook hier heel geleidelijk. Het heeft iets van de camargue in zuid Frankrijk, maar dan zonder paarden.
Hierdoor is Messolonghi ook niet zomaar te bevaren vanaf de zee. Er is een vaargeul van enkele kilometers van de zee naar de stad. Aan beide zijden van de vaargeul is een brede zanddijk, misschien wel van het zand dat uit de geul gebaggerd is.
We draaien de vaargeul, of moet ik zeggen kanaal, in. Op beide zijden zijn op de zanddijken huisjes gebouwd met, waarschijnlijk, een vrije tijd bestemming. Voor elk huisje is een steiger aangelegd en er zwemmen mensen langs de dijk.
Veel tijd om dit in me op te nemen is er niet; de ruimte tussen de dijken is vrij breed, maar de eigenlijke, beboeide, vaargeul is behoorlijk smal. Goed opletten dus.
Navionics brengt ons weer precies bij de haven en we roepen op. De marinero wijst ons het gewenste plekje. Niet makkelijk! De ruimte ervoor is beperkt en er staat een windje. De marinero geeft aanwijzingen over hoe ik moet manoeuvreren. Zelf zou ik het anders doen, dus dat maakt het niet makkelijker. De eerste poging gaat dan ook niet goed. Hij wil dat ik in een keer van voor- naar achteruit vaar, maar door het wiel-effect van de schroef ga je dan altijd eerst een stuk scheef. De beschikbare ruimte is te beperkt om de boot goed recht te krijgen en ik kom bijna op de mooring lines van de buurboot. Ik vaar weer weg en besluit mijn eigen plan te trekken. Ik zet de boot schuin rechts voor het gewenste plekje omdat ik weet dat het wiel-effect bij achteruitslaan de boot precies recht zal trekken. Dat werkt en, met veel sturen en boegschroeven, komen we op ons plekje.
Tijd voor een 0.0 ankerbiertje.
De haven is maar net iets minder saai dan het landschap van onderweg. In de verte zien we de kade van het stadje. Er liggen we 1 boten aan de kade! Dat is even weinig!
Op verreweg de meeste boten in de haven is niemand aanwezig. Kennelijk is het vooral een opslag/parkeerhaven. De mensen die er wel zijn, spreken in hoofdzaak Duits. Een goede reden daarvoor hebben we niet kunnen vinden, of het moet zijn dat het havenrestaurant wel twee verschillende soorten weis bier verkoopt.
Het havenrestaurant is overigens wel leuk. Goede kaart, goede bediening, leuk uitzicht.
Omdat het stadje op 30 minuten lopen ligt, halen we onze stepjes tevoorschijn. Met een paar minuten rijden we langs de kade. Er zijn veel terrasjes, maar zonder mensen. Dat zal wel door het tijdstip komen; na lunchtijd zie je niemand op straat.
Na enig zoekwerk vinden we de oude binnenstad. Die ziet er best leuk uit, maar ook die is helemaal leeg.
Morgenochtend maar weer eens naar toe gaan.
Dan hebben we nog een belangrijke missie! Op Maps had ik gezien dat er hier op step-afstand een LIDL moet zijn. Daar gaan we naar op zoek.
In dit geval is zoeken ook vinden. Tegen het diefstalrisico hijsen we beide stepjes in een winkelwagentje en we gaan naar binnen.
O, o, o, o, wat is het er lekker koel!
We hebben geen rugzakken bij ons om boodschappen in te doen, dus we gaan verkennen. Nou, genoeg dingen om de boot mee te bevoorraden, dus dat gaan we morgen doen.
Terug naar de boot en dan naar het restaurant voor een weis bier. ‘s Avonds eten we op de boot.
De volgende morgen niet te laat op. Tegen een uur of 11 steppen we de oude stad in. We struikelen over de gezellige terrasjes; dat is in elk geval een meevaller. We doen een Freddo Cappuccino op terras A en een biertje op terras B.
We hebben de rugzakken mee, dus LIDL here we come!
We nemen 1 karretje voor de stepjes en 1 karretje voor de boodschappen. De LIDL heeft toch dingen die je in andere supermarkten niet gauw vind (maaslander bijvoorbeeld) en zo vullen we onze beide rugzakken.
Eenmaal terug doen we weer een weis bier. Het restaurant heeft die avond sliptong! Dat laat ik mijn geen twee keer zeggen; wij eten vanavond in het havenrestaurant.
Goede keus. Het restaurant zit gezellig vol en de menukaart is goed.
Wel handig dat het schoonmaken van een sliptong op je bord onderdeel van de Nederlandse opvoeding is; anderen zouden er mee worstelen.
Tevreden keren we terug op onze boot.
Normaal gesproken zouden we de volgende dag vertrokken zijn; de geheimen van Messolonghi zijn wel ontrafeld. Maar…. voor vandaag is een hoop wind voorspeld en de volgende reis duurt zeker 7 uur op open zee. Kortom, we blijven nog een dagje.
De stadskade blijft nog altijd leeg. Begrijpelijk, want Chris hoorde daar vannacht in de verte discomuziek. We hebben ooit in Spanje een nacht met de boot naast de disco gelegen; dat nooit weer. Ze stopten pas toen wij weer opstonden!
We steppen maar weer het oude stadje in, doen terras A, bekijken de winkelstraten en doen terras B. Dan een weis bier en eten op de boot.
Morgen gaan we naar Zakynthos, hebben we besloten. Niet naar de hoofdstad, maar naar Sant Nicolos Port. We hebben al gereserveerd bij ene Dimitris.

28 Juli.

De overtocht naar Zakynthos gaat ruim 7 uren duren.
Dat is één van de redenen waarom we naar Sant Nicolas Port (in Agios Nicolaos) gaan en niet naar de hoofdstad. Agios ligt in het noord-oosten en is daardoor dichterbij dan de hoofdstad in het zuid-oosten.
Traditiegetrouw willen we weer niet tegen het eind van de middag aankomen om dan te ontdekken dat alles vol ligt. De wekker gaat vandaag dan ook weer om 5:30 uur! Het is dan nog donker en het waait flink. Dat kan lastig worden, gezien de zeer krappe manoeuvreerruimte die we hebben bij het vertrek.
De voorbereidingen voor het vertrek verlopen soepel en snel. Het is inmiddels licht geworden en, zoals Windy beloofd had, is de wind ook bijna weg.
Om 6:40 uur steken we van wal. Varen tot aan bijna de vlonder aan de overkant en dan snel sterk draaien. Dat gaat perfect. We draaien de haven uit zonder de boegschroef te hoeven gebruiken.
Slalommend door boten die op anker liggen, komen we aan bij het uitgebaggerde kanaal.
Het is weer precies sturen, maar alles ligt er wel weer prachtig bij zo in de vroege ochtend. De boot glijd door rimpelloos water richting zee.
Na een blik op de vakantiehuisjes aan het eind van het kanaal, draaien we de zee op.
De golf van Patras is niet bepaald rimpelloos. Het heeft gisteren immers flink gewaaid en dan staan er de volgende dag nog steeds stevige golfen, ondanks het feit dat de wind weer is gaan liggen.
Als we straks, na de golf van Patras, de open zee opvaren, zal het nog wel wat meer gaan wiebelen op de boot. Voor dat nadeel hebben we echter bewust gekozen; we hadden geen zin om nog langer in het toch wel saaie Messolonghi te blijven.
Inderdaad, naarmate we meer en meer de open zee varen, wordt de zee onrustiger.
We lopen even door de kajuit om te zien of er niets kapot kan vallen en trekken onze opblaasbare zwemvesten aan.
De koers van vandaag is naar het zuid-westen en de wind/golven komen hier meestal uit het noord-westen. Dat brengt onze boot zo goed als dwars op de golven.
Niet fijn!
Dit zouden we kunnen verminderen door een beetje rond onze koers te slalommen, maar de overtocht was al berekend op meer dan 7 uur en dat willen we niet nog langer maken.
Nou, dan moeten we ons maar een beetje door elkaar laten husselen.
En dat gebeurt dan ook.
We doden de tijd met lezen op onze telefoontjes en met gesprekjes met elkaar. Gelukkig hebben we elkaar, na al die jaren samen, nog genoeg te vertellen.
Na een poos zien we in de verte in het noord-westen de contouren van het eiland Ithaka opdoemen. Da’s fijn, dat remt de golven toch een beetje af. Nog weer laten varen we onder Kefalonia langs en dat heeft een weer groter dempend effect op de golven.
Nadat we voorbij Kefalonia zijn, is het nog een klein stukje open zee voordat we bij de baai van Agios Nicolaos op Zakynthos zijn.
In de mondig van de baai ligt een eilandje met ernaast een serie rotsen. Even goed opletten dus.
Tegelijkertijd roepen we Dimitris op via de marifoon.
De marifoon blijft doodstil.
Ach, dat zijn we in de loop der jaren wel gewend geraakt. Ik heb de 06 van Dimitris en bel hem op. Dat werkt. Zie je die twee zeilboten liggen aan de kade, vraagt hij. Ja die zie ik. Nou kom maar daartussen liggen.
We positioneren ons voor de gewenste ligplaats en draaien de boot. Achteruit varend zien we van alles, maar geen Dimitris. Na een poosje zien we twee mannen aan de kade naar ons zwaaien, maar dan wel op een heel andere plek. Dat kan ik achteruit varend niet meer op tijd corrigeren.
Ik ga dus weer vooruit voor een nieuwe aanloop. De twee mannen denken kennelijk dat ik weer weg ga en druipen af.
Ik ga toch maar achteruit naar de plek waar de mannen hadden staan zwaaien. Op de gewenste afstand gooien we het anker uit. Één van de twee mannen komt weer terug naar de kade, maar nu kiest hij positie een stuk links van waar hij eerst stond. Dat past niet lekker bij waar we het anker uitgooiden flapdrol! Die Dimitris kan er ook niks van.
Uiteindelijk leggen we aan bij de behulpzame doch wispelturige, ondeskundige man.
Dan wordt ons duidelijk; dit is Dimitris helemaal niet!
Inderdaad, nu pas duikt de enige echte Dimitris op. Ik vertel hem over onze verwarring en dat het anker niet echt lekker ligt. No Problem, zegt hij als een echte Griek. Het anker ligt 90 procent goed.
Vervolgens geeft hij ons een mooringline. Een mooringline? We liggen op anker!
Ja, zegt Dimitris, anker goed, mooringline goed, allebei is beter.
Verbaast maken we dan ook maar de mooringline vast.
Dan komt Dimitris met het goede nieuws; er zijn geen ligkosten, daar ligt de stekker voor gratis stroom en daar, verderop, ligt de slang voor gratis water!
Daar, zegt Dimitris tenslotte, is het restaurant van mijn zuster. Hij bedoeld; ik help jou en jij eet bij mijn zuster. Ach, misschien ook wel, we wilden toch al weer een keer uit eten.
De kade waaraan we liggen is niet echt een juweeltje van gezelligheid, maar wel rustig. Het dorpje en het strandje iets verderop ziet er wel gezellig uit.
We ronden de aanlegprocedure af en ik mopper nog eens stevig over de chaotische aankomst hier.
Dan lopen we het dorpje in om op een terrasje de chaos en de golven te vergeten.
Ons doel om deze zomer op Zakynthos uit te komen is in elk geval gerealiseerd.
‘s Avonds eten we bij de zuster van Dimitris. Best lekker, mooi uitzicht, gezellig en heel betaalbaar.
We kunnen deze dag weer tevreden afsluiten.

29 - 31 Juli.

Agios Nicolaos is leuk, maar nu ook weer niet zo heel leuk. We gaan voor vier nachten.
We beginnen met een dagje uitslapen; gisteren was vroeg op en flink wiebelen.
En we waren bij Dimitris zuster geëindigd met ouzo en tsipouro…
De dagen bestaan uit een beetje luieren, kijken hoe boten vertrekken en weer binnenkomen, koffietje halen, biertje op een terrasje, beetje lezen, beetje bloggen, lesje DuoLingo (want Spanje zijn we niet vergeten) en nog een keer uit eten.
Dat was overigens leuk uit eten. Mooi uitzicht over de baai en een life bouzouki optreden van een groep van vier. Het voorgerecht wilden we delen (meestal veel te veel voor één persoon in Griekenland) en daarna wilden we elk een giros schotel. Bij het voorgerecht kwam ook direct al een giros schotel. Die schotel stuurden we terug. Na het voorgerecht kwam de giros schotel keurig warm en niet droog weer terug, maar het bleef bij één schotel. Verkeerd begrepen door de ober, maar de schotel zag er groot uit. Laten we die eerst maar eens soldaat maken voordat we klagen, dachten we. Goede gedachte! We kregen de schotel met z’n tweeën ternauwernood op!
We hadden ook de tijd om een wasje te draaien en vervolgens leek het ons goed om de tanks te vullen met het gratis water. We lagen nogal ver van de slang, maar de slang zag er wel heel lang uit. Na het uitrollen blijk de slang op de meter nauwkeurig nog net in de volopening te passen. Ook weer geregeld.
‘s Avonds, bij het tandenpoetsen, smaakte het water om de mond te spoelen plotseling wel behoorlijk zout! Het zou toch niet, dat we de tanks met brak water gevuld hadden?
De volgende dag filterden we wat van het water uit de tanks door ons Britta filter. Dat leverde altijd heerlijk drinkwater op, maar dit keer niet. De Britta filtert op van alles, maar niet op zout.
Bah!
Op naar het supermarktje aan de overkant om ons oma-wagentje te vullen met flessenwater. Het probleem met het brakke water in de tanks lossen we in een volgende haven wel op.
Kort daarna ontdekten we waarom Dimitris ons verblijd had met een mooringline. Een dikke dure patser motorboot moest even hele hoge hekgolven voor onze boot maken en plots begon onze boot te van links naar rechts te schommelen. Even naar het anker kijken. Ja hoor, de ketting lag een stuk losser. Maar weer even aantrekken.
Nou daar kwam dus niks van. De ketting bleef binnenlopen, zonder dat het anker ergens pakte. De bodem lag zichtbaar vol met zeegras en kennelijk vond ons anker geen plekje met zand.
Na een poosje inhalen, hadden we ons anker weer aan boord.
Nu waren we afhankelijk van de mooringline en het zou nog gaan waaien. De mooringline was eigenlijk te kort; hij eindigde in een lus, maar die lus haalde onze kikker niet. Dus moesten de landvasten losser, moest de boot naar voren gevaren worden, moest de los alsnog om de kikker, moest de boot krachtig naar achteren gevaren worden en moesten de landvasten opnieuw worden vast gemaakt.
Alleen haalde toen de loopplank de kade net niet meer. Dus zou de loopplank in een oog een paar treden lager moeten, dan zou hij het wel halen. Maar dan moest ik wel de hele loopplank in mijn eentje rechtstandig optillen en die dan twee treden lager in z’n oogje plaatsen.
Uiteindelijk lukte dat. Hij was heel zwaar. Hij haalde zelfs de kant weer, maar…
De loopplank had met z’n hoekjes mijn hele handpalm open gehaald. Dat deed eigenlijk nu pas au.
Had ik maar mijn fietshandschoentjes aangedaan, die we speciaal voor het aanleggen e.d. gekocht hadden.
Nu te laat, voortaan wel weer doen.
Nou ja, verbandje om het handje, biertje op terrasje en dan morgen maar weer eens op pad.