1 - 6 September.
Onweer.
In elke zomer valt wel een paar keer een onweersbuitje, maar deze zomer is het in Griekenland goed raak.
Al toen we de overtocht van Italië naar Griekenland maakten, zagen we het ‘s nachts flink bliksemen boven het Griekse vasteland. Gelukkig dreven die buien niet de zee op naar ons bootje.
De weken daarna bleef het vaak bliksemen boven het vaste land. Gelukkig dreven die buien meestal niet richting de eilanden rond Lefkas.
Op het vaste land was het zelfs en paar keer echt noodweer en uiteindelijk kwam dat dan toch af en toe richting ons.
In Vathy kregen we een enorme stortbui over ons heen met windkracht 8. Toen ontdekte we hoezeer onze kajuitraam lekte.
Toen er in de verwachting 1 september een onweersbui opdook, leek het ons een goed idee om alle raamranden van het kajuitraam met ducktape af te plakken.
De eerste regen werd op 1 september om 7:00 uur verwacht. Inderdaad begon het rond 7:00 uur te regenen. We werden wakker van het tikkende geluid op onze bimini. Direct stonden we op om te zien of de ducktape zijn werk goed zou doen.
Dat zag er goed uit! Gerustgesteld gingen we op bed liggen om nog wat te lezen.
Op bed hoorden we dat het steeds harder ging regenen. Uiteindelijk kregen we ook nu weer te maken met een heuse wolkbreuk! Ook de wind begon aan te trekken. Harder en harder. Vanuit de mast begon de hele boot te trillen. Ook begon de boot slagzij te maken, niet met vlagen, maar continu.
Aan de kade liggend, kan de boot niet richting de wind draaien en, in tegenstelling tot in Vathy, lagen we hierdoor dwars op de wind. Een positie waarin je veel meer wind vangt.
Toch maar even opstaan. Naar buiten kijkend, zagen we de bomen heen en weer zwiepen. Takken braken af. Zouden de ankers het houden? We lagen bijna laatst in een rijtje van 10 boten. Aan de ene kant geeft dat wat beschutting, maar als bij één van die boten het anker losgetrokken wordt, krijg je een domino effect op de andere boten.
De wind werd maar harder en harder, de boot ging sterker trillen en nog meer hellen.
Avontuur is leuk, maar dit was toch wel wat teveel avontuur. Later hoorden we van een buurman dat hij gedurende 20 minuten een windkracht van 55 knopen had gemeten; windkracht 10, op de rand van 11!
Toch was een uur na het begin de onweersstorm over het hoogtepunt heen. De wind nam af en de regen werd minder. Aan het kajuitraam hingen en paar druppeltjes water, maar in hoofdlijnen had het kajuitraam de storm goed doorstaan.
Een inspectie van de boot leerde ons dat ook de boot alles goed doorstaan had.
Iedereen aan de kade was bezig met de inspectie van hun boot. We waren het er over eens dat zoveel avontuur toch echt niet hoeft.
Het anker.
De dagen daarop trokken we nog wat rond in de omgeving van Atheneros. Wat een uitvinding zijn die stepjes toch! We kwamen Paul, die in Vathy woont, tegen en hij zei; na die 55 knopen zal jullie anker wel flink die ingegraven zijn. Je zal misschien over je anker moeten varen om hem los te krijgen.
Met dat in gedachten vertrokken we maandag 5 september van de kade. Het eerste stuk van het inhalen van het anker verliep goed, maar na een poosje werd het meer een worsteling. Ung, ung, ung zei de ankerlier. Ik manoeuvreerde met de boot en Chris manoeuvreerde met de ankerlier.
Ineens werd het stil in de ankerlier. Op welk knopje van de bediening Chris ook drukte, er gebeurde niets meer. Soms stopt de ankerlier uit voorzorg vanzelf als de druk op de ketting te groot wordt, maar nu hing de ketting slap naar beneden en de richting van waar ons anker nog diep in de modder lag.
Wat nu te doen? We lagen nu eigenlijk vrij op anker, zonder de mogelijkheid om het anker op te halen. De plek waar we lagen was verre van ideaal en ‘s middag werd windkracht 6 verwacht.
We waren het er samen over eens dat zoveel avontuur toch echt niet hoeft.
Vanaf de kade, het rijtje van 10, roepen ze: “need help?”
Wat dacht je; ja natuurlijk.
Twee mannen klimmen in een dinghy en roeien naar ons toe. Beiden hebben duidelijk zelf eerder ervaringen gehad met weerspannige ankerlieren. Gekeken wordt of de betreffende accu nog in leven is en met mijn voltmeter wordt gemeten of de knopjes op de bediening nog werken.
Deze eerste inspectie levert geen duidelijke zondebok op.
We besluiten de ankerlier in z’n vrij te zetten en terug naar de kade te varen. Er staat een dwars windje en de ketting loopt er onregelmatig uit. We willen niet te veel ketting uitlaten, want terug erin gaat niet meer lukken.
Op de boten naast ons plekje staan mensen te wachten om ons te helpen met afduwen.
Even later liggen we op ons oude plekje. Dat voelt toch beter dan waar we net lagen.
Één van de twee behulpzame mannen, Simon, heeft duidelijk verstand van boottechniek. Later zou hij ons vertellen dat hij jaren als technicus op een plezierboot-werf gewerkt heeft.
Hij wil nog even douchen en in de tussentijd kan ik de technische keten van de ankerlier bereikbaar maken. Dat wil zeggen, de hele “schuur” van de captains cabin leegmaken, het bed eraf en het luik eraf, zodat de elektrotechniek van de besturing van het ankerlier zichtbaar wordt. Ook ons eigen bed in de achterslaapkamer moet er aan geloven, want onder het voeteneinde bevindt zich ook een hoop elektrotechniek.
Iemand anders komt vertellen dat het probleem ook te veel koolstof op de rotor van de elektromotor kan zijn. Een paar voorzichtige klappen met een hamer op die motor zou kunnen helpen. Voor het eerst daal ik af in de ketting kelder in de punt van de boot. Ik geef wat klappen op de motor en we testen.
Dit heeft niet geholpen, maar ik weer iets meer over onze boot leren kennen.
Dan arriveert de Simon met een voltmeter die veel indrukwekkender is dan de mijne. Ook zijn gereedschapskist is indrukwekkender dan de mijne.
We kunnen meten dat er 12 volt staat op de leidingen t.b.v. de lier, maar als je op het bedieningsknopje drukt, dan valt die spanning helemaal weg. Ergens moet een flinke weerstand ontstaan zijn, concludeert Simon, bijvoorbeeld door oxidatie. Er volgt een proces van doormeten en eliminatie (dit kan het probleem niet zijn, want…). Uiteindelijk komen we aan bij de aan/uit schakelaar, tevens zekering, van de ankerlier. Na twee keer meten, wordt die door Simon aangewezen als de boosdoener. Simon overbrugt de schakelaar en sluit alles weer aan.
Dan de test! Simon loopt naar de ankerketting-kelder met de bedieningsunit en drukt op de knop…
Rammel, rammel, ratel, ratel doen de lier en de ketting! Hij doet het!
We missen nu wel een schakelaar en een zekering, maar dat lossen we wel op tijdens het (aanstaande) winteronderhoud.
Om te testen (en omdat het anker nog extra diep in de modder ligt) varen we uit om het anker te lichten. De motor van de ankerlier blijkt sterker dan ooit tevoren! Waarschijnlijk had de schakelaar al langer een oxidatieprobleem. De ketting vliegt naar binnen en even later floept het anker omhoog.
Dat is ook wat!
We leggen weer aan en besluiten vandaag niet meer weg te gaan. Het is een grote troep op de boot en alles moet eerst weer worden opgeruimd.
Eerst zoeken we een mooie fles Prosecco op voor Simon; zonder zijn inzet en expertise zouden we nog dagen op, ongetwijfeld dure, hulp hebben moeten wachten. Geld wil hij eerst niet aannemen, maar na lang aandringen aanvaard hij het dan toch. Hij heeft het meer dan verdiend!
We ruimen op en gaan voor de lichte verwenlunch; wat Griekse voorgerechten en een kannetje wit.
Dat hebben we wel verdiend!
6 -10 September.
Goed, dinsdag 6 september; herkansing voor onze tocht naar Palairos.
Palairos is een populaire bestemming. Van maandag tot vrijdag is één van de drie kades en het ponton beschikbaar voor “zwervers” zoals wij. “Wie het eerst komt, het eerst maalt”, geen reserveringen. Overigens hebben we ook geen telefoonnummer van een lokale autoriteit kunnen vinden.
We gokken er op dat er vandaag boten uit Palairos zullen vertrekken om een plaatsje voor ons te maken en dat de kans groot is dat ze dat rond een uur of elf zullen doen.
Onze vertrek timing is dus gericht op een aankomst rond elf uur.
Net als gisteren staat Chris klaar bij het anker en ik gooi de landvasten los. Even later trekt de ankerlier ons weg van de kade. Ik moet de boot nog wel een paar keer bijsturen om de ankerketting goed voor de neus te houden, maar verder verloopt de vertrekprocedure geheel naar wens. Enkele van onze Engelse vrienden kijken vanaf hun boot aan de kade of alles goed gaat en daarna zwaaien ze ons hartelijk uit.
We varen langs Fanari beach, waar we een aantal keren van het terras genoten hebben, en zetten dan koers naar Palairos.
Het is een rustige oversteek; weinig boten te zien. Het is duidelijk dat het vaarseizoen aan het aflopen is.
Wanneer Palairos, na een heerlijke oversteek, in zicht komt, laat de verrekijker een flink aantal masten in de haven zien. Nou ja, we hebben maar één plekje nodig.
Wanneer we de haven bijna in varen, vaart er een zeilboot de haven uit. Die moet dan toch een plekje voor ons gemaakt hebben? Eenmaal in de haven zien we dat er meerdere boten aan het vertrekken zijn, maar achter ons komen er ook meerdere boten binnen.
We zien een mooi plekje aan het ponton en zetten de boot in z’n achteruit om aan te meren. Tussen ons en het ponton vaart reeds een andere aankomende zeilboot langs. We zwaaien en laten merken dat we niet van plan zijn om te stoppen. Ze varen door en wij schuiven het beoogde plekje binnen.
Even later liggen we keurig aangelegd aan het ponton. Nog een minuut of 20 is het een komen en gaan van zeilboten en dan is het weer rustig.
Binnen een paar minuten meld Christof zich om het havengeld te innen. Het is weer zo’n 8 euro per dag. Christof regelt ook een tientje walstroom voor ons en het blijkt dat we tot zaterdag kunnen blijven liggen.
Dat gaan we doen.
We hadden gehoord dat een “must do” in Palairos is het bezoeken van restaurant Panorama. Daar hebben ze o.a. een Indiase kaart. De Griekse keuken bevalt ons uitstekend, maar een keertje afwisseling is ook wel fijn.
We verkennen wat er te doen/zien is in Palairos. Hoewel aan het vasteland, heeft Palairos een typische eilandsfeer en meer dan genoeg horeca. Er is een serie restaurants langs de boulevard en er is het nodige te doen rond het oude dorpsplein.
Hier houden we het wel vol tot zaterdag.
Op de andere kant van het ponton ligt tegenover ons een zeilboot met een Nederlandse vlag. Elders in de Middellandse zee zegt dat niet zoveel, de NL-vlag wordt veel gebruikt om lokale belastingen te ontduiken, maar in Griekenland duidt die vlag toch meestal op de aanwezigheid van Nederlanders. Zo ook hier; uit Vlissingen komen ze en Peter en Annelies hebben twee Siamese poezen aan boord.
Later blijkt dat ze voor zes wintermaanden een huis in de buurt van Valencia gehuurd hebben om van daaruit te verkennen waar/hoe ze in Spanje kunnen gaan verblijven.
Wat een kleine wereld! We raden ze meteen Altea aan omdat je daar de leukste mensen hebt om mee om te gaan. We zullen het onderwerp nog menigmaal met ze bespreken onder het genot van een drankje.
Naast onze boot is de boot van Hanjo komen liggen. Ook Nederlanders en ze kennen Peter en Annelies al langer.
We weten ons omringd door aangenaam zeilersvolk; ook dat is één van de vele voordelen van zeilen in Griekenland.
Onze Nederlandse buren geven ons tal van tips over Palairos die we vervolgens gaan uitproberen.
Vooral het dorpsplein vinden we leuk. Terrasjes tussen schaduwrijke bomen, terrasjes onder luifels van pittoreske huisjes en twee gyros pita tenten naast elkaar.
Ook het Indiase eten van Panorama is overheerlijk en, zoals wel vaker, vliegen de dagen voorbij.
De dag dat onze boot voor de winter de kant op gaat, nadert ook met rasse schreden. Daar moeten we dus ook een planninkje voor maken.
We lopen onze lijst voor onderhoud/reparatie tijdens de winterstalling nog even door. Wat zo’n beetje iedereen heeft – en wij niet – is een ankerketting van minstens 70 meter en (veel) zonnepanelen.
Onze ankerketting is gemaakt voor het ondiepe Nederlandse zeillandschap. In Griekenland anker je vaak op veel diepere plaatsen, ergo meer ankerketting.
In Griekenland verblijf je veel vaker “in het wild” op anker of aan de kade. Walstroom is vaak niet beschikbaar. Dat hebben we dit jaar opgelost met twee keer anderhalf uur dieselgenerator per dag, maar geruisloze zonne-energie lijk veel beter (en duurzamer natuurlijk).
Leuk idee: de zon koelt onze koelkasten.
We wilden eerst nog drie dagen aan de kade van Preveza en dan de 13e om 9 uur oversteken naar winterhaven Cleopatra. Maar dachten we, stel je voor dat dan blijkt dat iemand z’n ankerketting over die van ons heeft neergeplempt en dat we dan ons ophijs-slot bij Cleopatra missen.
Dus, dachten we, eerst twee dagen aan de kade en dan een nachtje in Preveza Marina.
En toen dachten we; wat een gedoe! We gaan gewoon drie dagen in Preveza Marina liggen.
Peter en Annelies wilden langzaam richting Crotone (been there, done that) voor hun winterstalling, met Preveza (kade) als eerste stop. Beiden wilden we op zaterdag vertrekken, dus we spraken vast af dat we in Preveza samen zouden dineren.
10 -13 September.
Nu we naar een heuse marina, met een gereserveerd plekje, gaan, hoeven we niet vroeg weg.
Na een lekker ontbijt, gooien we los. We roepen “tot ziens” naar Hanjo en “tot straks” naar Peter en Annelies.
Het is een mooie tocht langs het vaste land richting het kanaal van Lefkas. Mooie uitzichten en weer lekker rustig.
Bij het kanaal waait een windje. Op zich geen punt, maar voor de brug stil liggen zal niet lukken (en vastmaken kan nergens).
Op aanwijzing van Navionics plannen we een aankomst bij de brug op het hele uur; de formele openingstijd. Dat blijkt te optimistisch; bij aankomst beweegt de brug nog niet. We proberen zo langzaam mogelijk te varen, maar om tien over beweegt de brug nog steeds niet. We zien iedereen om ons heen worstelen met de wind.
Na nog een aantal angstige minuten, waarin de kade en andere boten wel erg dichtbij komen, horen we dan eindelijk de sirene van de brug.
Voorbij de brug pakken we de golven van de Adriatische zee van opzij. Chris vindt dat niet gezellig, maar gelukkig zijn de golven minder dan de vorige keer.
Voor de ingang van Preveza Marina mogen we weer vele, vele minuten wachten op een marinero. Uiteindelijk mogen we een behoorlijk smalle ingang in naar onze aanlegplaats. Gelukkig is dit een manoeuvre die we de afgelopen jaren perfect onder de knie gekregen hebben.
Nadat we alles weer op orde hebben, hoor ik op de porto van de marinero de naam Skadia. Skadia, zo heet de boot van Peter en Annelies ook, maar die zouden aan de kade van Preveza gaan liggen.
Toch zien we even later Peter en Annelies tegenover ons aanleggen. Bij het ankeren voor de kade van Preveza is hun ankerlier vastgelopen en dus moeten ze het zonder anker doen. In Marina Preveza dus.
Wat een narigheid! Maar wel gezellig!
We halen houdbaar eten en drinken voor wanneer we volgend jaar weer aan boord zijn in het eenzame Cleopatra. We drinken aan boord nog een drankje met z’n vieren en Chris maakt voor ons tweeën later een heerlijke maaltijd van wat er nog over is in de koelkast.
De dag daarop bezoeken we het favoriete restaurant van Peter en Annelies. Heel aangenaam.
De maandag komt de monteur kijken op de Skadia. De tandwielkast van de ankerlier blijkt vastgelopen en moet vervangen worden. Voorlopig kunnen Peter en Annelies niet richting Crotone. Dat had overigens sowieso niet gekund, want de verwachtingen voor de oversteek naar Italië zijn heel bar. Zij varen morgen terug naar Palairos om de levering van de nieuwe onderdelen af te wachten. Een week Palairos kost minder dan een dag in Marina Preveza.
Wij doen de maandag alvast een hoop werk aan het winterklaar maken van de boot; genua-hoes, rubberboot, soppen. ‘s Avonds trakteren we ons op een diner voor twee in de oude binnenstad van Preveza.
13 - 14 September.
De 13e toch maar weer vroeg op. De boot wordt om tien uur uit het water gehesen en de hijsinstallatie is druk bezet; mis je je slot, dan kan het (heel) lang duren voor je weer aan de beurt bent.
Hoe vroeg we ook zijn, Peter en Annelies zijn eerder weg.
Wij hebben een 52-voeter als buren gekregen, waar ik in de smalle vaarstraat omheen moet. Dat lukt maar net.
Voor Cleopatra mogen we rondjes draaien voordat we het hijsgedeelte in mogen varen.
Weer iets dat we voor het eerst mogen doen. Ook dat gaat goed en even later hangt de boot in de takels. Weer wat later rijd onze boot op een aanhanger achter een tractor naar de stallingsplek. We mogen, op gepaste afstand, achter de tractor aanlopen. Het heeft iets van een plechtige begrafenis.
De boot wordt op de bok gezet en de mannen zetten een ladder voor ons tegen de spiegel. Op deze desolate plek mogen we de nacht doorbrengen in afwachting van ons overleg van morgen met de chief engineer over het onderhoud.
Ook op de bok kunnen we beschikken over elektra en water, alleen de toiletten zijn niet bruikbaar.
We maken de boot verder winterklaar, o.a. bimini, buiskap, fenders. Daarna doen we een biertje in de beslist ongezellige “natte” haven van Cleopatra.
Van de laatste restjes maakt Chris een heerlijke maaltijd op de boot op de bok.
Als we gaan slapen valt het op dat we op bed liggen in een boot die helemaal stil ligt; heel vreemd.
De volgende morgen arriveert de chief engineer tamelijk op tijd. We nemen de lijst met onderhoud en reparaties door. Ik krijg een goed gevoel bij de deskundigheid van de engineer. Daar zullen we de komende maanden nog menig e-mail mee wisselen.
We ruimen de boot verder op en halen nog een frappe in de “gezellige” haven. Daarna de laatste ruk winterklaar maken en dan mogen de twee tassen van 20 kilo via de ladder van de boot af.
We melden ons af bij de receptie, betalen de rekening tot 31-12 en vragen een taxi te bellen.
Op naar een laatste nacht in een hotel in Preveza.
14 - 15 September.
De taxi vraagt een eerlijke prijs voor de rit naar Preveza, dus die vragen we ook om ons de volgende dag naar het vliegveld te brengen.
Ons hotel, in de oude binnenstad, is heel mooi ingericht.
Op een terras slaan we nog wat tijd stuk en later op de avond genieten we nog een keer van de Griekse keuken in een leuk restaurant. Ouzo vooraf, voorgerecht, mooie hoofdgerechten, ijs toe koffie toe en twee drankjes. We mogen 30 euro afrekenen. We gaan Griekenland missen.
De volgende morgen weer vroeg op, want we willen lekker ontbijten op een terrasje voordat we naar het vliegtuig gaan.
Het ontbijt is weer heerlijk en overvloedig en we kijken over de baai uit naar waar, in de verte, de masten van de boten in/op Cleopatra te zien zijn.
Lang voor de afgesproken tijd zien we onze taxi al klaar staan.
Een kwartiertje later staan we op het vliegveld. Wat is het hier rustig! Wat een verschil met wat we lezen over sSchiphol! Onze wachtrij duurt een minuut of zeven. De rij voor de koffiecorner is langer.
Onze overstap is Kloten; het vliegveld van Zürich heet nu eenmaal Kloten. Het giet er van de regen en we ontdekken hoe duur het leven in Zwitserland is.
Alles verloopt soepel en even later zijn we weer aan boord voor de reis naar Alicante.
In Alicante komen onze tassen kletsnat van de bagageband. Die hebben in Zürich buiten staan wachten.
Herman, die ons komt ophalen, heeft ons al ge-appt dat hij klaar staat.
Na een vlotte rit staan we voor de voordeur van ons huisje. Vier en een halve maand eerder hebben we die achter ons dichtgetrokken.
Wat een tijd! Wat een prachtig avontuur! We voelen ons bevoorrecht dat we dit avontuur weer hebben mogen beleven!
Maar voor nu; uitpakken, drankje drinken, slapen en dromen van zeilreizen.